10 3. Het Hoofdbestuur van den Bond, teneinde zijn belofte van gelijke rechten, omschreven in punt 4 van het Lissim- Bond-memorandum van 26 Juni 1946, onmiddellijk in een daad om te zetten: (a) STEMT ER IN TOE, dat een vergunning zal worden verleend onmiddellijk na het indienen van een aanvrage door Loew's International voor den bouw van een pre mièretheater in de stad Amsterdam op het bouwterrein, nu in eigendom van Loew's International aan de Wete ringschans. Voor het geval dat Loew's International dezen bouwgrond aan de Motion Picture Export Asso- ciation of de N.V. NATIONALE BIOSCOOPONDER NEMING (N.V. NATIONAL CINEMA ENTER PRISE) in wording zou verkoopen, verhuren of op een andere wijze overdragen, wordt overeengekomen, dat een vergunning door den Bond aan een nieuwen eigenaar zal worden verstrekt, zoodat de bioscoop, welke op dit bouwterrein zal verrijzen, bij haar voltooiing lid van den Bond zal zijn. (b) STEMT ER IN TOE, dat, indien de M.P.E.A. of de N.V. Nationale Bioscooponderneming als lid van den Bond een aanvrage bij het Hoofdbestuur indienen voor de vestiging van nieuwe zaken of het overnemen van bestaande zaken in overeenstemming met het Algemeen Bedrijfsreglement, zulk een aanvrage onverwijld op de normale manier zal worden behandeld zonder eenig on gunstig onderscheid en in overeenstemming met de voorschriften. 4. Het Hoofdbestuur stemt er in toe, dat de Statuten en Reglementen van den Bond herzien zullen worden, zoodat er binnen 90 dagen na 16 September 1946 door den Bond zal worden benoemd een speciale commissie onder den naam van Nieuwe Zaken-Commissie. Deze Commissie zal gevormd worden door twee exploi tanten, twee filmverhuurders en een neutralen voorzitter, die od -»en enkele wijze officieel noch financieel met het film bedrijf in relatie mag staan. Deze commissie zal de bevoegd heid hebben om beslissinqen te nemen omtrent alle aanvragen voor de vestigino van nieuwe bioscopen, het openen van nieuwe filmverhuurkantoren, het oprichten van filmstudio's en andere inrichtingen voor den filmhandel in overeenstem ming met de Realementen van de organisatie. De neutrale voorzitter van deze commissie zal op de vol gende wijze worden gekozen: (a) Er wordt opgemaakt een rol of lijst van 16 of meer namen van personen, die de meerderheid van de stem men hebben gekregen van de Bedrijfsafdeeling Filmver huurders en de exploitanten-afdeelingen van den Bond, welke afdeelingen afzonderlijk stemmen voor alle namen. (b) Gedurende de eerste drie jaren zal deze rol of lijst de namen bevatten van: a. De Dekens van de Juridische Faculteiten van de vijf Nederlandsche universiteiten: b. de directeuren der vijf voornaamste musea in Neder land; c. vertegenwoordigers of bestuurders van de Kamers van Koophandel te Amsterdam en Rotterdam; d. alle tegenwoordige of vroegere rechters van het Hof van Internationale Justitie te 's-Gravenhage, die van Nederlandsche nationaliteit zijn en in Nederland wonen; e. alle andere personen met een gelijkwaardige functie en prestige, die voor plaatsing op de lijst op de boven aangegeven wijze gekozen worden. (c) Uit de personen, wier namen op de rol of lijst op de hiervoren aangegeven wijze zijn geplaatst, wordt een neutrale voorzitter van de Nieuwe Zaken-Commissie gekozen met algemeene stemmen van de vier leden der Commissie. De leden van deze Commissie zullen voor den duur van drie jaar gekozen worden. De M.P.E.A. als lid van den Bond zal door een 1lid deel uitmaken van deze Commissie. Het recht om van een beslissing van de Nieuwe Zaken- Commissie in beroeo te gaan, zooals nu in de Statuten en Reglementen van den Bond is bepaald, blijft onaangetast. Echter wordt overeengekomen, dat, wanneer de Nieuwe Zaken-Commissie haar goedkeuring aan een nieuwe onder neming heeft gehecht, zes van de negen leden van den Raad van Beroep zullen moeten tegenstemmen om deze goedkeuring teniet te doen. De Raad van Beroep zal bestaan uit vier exploitanten en vier filmverhuurders met een neutralen voorzitter, gekozen uit de lijst van namen hiervoren vermeld in (b). Het Hoofdbestuur van den Bond is voornemens om door de instelling van de Nieuwe Zaken-Commissie de uitbreiding en verbetering der theaterinrichtinnen voor het Nederlandsche volk te vergemakkelijken. Het Hoofdbestuur verbindt zich om de Statuten en Regle menten van de organisatie op een vrijzinnige wijze te inter preteeren om er zoodoende verder toe bij te dragen, dat deze doelstelling verwezenlijkt wordt. 5. Het Hoofdbestuur van den Bond is door de vertegen woordigers van de M.P.E.A. er van op de hoogte gesteld, dat contracten voor M.P.E.A.-films zijn aanaegaan met zes niet- leden-exploitanten; deze zes bioscopen zijn: (a) Excelsior den Haag (b) Roxy Hilversum (c) City Enschede (d) Union Hellendoorn (e) Lumière Steenwijk (f) Wilhelmina Bocholtz. Alle zes bioscopen hebben er recht op, dat aan hen gele verd worden de zes of minder films, waarvoor de M.P.E.A. contracten met hen is aangegaan. In de bijzondere gevallen van het Excelsior- en het Roxy Theater is overeengekomen, dat gedurende de daarop volnende zes maanden Amerikaan- sche films aan hen geleverd worden door United States In formation Service, niits met andere titels dan de films, welke in Nederland door de M.P.E.A. worden uitgebracht. Elk van deze zes bioscopen kan zich aanmelden voor het lid maatschap van den Bond. Er is geen enkele verplichting voor de bestuurders of het Hoofdbestuur voor wat betreft de be slissing op zulk een aanvrage. III. OPNIEUW AANGENOMEN LISSIM-BOND- MEMORANDUM. Het Bond-Lissmi-Memorandum, gedateerd 26 Juli 1946 met de overeengekomen herzieningen van data en ophelderende veranderingen in de punten 1 en 6, wordt opnieuw aange nomen, opnieuw bekrachtigd en in dit document ingelascht. Punt 1 herzien, luidt als volgt: „1. De Motion Picture Export Association zal het lid maatschap van den Bond aanvragen voor de Alnemeene Ledenvergadering van 16 September 1946, of de vijf Neder landsche nederzettingen, die lid van den Bond waren tot 1 Januari 1946, zullen afzonderlijk voor dien datum onnieuw het lidmaatschap aanvragen. Op grond van het Algemeen Bedrijfsreglement zal het Hoofdbestuur aan de M.P.E.A. toe stemming verleenen om binnen de perken van den Bond te werken, of indien de vijf vroegere leden opnieuw het lid maatschap aanvragen, zal aan deze vijf maatschappijen toestemming worden verleend om hun zaken binnen de perken van den Bond weer te vestigen; en het Hoofdbestuur ver klaart, dat het zich zal sterk maken om zijn besluit in de Ledenvergadering te verdedigen. De drie leden van de M.P.E.A., die vroeger geen lid van den Bond waren, alsmede elke andere Amerikaansche film verhuurder, die wellicht lid van de M.P.E.A. wordt, kunnen het lidmaatschap normaal aanvragen. Deze aanvragen zullen in overeenstemming met de Reglementen worden behandeld." Punt 2 onveranderd, luidt als volgt: .,2. In verband met de verplichtingen, welke het Nederland sche film- en bioscoopbedrijf op zich heeft genomen, beloven

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 11