Voorzitter, niet alleen U en Uw College, maar
speciaal ook de heeren Strengholt en Bosman,
ontvangt namens den Afdeelingsraad en de
leden-exploitanten onzen hartelijken dank en een
volledige décharge voor Uw werk in deze
Amerikaansche kwestie."
Aan het slot van zijn rede overhandigde de heer
Prager namens den Afdeelingsraad aan het Hoofd
bestuur een prachtig bloemstuk.
Op de rede van den heer Prager volgde een
krachtig applaus.
De heer J. L. Paerl, Vice-Voorzitter van de Be-
drijfsafdeeling Filmverhuurders, gaf hierna uiting
aan zijn voldoening over de oplossing van het Ame
rikaansche conflict. In het afgeloopen jaar hebben
de filmverhuurders gedaan wat in hun vermogen
lag om den Bond in zijn strijd te steunen. Door de
eensgezinde houding van alle leden hebben wij ons
doel bereikt.
De op 14 September j.1. gehouden ledenvergade
ring der Bedrij f saf deeling Filmverhuurders heeft
met algemeene stemmen besloten het door het
Hoofdbestuur tot stand gebracht accoord te ratifi-
ceeren. Spreker huldigde ten slotte het Hoofd
bestuur, dat onversaagd voor de belangen van de
leden op de bres heeft gestaan (applaus).
Hierna werd bij acclamatie aan het Hoofdbestuur
décharge verleend voor het gevoerde beleid terzake
van het conflict met eenige Amerikaansche film
maatschappijen.
^anfcujLO-cf-ld v-ati den UooA^itte'i
Daarop hield de Bondsvoorzitter de volgende
rede:
„Zoojuist heeft Uwe algemeene ledenvergade
ring haar sanctie verleend aan het door Uw
Hoofdbestuur gesloten en door de M.P.E.A. ge
accepteerd accoord. Ik mag U van harte geluk-
wenschen met Uwe beslissing. Het zij mij echter
vergund nog enkele woorden tot U te richten.
Een nieuwe tijd is ingeluid. Een tijdperk, waar
in wij allen zullen hebben te toonen in vredestijd
dezelfde saamhoorigheid te bezitten als in oor
logstijd. Tot op heden heeft ons eenzelfde doel
voor oogen gestaan; laat vanaf nu wederom een
zelfde doel ons binden, maar een doel van hoo
gere orde, nu alle slagboomen, die ons belem
merden in de volledige ontplooiing onzer taak
zijn weggeruimd, namelijk de algeheele voorzie
ning van ons Nederlandsche Volk op cinemato
grafisch gebied, rekening houdende met cultu-
reele eischen en met de hooge trap van ontwik
keling van ons volk, de vrucht en het kenmerk
eener eeuwenoude beschaving en traditie. Aan
Uwe voeten ligt geheel de wereldproductie. Gij
hebt de keuze te doen voor geheel Nederland.
Moge Uwe keuze een goede zijn in het belang
van onze gemeenschap en geleid door Uw ver
antwoordelijkheidsgevoel.
Laat ieder wantrouwen varen, want wantrou
wen in vredestijd is funester dan vrees in oor
logstijd; en trouwens wantrouwen heeft niets
uitstaande met wijze voorzichtigheid.
De heer Harmon, Vice-President van de
M.P.E.A., heeft uitdrukkelijk verklaard niet met
imperialistische bedoelingen naar ons land te zijn
gekomen.
De heer Johnston, president van de M.P.E.A-,
veroordeelt het oude kapitalisme als monopolis
tisch; het nieuwe systeem zal integendeel aan
ieder dezelfde gelegenheid moeten geven en deze
stelling zou ik gaarne van toepassing verklaren
op onze onafhankelijke filmverhuurders.
Leden van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond, laten wij ieder lid gelijke kansen bieden en
bedenken, dat het voortbestaan van den Bond
illusoir zou worden zonder een goede en hechte
kern van onafhankelijke verhuurders.
Eric Johnston, de profeet van het nieuwe eco
nomische systeem, zeide in zijn afscheidsrede tot
de Kamers van Koophandel in Amerika: „Het
geheele proces van ons denken moet verheven
worden tot een gewetensvol niveau, waarvan de
\erantwoordelijkheid ten opzichte van het pu
bliek belang het sleutelwoord is. De rechten van
het individu prevaleeren boven de materie, en een
der primaire rechten van het individu is het
tezamen groepeeren in bonden."
Laat mij de hoop uitspreken, dat onze Bond
na de demonstratie van de uiterlijke kracht, de
innerlijke krachten zal weten op te brengen, ter
behartiging van de belangen aan onze zorgen toe
vertrouwd.
Gaarne breng ik nogmaals dank aan allen,
die hebben medegewerkt aan de totstandkoming
van het accoord ,aan ons Hoofdbestuur, speciaal
aan den heer Strengholt en den heer Bosman,
aan allen, die de werkzaamheden voor de orga
nisatie met opgewektheid en ijver hebben ver
vuld, aan den heer Hagenberg, in één woord
aan allen.
Moge mijn laatste hulde een eeresaluut zijn
aan het „gezonde verstand", waarvan de par
tijen zoo voortreffelijk getuigenis hebben afge
legd.
12 November 1945 besloot ik mijn rede met de
opwekking: Met Gods Zegen ,,'t Sal waerachtig
wel gaan". Laten wij thans dank brengen voor
diens Zegen, die zoo ruim ons deel was in het
afgeloopen jaar en de hoop uitspreken, dat wij
in onze organisatie onder Gods Zegen nog veel
mogen bereiken voor de cultureele belangen van
ons vaderland."