10
ten, welke wordt gegeven in een bioscooptheater,
hetwelk is ingedeeld in prijsklasse C;
d. 0,60 voor een bioscoopvoorstelling met een
vertooningsduur van ten minste 1 uur en 50 minu
ten, welke wordt gegeven in een bioscooptheater,
hetwelk is ingedeeld in prijsklasse D;
e. 0-50 voor een bioscoopvoorstelling met een
vertooninvjsduur van ten minste 1 uur en 50 minu
ten, welke wordt gegeven in een bioscoopthea.er,
hetwelk is ingedeeld in prijsklasse E;
f. 0,35 voor een bioscoopvoorstelling met een
vertooningsduur van ten minste 50 minuten, welke
wordt gegeven in een bioscooptheater, helwelk
is ingedeeld in prijsklasse F;
B. de entrée-prijs nooit hooger mag zijn dan 50
pet. van de onder A genoemde voor een bioscoop-
voorstelling met een korteren vertooningsduur dan
de onder A vermelde.
2. De commissie kan hoogere entree-prijzen dan
de in het vorige lid vermelde toes aan:
a. voor een bioscoopvoorstelling, welke naar
haar oordeel een exclusief karakter draagt, met
dien verstande, dat de aldus vastgestelde hoogere
entrée-prijs het bedrag van 0,90 niet mag over
schrijden;
b. voor een bioscoopvoorstelling, waarbij de toe
schouwers een aanvulling van het programma
wordt geboden, waarvoor geen afzonderlijke ver
goeding wordt gevraagd, met dien verstande, dat
de aldus vastgestelde verhooging ten hoogs e
0,25 mag bedragen. Hierbij mag de duur van het
aanvullende programma op den in het eerste lid
eenoemden vertooningsduur der bioscoopvoors 'ei-
lingen in mindering worden gebracht,
3. De commissie kan aan een prijsvaststelling, als
bedoeld in het eerste en tweede lid, voorwaarden
verbinden.
4. De vaststelling der prijzen en voorwaarden
geschiedt bij meerderheid van stemmen; elk lid
heeft één stem.
5. Bij aangeteekend schrijven wordt den betrok-*
kene van de prijsvasts elling kennis gegeven.
Afschrift van het schrijven wordt in tweevoud
toegezonden aan het Directoraat-Generaal van de
Prijzen, Deze prijsvaststelling kan door den Di
recteur-Generaal van de Prijzen te allen tijde
worden gewijzigd.
Artikel 4.
Tegen een beslissing omtrent de in artikel 2,
oiider 1, bedoelde indeeling, alsmede tegen een
beslissing omtrent de in artikel 3, onder 1, 2 en 3,
bedoelde prijzen en voorwaarden kan de betrokke
ne binnen een maand na den datum der beslissing
in beroep komen bij een in tweevoud in te zenden
beroepschrift aan den Directeur-Generaal van de
Prijzen. Dit beroep schort de inwerkingtreding van
de beslissing niet op.
Artikel 5.
1. De entrée-prijs, welke voor het bijwonen van
een bioscoopvoorstelling, welke wordt gegeven in
een bioscoopthea er, dat nog niet in een prijsklasse
is ingedeeld en nog geen prijsvaststelling heeft
ontvangen, ten hoogste mag worden bedongen of
aanvaard, is die, welke op den dag van de inwer
kingtreding dezer beschikking voor het betreffende
theater wettelijk geoorloofd was.
2. Exploitanten van bioscooptheaters, die uiter
lijk één maand na de inwerktreding van deze be
schikking niet zijn' ingedeeld, zijn verplicht binnen
acht dagen na afloop van deze maand zich met
een schriftelijk verzoek tot indeeling tot de com
missie te wenden,
3. Indien niet is voldaan aan het in lid 2 bepaal
de, is, in afwijking van lid 1, ten hoogste een
entrée-prijs van f 0,40 geoorloofd.
Artikel 6.
1Voor het reserveeren van een met rij en num
mer aangeduide plaats voor het bijwonen van een
bioscoopvoorstelling mag ten hoogste een bedrag
van 0,10 worden bedongen of aanvaard to<' een
half uur vóór den aanvang van de desbetreffende
voorstelling.
2. Voor reserveeringen, welke niet voldoen aan
de in het eerste lid gestelde eischen, mag niets in
rekening worden gebracht.
Artikel 7.
De commissie kan in bijzondere gevallen jtó
overeenstemming met den Directeur-Generaal van
de Prijzen afwijkingen van het in deze beschik
king bepaalde vaststellen en deze schriftelijk ter
kennis van de betrokkenen brengen.
Artikel 8.
Deze beschikking kan worden aangehaald als;
Pr'jzenbeschikking Bioscoopvoorstellingen 1947
en treedt in werking met ingang van den achtsten
dag na dien harer afkondiging in de Nederland-
sche Staatscourant,
's-Gravenhaqe, 14 Februari 1947.
De Minister voornoemd,
Huysmans.
De Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 2 van de Prijzenbeschikking
Bioscoopvoorstellingen 1947;
Heeft goed gevonden:
I. in te slellen een-Commissie Indeeling Bio-