INTERNATIONAAL CONGRES VAN BIOSCOOPEXPLOITANTEN WEEST ZUINIG MET RECLAME MATERIAAL De Vereeniging der Kinemabestuurders van België heeft het initiatief genomen tot het houden van een Internationaal Congres van Bioscoop exploitanten tijdens het Internationaal Film festival. Aan ieder der uitgenoodigde landen is verzocht twee afgevaardigden te zenden, die de bioscoop exploitanten zullen vertegenwoordigen. Het Con gres zal plaats hebben te Brussel van Maandag 16 Juni tot en met Woensdag 25 Juni 1947. In het Aprilnummer van het „Inlichtingsbulle- tijn", het officieel orgaan van de Vereeniging der Kinemabestuurders van België, heeft de voorzit ter, de heer H. Dutillieu, medegedeeld, welke over wegingen tot het nemen van dit initiatief hebben geleid. Daar is op de eerste plaats de algemeene wensch om de door de oorlogsgebeurtenissen verbroken contacten tusschen de verscheidene landen weder om op te nemen en nieuwe internationale betrek kingen aan te knoopen. Het filmbedrijf heeft in de diverse landen vaak met gelijksoortige moei lijkheden te kampen en men is van gevoelen, dat een internationaal overleg inzake deze gemeen schappelijke problemen een verhelderende uitwer king zal hebben. Dit betreft zoowel vraagstukken van algemeenen aard als b.v. belasting op verma kelijkheden, auteursrechten, verhuurpercentages van films, de taak van de film bij de opvoeding, controle en censuur als de meer speciale vraag stukken van de exploitatie zelf n.1. inrichting van zalen, publiciteit, smalfilm en outillage, alsmede televisie. Verder wil men de mogelijkheid onderzoeken een Internationaal Verbond van Bioscoopexploi tanten op te richten, een einde een bestendig con tact te verwezenlijken met de exploitaties van de verscheidene landen, en aldus over een machtige organisatie te beschikken, die doeltreffend kan optreden om de groote problemen van algemeen belang, op te lossen. ,,Het is zeker", aldus de heer Dutillieu, „dat de regeeringen der bevriende landen zich op het huidige oogenblik rekenschap hebben gegeven van de spreidkracht en de propaganda-mogelijkheden, waarover de film beschikt. De macht van het witte doek is ontegenzeggelijk grooter dan welk ander propagandamiddel ook. Op dit gebied heeft de film reeds groote diensten bewezen tijdens den oorlog en ook, na het sluiten van den wapenstil stand, in dienst van den economischen wederop bouw van de geteisterde landen. De beteekenis, die de film voor de opvoeding heeft, legt aan de bioscoopexploitanten van de geheele wereld een verplichting op, vooral voor wat betreft de jonge generatie die, gedurende vijf oorlogsjaren, beroofd werd van een kostbare do cumentatie, welke haar den wetenschappelijken vooruitgang leerde kennen en haar de cultureele en artistieke schatten leerde waardeeren. De in- tellectueele bagage, die haar op aangename wijze wordt aangeboden, zal aan de jonge generatie den lust tot reizen geven en in haar den drang tot ontwikkeling versterken." Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bio scoop-Bond heeft besloten, zich op dit congres door eenige leden te doen vertegenwoordigen. Reeds eenige malen hebben ons van verschil lende filmverhuurders klachten bereikt over de manier, waarop door leden-exploitanten met het hun in bruikleen afgestane reclamemateriaal wordt omgegaan. Daar ook dit materiaal voor een belangrijk ge deelte moet worden geïmporteerd en dus deviezen kost, doen wij bij deze een beroep op de leden exploitanten om het reclamemateriaal evenals de filmcopieën uiterst zorgvuldig te behandelen. Den filmverhuurders, die slechts met zeer groote moeite nieuwe reclamefoto's e.d. kunnen bestellen, zoowel als collega's, die dit mate riaal na U moeten gebruiken, wordt daarmede een groote dienst bewezen. Den verhuurders, die zulks tot nu toe niet de den, zouden wij in overweging willen geven hun filmfoto's en ander klein reclame-materiaal, in de hoeken van perforaties te voorzien, opdat daarin niet met punaises e.d. gaatjes behoeven te worden gemaakt. Vervolg van pagina 3 Pogingen om een positief criterium in de Bio scoopwet te brengen naar letter of naar geest zullen niet alleen de rijkskeuring van artikel 16, maar ook de quasi-gemeentelijke, welke uit artikel 4 is voortgekomen, tot inzet van scherpen strijd maken."

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 5