VERBOUW BIOSCOPEN Het cultureele leven is een der peilers, waarop liet gemeentelijke gebouw ras} In de grootste gemeenten van het land werd tot nu toe nog geen voorstel tot wijziging der be staande verordeningen gedaan. Opmerkelijk was, dat verscheidene burgervaders bij de jaarwisseling met nadruk gewezen hebben op de culturele fa cetten van het gemeentelijk leven en op de taak, welke de locale overheid ten opzichte daarvan heeft. Zo zeide de Burgemeester van 's-Graven- hage in zijn grote Nieuwjaarsrede o.m.: ,,De tijden, die voor ons liggen, zullen materieel gezien niet rimpelloos zijn. Des te duurder is de plicht der Overheid om daar, waar er op dit ge bied behoefte aan blijkt te bestaan, te steunen en te schragen. Het culturele leven toch is een der peilers, waarop het gemeentelijke gebouw, wil het hecht en niet laag bij de gronds zijn, veilig moet kunnen rusten; het is mede een der factoren, welke de positie ener stad in den lande bepaalt". Dagelijks kan men in de pers berichten aan treffen, waarin gesproken wordt van het ..lijdelijk verzet" van de gemeenten, maar hierbij is het niet gebleven. Terneuzen heeft, ondanks de regerings stuk achter de deur, besloten de belastingverho ging niet uit te voeren en een aantal gemeenten heeft dit voorbeeld gevolgd, daarbij in aanmer king nemende de adviezen van hun belastingdien sten, welke ervan overtuigd zijn, dat de voorge schreven verhoging op den duur eerder nadeel dan voordeel aan de gemeentelijke kassen zal brengen. Nieuwe richtlijnen Intussen blijkt uit de circulaire d.d. 17 Januari, waarin de Minister van Binnenlandse Zaken aan de gemeentebesturen nieuwe richtlijnen geeft met betrekking tot de belastingheffing op vermake lijkheden, dat de zeer gegronde bezwaren, welke door de gemeenten met nadruk naar voren zijn gebracht, bij deze bewindsman gehoor hebben gevonden. Want de Minister verklaart, dat hij zich met zijn ambtgenoot van Financiën opnieuw heeft beraden over hetgeen hij vroeger heeft me degedeeld inzake een verhoogde opbrengst der vermakelijkheidsbelasting in verband met het be palen der bijzondere uitkeringen uit het gemeente fonds. Zij erkennen, dat het voor de gemeenten in hoge mate aantrekkelijk zou zijn, indien de moge lijkheid tot verhoging der vermakelijkheidsbelas ting zou kunnen strekken tot verruiming van de belastingreserve, welke na de totstandkoming van de Noodvoorziening gemeentefinanciën aanwezig is. Hierin hebben zij dan ook aanleiding gevonden het betreffende gedeelte van meer genoemde cir culaire in te trekken. Bij de bepaling der bijzondere uitkeringen zal nu worden uitgegaan van de opbrengst, welke in 1947 is verkregen of had verkregen kunnen wor den bij een heffing van 20 Voorts schijnen de beide Ministers, door erva ring wijzer geworden, tot de voorzichtige conclusie gekomen te zijn, dat de technische moeilijkheden bij de heffing niet gering zijn te achten en dat met name een willekeurige classificatie der kunsten maar haken en ogen geeft. Vandaar, dat zij met zovele woorden te kennen geven dit maar liever aan het beleid van de gemeenten over te laten. Zij achten hier voorzichtigheid geboden en oor delen het b.v. redelijk nachtclubs, dancings en sportevenementen zwaarder te belasten dan bioscoopvoorstellingen. Resumerende, mag men uit deze circulaire con cluderen dat de gemeenten toch nog „autonoom" zijn en dat het ,,Ik zal U" een specifiek-ministe- riële vorm is voor ,,Ik verzoek U". Het is de laatste tijd meermalen voorgekomen, dat bij verbouwingen van bestaande bioscopen, nadat de tekeningen daarvoor door een architect gereed waren gemaakt en in sommige gevallen nadat reeds met de verbouwing 'was begonnen, moeilijkheden met de plaatselijke brandweer autoriteiten ontstonden, omdat de cabine, de uit gangen, nooduitgangen enz. niet aan de veilig heidsvoorschriften voldeden. Naar aanleiding hiervan en mede met het oog op het feit, dat binnenkort nieuwe landelijke brand veiligheidsvoorschriften zullen verschijnen, geven wij de leden dringend in overweging, alvorens tot het aanbrengen van wijzigingen in de bestaande toestand van zaal, hall, gangen, trappenhuizen, cabine enz. over te gaan, de desbetreffende plannen aan de Technische Commissie voor te leggen, op dat deze Commissie zo nodig van advies kan dienen. Op deze wijze kunnen nodeloze kosten worden bespaard. INSCHRIJVINGEN IN HET LEDEN- EN BEDR1JFSREGISTER De aandacht van de leden wordt erop geves tigd, dat het wenselijk is, verzoeken om inschrij ving van directeuren, commissarissen, firmanten, procuratiehouder en andere bestuurders in het Bedrijfsregister vergezeld te doen gaan van een afschrift hunner inschrijving in het Handelsre gister der Kamer van Koophandel en Fabrieken, alsmede van een politieke betrouwbaarheidsver- klaring, indien de betrokkene in het bedrijf niet bekend staat. Voor de inschrijving in het Ledenregister van leiders, die geen procuratie bezitten, is alleen een politieke betrouwbaarheidsverklaring nodig. Het Hoofdbestuur kan tot inschrijving van nieu we personen in bedoeld register slechts overgaan, wanneer de nodige gegevens zijn verstrekt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 11