DE PERS HEKELT DE VERHOGING
DER VERMAKELIJKHEIDSBELASTING
VJiip ÏLedefdotid
£te 7hLn&&ótad
10
Zoals onze leden uit de, in de vorige aflevering
van dit Urgaan gepubliceerde, meningen van de
redacties der verschillende bladen hebben kunnen
constateren, hee[t de Nederlandse pers haar mis
noegen over het bekende directivum van de Minis
ter van Binnenlandse Zaken aan de gemeentebestu
ren niet onder stoelen of banken gestoken. Zij
heeft in tal van artikelen met nadruk op de sociale
en culturele aspecten gewezen, welke de Regering
bij het overwegen van een dergelijke ingrijpende
maatregel niet buiten beschouwing had mogen
laten. Z,ij heeft betoogd, dat, hoe slecht de finan
ciële toestand van een land ook mag zijn, deze er
nooit toe mag leiden om op grond daarvan met
open ogen de cultuur naar omlaag te halen.
Na het ter perse gaan van het vorig nummer
hebben ons nog tal van beschouwingen, door ver
schillende bladen aan dit onderwerp gewijd, be
reikt, waarvan wij, volledigheidshalve, enkele
citeren.
Kwaad straft zichzelf'
Onder deze titel wijdt „Vrij Nederland" een
korte beschouwing aan de verhoging der belasting
op vermakelijkheden en de subsidievermindering
aan het toneel, aan welke beschouwing wij het
voigende ontlenen:
„Dergelijke maatregelen kunnen echter alleen
op behoorlijke wijze worden opgevangen, wan
neer zij in nauwkeurig overleg met alle betrokken
partijen worden genomen. Komen de besluiten,
zoals thans het geval is, bij ambtelijk decreet tot
stand, dan wordt verbittering gekweekt en komt
alle critiek, gerechtvaardigd ot niet, neer op het
hoofd van de schraapzuchtige overheid. Her
wreekt zich het niet functionneren van een Raad
voor de Kunst, gevolg van het leit, dat minister
Gielen door zijn bruuske optreden het vertrouwen
der kunstenaars heeft verspeeld. Want, laten we
dit goed zien, deze fiscale maatregelen snijden
diep in in ons culturele leven. Subsidie- en belas-
tingpolitiek betekenen altijd tegelijk cultuurpoli
tiek. Waarom wordt deze hap genomen van het
toneel en b.v. niet van de opera/ Waarom wordt
de film hoger belast en niet de sport? Het duurder
worden van de bioocoop betekent noodzakelijK
een terugdringen van de goede, culturele fi'm,
waarvoor zo bemoedigend gevochten is na de oor
log. De bioscoopexploitanten zullen gedreven
worden naar de cultuurloze publiekfilm, üie aitijd
wel kijkers trekt, waarmee dus het omgekeerde
eliect wordt bereikt van wat men misschien heelt
bedoeld: de gezonde sport bevoordelen boven de
ongezonde bioscoop.
Het gaat hier om enorme belangen en een be
slissing daarin door ambtelijke decreten is een
onding."
„Vermakelijkheidsbelasting en de film"
Het Dektse blad, dat zeer uitvoerig de aspecten
van het iNeaeriaiiase cui tuur leven beticht in ver
band met ae voorgenomen verhoging, neemt hier
de eventuele gevolgen, welke aeze maatregel voor
de tiim mede zal brengen, onder de loupe:
„De plotselinge verhoging der vermakelijkheids
belasting in ons lana heeit tal van aspecten. Wij
wilien aeze weeK aheen het tumaspect bezien,
bnige leiten moeten dan worden vastgesteld. Ue
tnmnonger in iNeaeuand is, genjk te verwachten
waj, geieiaenjk weer tot norruaie proporties inge
krompen. De bioscooptheaters kunnen zich in net
algemeen niet meer in overvloedige recettes ver
heugen. Met publiek wordt bovenaien weer kies
keurig, wat een te waarderen verschijnsel is. Wij
gaan niet accoord met het onderscheid, dat ge
maakt wordt tussen lilm en toneel, althans niet
met de wijze waarop dit gescniedt. Zeer vele
films, die in ons land woraen gedraaid, hebben
een culturele waarde, die verre uitsteekt boven
het gemiddeld toneel in Nederland.
Doch afgezien hiervan, de regering is er altijd
zo als de kippen bij om het behoelte-element van
de grote massa tot zijn recht te doen komen. Wel
nu, maar wat geschiedt hier? Men schijrvt van me
ning te zijn, dat de grote massa maar wat minder
naar de bioscoop moet gaan. Tenzij men de hui
dige toegangsprijzen niet verhoogt en de theaters
het gelag laat betalen, hetwelk niet mogelijk zal
blijken en in theaterkringen catastrophaal wordt
genoemd. De bioscoop is geen vermakelijkheid.
Zij is een ontspanningsinstituut. Er zijn boven
dien culturele waarden in het geding. Als de rege
ring op middelen zint, om de schatkist te vuLen,
dan staan er nog wel andere wegen open. We
hopen dan ook, dat zij zich nog eens zal bezinnen,
voor zij deze maatregel verbindend verklaart."