ïlattatiaEe RMe^damle Goubcuit
11
„De regering toont geen juist negrip"
In een volgende artikel verklaart het blad:
„Wij zijn tegen de door de regering aangekon
digde verhoging der vermakelijkheidsbelasting.
Zij is het gevolg van de methode, om het geld
daar te halen, waar het is. Dat is niet altijd een
goede methode. Er zijn vermakelijkheden, die men
onzentwege zeker extra belasten mag. Maar naar
onze mening staat de huidige regering wel zo ver
verwijderd van de grote massa van ons volk, dat
zij geen juist begrip toont voor het verschil tussen
zuivere vermakelijkheid en levensbehoefte. Tot
de levensbehoeften van ons volk behoort het be
zoek aan de film. Tal van films hebben een grotere
culturele waarde dan wat men zo in het algemeen
op toneelgebied te zien krijgt. Doch zelfs al heb
ben zij niet direct een uitgesproken culturele
waarde, dan kan men ze veelal nog niet zien als
een vermakelijkheid. De film is nuttig en nodig
als een tegenwicht voor de dagelijkse sleur. Een
groot deel van ons volk heeft toch al zo weinig.
Moet men nu werkelijk het bioscoopbezoek nog
de helft van deze belasting laten betalen?"
„Een overijld getroffen maatregel"
Ook dit te Arnhem en omstreken verschijnende
dagblad spreekt de vrees uit, dat tal van amuse-
mentsbedrijven in de toekomst gefen rendabele
exploitatie meer zullen kunnen voeren en dat de
meerdere opbrengst der vermakelijkheidsbelasting
zou kunnen blijken een fictie te zijn. Het blad
vervolgt:
„Men mag de vraag stellen, of de regering, al
vorens zij haar circulaire verzond, dit wel heeft
overwogen. Er is reden om aan te nemen, dat dit
met het geval is. Immers, de circulaire draagt
sterk het karakter van een overijld getroffen
maatregel, zó overijld, dat het niet mogelijk is
practisch aan de wens van de minister te voldoen.
Wat toch is het geval? De minister wenst, dat de
verhoging op 1 Januari a.s. zal worden doorge
voerd. De circulaire is, zoals wij reeds opmerk
ten, begin December in het bezit van de gemeen
tebesturen gekomen. In de eerste plaats zullen de
bestaande verordeningen op de heffing van ver
makelijkheidsbelasting moeten worden herzien
Dat vereist voorbereiding. Vervolgens zullen de
aldus gewijzigde verordeningen in de colleges van
en W. en, in vele gevallen, ook nog in de com
missies van bijstand, worden bekeken. Daarna zal
de gemeenteraad er zijn oordeel over moeten laten
gaan en, indien deze er zijn goedkeuring aan heeft
gehecht, Gedeputeerde Staten er hun fiat aan
geven. Tenslotte zal dan de verordening aan de
goedkeuring van het ministerie van Binnenlandse
^aken moeten worden voorgelegd. Men moet
toch wel een volslagen vreemde in het Jeruzalem
van de ambtelijke wereld zijn, om te mogen ver
wachten, dat dit alles binnen een tijdsverloop van
enkele weken zijn beslag zal hebben verkregen.
Dit temeer niet, omdat met het drukken van de
millioenen nieuwe biljetten ook nog geruime tijd
zal verlopen.
De hierboven geschetste gang van zaken doet
onaangenaam aan, omdat hieruit blijkt, met welk
een lichtvaardigheid nieuwe lasten op het bedrijfs
leven worden in het leven geroepen. Men krijgt
sterk de indruk, dat er in het brein van een of
ander een idee rijpt en men zich haast in een cir
culaire of oekase uitvoering te verlangen. In het
onderhavige geval komt wel bijzonder sterk tot
uiting, hoezeer men er zich geen rekenschap van
heeft gegeven of de verordineerde maatregel
waarlijk het verwachte effect zal kunnen sorteren,
terwijl bovendien over het hoofd gezien is, dat
wat men voorschreef, practisch onuitvoerbaar is.
Een bedenkelijk teken in een tijd, dat de overheid
haar maatregelen nauwgezetter dan ooit moet
overwegen. Maar kan het anders, wanneer men
alleen maar heil ziet in het ople^aen van steeds
nieuwe lasten, inplaats van een drastische beper
king van de uitgaven, die zo dringend geboden
is?"
„Critiscne commentaar"
In de onder bovenstaande titel verschijnende
rubriek geeft dit Rotterdamse dagblad volgende
uiteenzetting van de bezwaren, welke aan een
verhoging van de huidige heffing zijn verbonden:
„Begrijpelijke onrust is gewekt door de ministe
riele circulaire aan de gemeenten, waarin deze
worden gesommeerd, willen zij zonder beperkin
gen mededelen uit het door bepaalde stortingen te
spekken gemeentefonds, hun eigen belastingen op
te voeren tot het plafond, zoals dit in een tegen
woordig gaarne gebezigde beeldspraak heet. Die
onrust is uiteraard sterk in de kringen der exploi
tanten van vermakelijkheidsinrichtingen die zich
belaagd voelen door het voorschrift om' als regel
de belasting op vermakelijkheden op te voeren
tot 50 Maar ook de gemeentelijke autoriteiten
die het voorschrift uit de circulaire hanteren moe
ten, kunnen zich niet opschroeven tot een juichen
de ingenomenheid met deze opdracht. In de Rot
terdamse gemeenteraad heeft een der leden ge
wezen op het gevaar, dat straks de gemeente
heeft ze eenmaal alle bronnen uitgeput en is ze
gesaneerd, toch op de grens der noodlijdendheid
zal blijven balanceren. M.a.w. dit raadslid wilde
een appeltje voor de dorst bewaren.
Maar afgezien van deze principiële kwestie zijn
er bezwaren aan de uitvoering verbonden. Op het
moment is er een eenheidstarief voor een belasting