16
funeste gevolgen zal hebben voor het culturele
leven in Nederland, heeft aan het Hoofdbestuur
van de FEMA (Federatie van Musici en Artis-
ten), het Bestuur van de NOMA (Ned. Organi
satie van Musici en Artisten), het Hoofdbestuur
van de Nederlandse Bioscoop-Bond en aan
dat van de Bond van Theater-directeuren
medewerking verzocht, ten einde tot een bijeen
komst van belanghebbenden te geraken, waarop
stappen zouden kunnen worden beraamd in zake
de plannen der Regering tot wijziging van de
huidige heffing.
In een in ,,Fema", het officieel orgaan van de
Federatie van Musici en Artisten, verschenen
artikel wordt geconstateerd, dat de voorgestelde
verhoging van de vermakelijkheidsbelasting een
nekslag betekent voor het amusementsbedrijf in
al zijn geledingen.
„Wij kunnen ons vooralsnog niet voorstellen",
schrijft het blad, ,,dat het de bedoeling van de
landelijke overheid is om ons bedrijf deze genade
slag toe te brengen. Wij willen voorshands aan
nemen en dat is dan voor de Regeringspolitiek
de meest gunstige veronderstelling dat de Mi
nisters, welke deze meer dan drastische maatre
gelen willen doen uitvoeren, zich niet, althans on
voldoende rekenschap hebben gegeven van de
vernietigende uitwerking, die de in uitzicht ge
stelde maatregelen voor alle amusementsinstellin-
gen en vermaaksondernemingen moeten hebben.
Allereerst wil het ons voorkomen, dat de Re
gering van de onzes inziens verkeerde stel
ling is uitgegaan, dat vermaak en amusement uit
sluitend als luxe- en weelde-artikelen moeten wor
den beschouwd. Indien er ooit een tijd is geweest,
dat de ontspanning een levensbehoefte was, dan
is het in deze tijden van velerlei spanningen en
hoogspanningen. Iedere arts, hij behoeft nog geen
specialist te zijn, zal U kunnen mededelen, dat in
deze na-oorlogse tijd overspanning vooral bij
intensief werkenden een veelvuldiger voorko
mend verschijnsel is, dan het in vroeger jaren
was. En iedere arts zal U ook kunnen vertellen,
dat gezond amusement en gepast vermaak een
Mevrouw van den Muijzenberg-Willemse, lid van
de Tweede Kamer, oordeelt:
„De beste dienst, die de Overheid de kunst kan
bewijzen, is, dat zij haar in ontwikkeling vrij laat
en het hare doet om alle belemmeringen, welke
een vrije ontplooiing nog in de weg staan, op te
ruimen. Daarnaast moet als taak van de Overheid
worden gezien in de eerste plaats het stimuleren
van de kunst en het bevorderen, dat alle bevol
kingsgroepen het genieten van kunst deelachtig
kunnen worden. Helaas zal de dreigende vermake
lijkheidsbelasting daaraan wel iets in de weg
stellen".
beter geneesmiddel zijn, dan de beste drankjes
uit de medicijnkasten.
Zouden wij niet mogen veronderstellen, dat de
Regering zich van dit feit onvoldoende reken
schap heeft gegeven en zouden wij dus moeten
aannemen, dat de Regering dit wetende, toch
deze maatregelen wil doen uitvoeren, dan zouden
wij daaruit de conclusie moeten trekken, dat onze
Regering willens en wetens door de aan totale
vernietiging grenzende afbraak van het amuse
mentsbedrijf in zijn geheel, de volksgezondheid
heeft willen schaden.
De veronderstelling van zulk een boos opzet
past ons niet ten opzichte van de Regering, welke
tal van maatregelen heeft genomen wij denken
daarbij aan de zorg van ouden van dagen die
met het brengen van vele financiële offers licht
hebben gebracht in het donker bestaan van velen.
Wij houden het dus maar op, dat de Reaering
de vreselijke gevolgen van haar maatregelen
vreseliike gevolgen, zoals wij reeds zeiden voor
het gehele Nederlandse volk en niet slechts voor
de bij het amusementsbedriif. hetzij als onderne
mer of als werknemer betrokkenen niet heeft
overzien. Wii ontkennen niet, dat ook dit een ver
wijt aan de Regering is. Want het is reeds zo
vaak gezeod regeren is vooruitzien. En als de
Regering de funeste gevolqen van de in uitzicht
gestelde maatregelen niet heeft kunnen voorz;en.
dan wil dit zeggen, dat zij in haar regeertaak is
te kort geschoten.
Allerwege en zeker niet het minst van de
zijde der Regering wordt aangedrongen op
verhoogde arbeidsproductiviteit. Nederland moet
meer produceren om zo spoedig mogelijk uit de
misère te komen. Denkt men die arbeidsproducti
viteit te stimuleren door het gezonde amusement
voor de werkende massa onbereikbaar te maken?
Denkt men de werklust te vergroten door de ar
beider in zijn vrije tijd van de bioscoop, het
variété, het circus, de revue- en operettevoorstel
ling uit te sluiten?
Ook in dit opzicht zal de Regeringsmaatregel,
indien zij onverhoopt tot uitvoering komt, een
misslag blijken te zijn. Waarom zouden wij dit
niet zeggen als het onze eerlijke overtuiging is.
Maar op deze wijze de zaak beschouwd, kunnen
wij spreken van een fout, die hersteld kan wor
den. Bij gebrek aan inzicht kan voldoende inzicht
worden bijgebracht.
Wellicht stelt de Regering zich voor, dat door
deze drastische verhoging van de vermakelijk
heidsbelasting, er meer geld in het laadje komt.
Wij lazen in de aankondiging van de regerings
maatregel de naam van de Minister van Financiën
niet. Maar als de Regering er op rekent, dat de
fiscus er profijt van zal trekken, dan zal zij be
drogen uitkomen.
De burgemeesters zullen zich stellig rekenschap
y |*«itriiiiiitiiiiiiiinnitinirinniiHinitiiiitf iinntfitritimttrtrimf>iiiiii!Hiiiintiiiiiuii iiniiiiiiiiiiuimiiiinimiiiiiiiinniitiiiiiimiinii^^
__J(iiiiiifiiii4iHtiii](iiHiiHntrTniiiiiii»itnimt(MiMiiniitiMiiiiiMiiiinttEHtrMiiiiiNiiiiuiiMiiiiiitnnnitiHi u< LHininiiiiiiiMiiii