maatregelen niet alleen de bedrijfsbelangen der
leden van de Bond raken, maar ook het voortbe
staan van de film zelf illusoir maken. Dertig jaar
geleden in strijd om de materie, nu in strijd om
de materie nauw verknocht aan het geestelijke,
de film zelf.
Nauwelijks vijftig jaar geleden werd de cinemato
grafie geboren en reeds nu staat de film in de
voorste gelederen van de culturele, sociale en
commerciële uitingen van de mensheid. De film,
de vondeling onder de schone kunsten, vond een
gastvrij tehuis bij de kermisklanten, die met hun
wonderkind naar de vier windstreken togen, om
de burgers, boeren en buitenlui te doen genieten
van al het schoons, waartoe men meende dat de
film in staat was. De kermis is oorzaak van de
snelle verbreiding der cinematografie en de film
vertoont nog steeds de gebreken maar ook de
goede kwaliteiten van haar vrije, niet aan plaats
en traditie gebonden opvoeding; zij verloochent
haar afkomst niet, ook nu niet, nu zich bij veler,
een neiging vertoont het woord film zo nu en
dan met een hoofdletter te schrijven.
De film heeft een harde jeugd achter de rug en
na de ontdekking van haar wonderlijke mogelijk
heden, wordt haar vrije ontwikkeling geiremd
door maatregelen, die men aanslagen op haar
leven zou mogen noemen. De jonge Muze, nau
welijks als Muze erkend, wordt rondgevoerd door
den lande, niet als een rijke aanwinst van het
geestelijk bezit der natie, maar als een slavin in
kluisters geslagen aan de zegewagen van Ceasar
Fiscus. En de gruwelijke inconsequentie, terwijl
aan de ene zijde maatregelen genomen worden
om het bioscoopgevaar te bestrijden, worden aan
de andere kant maatregelen genomen om het
wonderkind zijn kunsten te doen vertonen tegen
de laagst mogelijke prijs. In het jaar 1948, 300
jaar na de Vrede van Munster, waarbij voorgoed
afgerekend werd met jarenlange onderdrukking,
zowel geestelijk als materieel, in het jaar 1948,
enkele jaren na de Bevrijding van Nederland van
een juk, dat de vruchten van Munster trachtte
te vernietigen, in dit jaar, nu wij hier in de vrije
veste Amsterdam de renaissance hopen te be
leven van de Nederlandse film, worden ordon-
nantiën uitgevaardigd door de centrale Over
heid, die de meest enthousiaste filmvlriend de
moed in de schoenen doen zinken.
Maar versagen zullen wij niet. De Nederland-
sche Bioscoop-Bond, die de leeftijd bereikt heeft,
dat hij zo langzamerhand de oude garde ziet af
schuiven, heeft de plicht voort te bouwen op de
hechte grondslagen, gelegd door zijn oprichters,
heeft de plicht ervoor zorg te dragen, dat, zoals
slechts in een gezond lichaam een gezonde ziel
kan leven, te waken voor een gezond economisch
verantwoord bedrijf, omdat alleen daarin en
daardoor het voortleven en het tot ontwikkeling
voeren van de film kan worden verwezenlijkt.
De film heeft een missie. Zij heeft nooit last
gehad van het maecenaat. Zij zal zichzelf ook
voor de toekomst wel bedruipen, maar zij bedankt
er voor Assepoester te spelen voor groepen, die
hun klassieke neus ophalen en voor prinsen, die
er niet op uit zijn haar hand te vragen uit liefde,
maar slechts zinnen op een marriage de raison.
De tijd van het analphabetisme ten opzichte van
de film* is voorbij, de aanvankelijk stamelende
kleuter is volwassen en spreekt zijn eigen taal.
heeft zijn eigen literatuur van het beeld in proza
zowel als in poësie.
De film, voortgesproten uit het licht, het ge
schenk van de eerste scheppingsdag, gaat voort,
ondanks alles het bewijs leverend van 's mensen
koningschap over het geschapene.
De film heeft een missie te vervullen, iuist in
dit tijdperk; zij zal de vriendschapsbanden tussen
de volkeren hechten, doordat ieder volk met vol
ledig behoud van eigen fierheid op nationale
eigenschappen, de gelegenheid zal bieden aan
ieder ander volk, vanaf het witte doek te ge
tuigen van specifiek eigen schoonheid. Zo zal er
wederzijdse waardering ontstaan, die de grond
slag is van vrede en uitwisseling, van geestelijke
rijkdom, die het onbetwistbare bezit is van de
waarlijk vrije mens.
Sta mij toe, alvorens te eindigen, nogmaals tot
U mijnheer de Burgemeester van Amsterdam, het
woord te richten. Binnen zeer korte tijd zullen
de poorten van de studio hier in Amsterdam her
opend worden. Er is een groots werk te verrich
ten. Mag ik deze nieuwe onderneming met de
meeste nadruk in Uw belangstelling aanbevelen.
De leden van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
hebben niet geaarzeld een zeer groot bedrag ter
bevordering van de nationale productie ter be
schikking te stellen om te komen tot een onaf
hankelijke Nederlandse filmproductie, mogen wij
in deze op Uw steun rekenen.
Ik weet, grote problemen houden Uwe aan
dacht gevangen; er wordt een strijd gevoerd over
een luchthaven, maar in hogere regionen, dan
ooit de vogels van Plesman kunnen bereiken, ligt
de Steen der Wijzen geborgen. Moge Amster-