VAN DE LEDENRAAD
ALGEMEEN BEDRIJFSREGLEMENT
BEDRIJFSBESLUIT REIZENDE BIOSCOPEN
BEDRIJFSBESLU1T DEVIEZEN REGELING
Wijzigingen en aanvullingen van het Gewijzigd
Algemeen Bedrij f sreglement, vastgesteld in de
vergadering van de Ledenraad van de Neder-
landse Bioscoop-Bond op 24 Augustus 1948.
Artikel 3 is als volgt gewijzigd:
PERMANENTE BIOSCOPEN A,
PERMANENTE BIOSCOPEN B
EN REIZENDE BIOSCOPEN
A. Permanente bioscopen worden onderscheiden
in twee categorieën, t.w.:
a. bioscopen, waarvoor de vergunning als be
doeld in de artikelen 1 en 2 der Bioscoop
wet aan de exploitant zelf of diens gemach
tigde is verleend, welker exploitant zelf de
beschikking heeft over een tot het geven
van bioscoopvoorstellingen ingerichte zaal
met een vaste cabine met ingebouwd en
dus niet transportabel projectie-apparaat,
en waarin behoudens wanneer het be
treft een bestaande seizoenzaak regel
matig ten minste op 156 dagen per kalen
derjaar bioscoopvoorstellingen worden ge
geven, verder te noemen „Permanente Bio
scoop A";
b. bioscopen, waarvoor de vergunning, be
doeld in de artikelen 1 en 2 der Bioscoop
wet, aan de exploitant zelf of diens ge
machtigde is verleend, welker exploitant
zelf de beschikking heeft over een tot het
geven van bioscoopvoorstellingen inge
richte zaal, en waarin regelmatig ten min
ste op 31 dagen en ten hoogste op 124
dagen per kalenderjaar bioscoopvoorstel
lingen worden gegeven en die overigens
voldoen aan de te stellen voorwaarden bij
palen, dat bij verbruik van vertoningsweken voor
Nederlandse hoofdfilms, die zijn vervaardigd na
26 Augustus 1948, de verdeling als in artikel 1 van
het nieuwe Bedrij f sbesluit is aangegeven propor
tioneel zal worden toegepast. Dit betekent, dat
deze voor Nederlandse hoofdflims gebruikte ver
toningsweken naar verhouding in mindering gaan
van het Europese minimum respectievelijk van het
daarmede verband houdende Amerikaanse maxi
mum aantal vertoningsweken.
de inschrijving dezer zaken in het Bedrijfs-
register, verder te noemen „Permanente
Bioscopen B".
B. Reizende bioscopen zijn bioscopen die haar
bedrijf op ten hoogste 30 dagen per kalender
jaar uitoefenen in gemeenten, waar geen
permanente bioscoop gevestigd is; daarop zijn
tevens van toepassing de bepalingen van het
Bedrijfsbesluit in zake Reizende Bioscopen.
Nieuw artikel 4:
DISPENSATIE
Van het in de artikelen 2 en 3 aan filmver
huurkantoren en reizende bioscopen opgelegd ver
bod om bioscoopvoorstellingen te geven in gemeen
ten, waar een of meer permanente bioscopen geves
tigd zijn, is het Hoofdbestuur bevoegd dispensatie
te verlenen uit hoofde van het publiek belang voor
wat betreft het vertonen of doen vertonen van
een film, indien de verhuurder zulk een film niet
tegen redelijke condities aan een der tfer plaatse
gevestigde permanente bioscopen heeft kunnen
verhuren. Op schriftelijke aanvragen tot het ver
lenen van deze dispensatie wordt door het Hoofd
bestuur binnen zes weken na de indiening der
aanvrage beslist.
De overige artikelen van het Gewijzigd Alge
meen Bedrij f sreglement worden dienovereenkom
stig vernummerd*
Artikel 5 A (oud artikel 4) is gewijzigd als volgt:
A. Er wordt aangelegd en bijgehouden een Be-
drijfsregister, waarin wordt aangetekend wel
ke bedrijven, respectievelijk wanneer een be
drijf wordt onderscheiden in afzonderlijke be
drijfstakken, welke bedrijfstakken, alles in de
zin van Hoofdstuk I van dit Reglement, door
elk der leden worden geëxploiteerd en wie de
individueel gerechtigden zijn tot die exploita
tie, benevens voor wat betreft de Permanente
Bioscopen B, als bedoeld in artikel 3 A. b., de
voorwaarden waaronder de exploitatie daar
van geschiedt.
Artikel 6 (oud artikel 5) is als volgt gewijzigd:
A» Met het oog op de aanleg van het Bedrijfs-
register zal elk lid binnen veertien dagen,
nadat hij de daarvoor te gebruiken formulieren
van het Hoofdbestuur ontvangen heeft, aan