ISRAËL POLEN 16 invoerrechten voor wetenschappelijke en paeda- gogische films bepleit. Voorts werd een centraal filmarchief gesticht, hetgeen de Belgische regering aangeboden heeft te financieren en te beheren, en een om de drie maanden verschijnend tijd schrift, dat informaties bevat over nieuwe films en productieplannen, opgericht. Voor de finan ciering van het secretariaat, dat onder leiding staat van Jean Painlevé, te Parijs, zullen de deel nemende landen een jaarlijkse bijdrage van ten minste frs 400 moeten leveren. In aansluiting op dit congres werd van 8 tot 10 October een Internationaal Festival voor We tenschappelijke Films gehouden, waarop docu mentaire wetenschappelijke films uit vele landen werden vertoond. Overzicht van het filmbedrijf Het filmbedrijf in de nieuwe staat Israël is on der het directe toezicht gesteld van de Minister van Binnenlandse Zaken. Alle films moeten door een keuringscommissie worden beoordeeld, alvorens tot vertoning in de bioscopen te worden toegelaten. Deze commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de re gering, van het Genootschap voor Letterkundigen, van het Bureau voor de Godsdienstzaken, van de W.I.Z.O. (Women's Israëli Zionist Organiza- tion), van het Departement van Onderwijs, van de Politie, van Sociale Zaken, alsmede van het ge meentebestuur van Tel Aviv en van de Jeugd Or ganisatie. Het keurloon bedraagt voor hoofdfilms 15. voor shorts 3.75 en journaalfilms 0.25. Er zijn drie representatieve bedrijfsorganisaties: een vertegenwoordiging van de Motion Picture Association of America, de Vereniging van Onaf hankelijke Filmverhuurders en de Vereniging van Bioscoopexploitanten. De regering is van plan een adviescommissie voor filmproductie in te stellen. Omtrent de even tuele samenstelling is nog niets met zekerheid be kend, maar waarschijnlijk zullen in deze commissie zitting hebben drie bioscoopexploitanten, twee ver tegenwoordigers van de Amerikaanse verhuurders, een onafhankelijke filmverhuurder en een produ cent. Er is een niipend dollartekort en sedert de be ëindiging van het Britse mandaat is Palestina uit gesloten van het stërling-bloc. Tengevolge daar van is tot nu toe nog geen enkele invoervergun ning verstrekt voor buitenlandse films. De verhuur ders hadden evenwel voor 15 Mei, de datum waar op het Britse mandaat eindigde, haastig een aan zienlijk aantal films geïmporteerd. Ofschoon een deel daarvan, dat in de havens Jaffa en Lydda vlak voor het uitbreken der vijandelijkheden ar riveerde, werd vernietigd, schat men het aantal aanwezige nieuwe films voldoende om de biosco pen nog zes tot negen maanden open te houden. Zo heeft b.v. United Artists alleen al 45 nog uit te brengen films in voorraad. Er zijn 75 bioscopen van betekenis, waaronder 16 première-theaters. Tel Aviv heeft er acht en Haifa en Jeruzalem elk vier. Alle bioscopen zijn in het bezit van onafhankelijke exploitanten, Bo vendien beschikt bijna elke Joodse nederzetting over een 16 mm. geluidsprojector. De productie van films wordt thans met voort varendheid ter hand genomen. Men heeft daarbij evenwel te kampen met grote moeilijkheden, in hoofdzaak te wijten aan het gebrek aan filmfabrie ken. Plannen tot oprichting van een behoorlijk uit gerust laboratorium zijn reeds in een vergevorderd stadium. Studioruimte vormt niet het belangrijkste probleem, daar de klimatologische omstandigheden buitengewoon gunstig zijn voor filmopnamen. Herstel van het Poolse filmwezen Gedurende de drie jaren, welke verlopen zijn sinds de bevrijding van Polen, heeft het Poolse filmbedrijf hard gewerkt aan zijn wederopbouw uit een toestand van volslagen verwoesting, waar in het door de Duitse bezetting was achterge laten. Uit het feit, dat in Juni 1945 van een totaal aantal van ongeveer 800 bioscopen, welke voor de oorlog in Polen bestonden, er nog slechts 200 overeind stonden, kan men opmaken hoe grondig het bedrijf door de bezetter was geruïneerd. Er bestonden) geen studio's meer en er was practisch in het gehele land geen apparatuur meer te vin den. Nog erger dan deze materiaalschaarste was het tekort aan geschoold personeel, waarvan zeer velen gedurende de oorlog de dood had den gevonden. Onder deze omstandigheden is men aan de wederopbouw van het filmbedrijf begonnen. Dat deze arbeid met grote voortvarendheid werd aan gevat, mag men besluiten uit de mededeling, dat bij het begin van dit jaar reeds wederom 539 bio scopen in gebruik waren, terwijl op dat tijdstip 45 reisbioscopen opereerden. Eveneens was een complete filmstudio met bijbehorend laboratorium te Lodz gereed gekomen en een tweede bij War schau in aanbouw. De bioscooptechnische appa ratuur voor al deze objecten werd in hoofdzaak door Rusland geleverd. Men heeft nog steeds met ernstige tekorten te kampen. Zo wordt er bijv. in Polen zeer weinig onbelicht materiaal vervaardigd. Tot voor onge veer negen maanden geleden kwam practisch al het onbelichte materiaal uit Rusland, maar sinds de laatste maanden ontvangt Polen een belangrijke toewijzing van dit materiaal uit Duitschland, af komstig uit de Agfa-fabrieken te Berlijn, volgens

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 18