UITSPRAKEN COMMISSIE VAN GESCHILLEN 24 Pag. 59 Pag. 61 Pag. 61 Pag. 26 Gouda. Thalia. Schrappen: .Turfmarkt 128, tel. 2104". toevoegen: ..Kleiweg 103 tel. 2230 en Mevr. C. M. Vos- v. d. Steenhoven, leidster". Pag. 30 Heerenveen. Schouwburg Bioscoop. Schrappen: ..Croens Café- en Restau- rantbedrijven N.V.", toevoegen: ,,N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Schouwburg Gebouw". Pag. 43 Toevoegen tussen Philippine en Purme- rend: ..Posterholt (L) (Afd. Zuiden) K 4742 (district Venlo). Concordia Theater, Dorpstraat 158, Th. A. Denies, corr.-adres: Nieuwe Haven straat 97, 's'Gravenhage. Pag. 43 Roermond. Harmonie. ,,Tel. no. 2300 wijzigen in 3431". Pag. 49 Tilburg. Chicago. „Badhuisstraat 15-17 wijzigen in Koningin Julianastraat 15- 17". Pag. 53 Weesp. Bioscoop ,,De Roskam". Opge heven; alles schrappen. Toevoegen: „Bioscoop ,,City of Wesopa", Heren gracht 23, tel. 620, J. H. Otto. Terneuzen. Opgeheven; alles schrappen. Amsterdam. Actueel Film N.V. Schrap pen: ,,E. Alter, directeur". Amsterdam. Eagle-Lion. Schrappen „kantoor Herengacht 590-592, tel. 45191 31136", toevoegen: „Weteringschans 28, tel. 46888. Expeditie blijft voorlo pig in Hobbemastraat 20". Pag. 64 Amsterdam. Nederlandsche Film On derneming Visie. Schrappen: „Wete ringschans 12, tel. 31739". Corr.-adres is Zandstraat 17. tel. 36986. Pag. 69 Amsterdam. Toevoegen tussen Interna en Rex: „Reclamebureau M. Markusse, Prinsengracht 462, telefoon 33566 en 33804, M. Markusse. De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (EERSTE KAMER) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgende arbitrale vonnis gewezen in zake: R. UGES Jr., exploiterende het Apollo Theater te 's-Gra- venhage en het Luxor Theater te Leiden, wonende Thierens- kade 27 te Rijswijk (Z.H.), eiser en MOTION PICTURE EXPORT ASSOCIATION (NE- THERLANDS) INC., gevestigd te New-York en kantoor houdende Keizersgracht 698 te Amsterdam, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het Ar bitrage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting onder meer van geschil len tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiser bij request dd. 25 September 1948 een geschil contra gedaagde heeft aanhangirj gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat eiser met zijn brief dd. 28 September 1948 aan de Commissie van Geschillen heeft gezonden afschrift van zijn brief aan gedaagde dd. 15 September 1948 en van een door gedaagde aan hem gezonden brief dd. 23 September 1948, van welke stukken afschriften aan dit vonnis zijn gehecht en die beschouwd worden als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op Maandag, 11 October 1948 ten kantore van de Nederlandsche Bioscoop Bond aan de Jan Luyken- straat 2 te Amsterdam; dat aldaar verschenen zijn eiser persoonlijk en diens procu- catiehouder A. M. van Gils en voorts A. C. Childhouse, directeur van gedaagde, P. Paternotte, vertegenwoordiger van gedaagde en Mr. R. H. Dijkstra, rechtskundig raadsman van gedaagde; dat eiser verklaard heeft geen bezwaar te hebben tegen de aanwezigheid van gedaagdes rechtskundige raadsman, hoewel gedaagde verzuimd had het voorschrift van artikel 16.A. van het Arbitrage-Reglement in acht te nemen, n.1. om ten minste drie vrije dagen vóór de dag der mondelinge be handeling aan de Secretaris der Commissie van Geschillen en aan de wederpartij schriftelijk kennis te geven van haar voornemen om zich door een raadsman te doen bijstaan; dat Mr. R. H. Dijkstra namens gedaagde in hoofdzaak heeft verklaard, dat vóór 15 September 1948 tussen partijen onderhandelingen zijn gevoerd, waarbij eiser reflecteerde op zogenaamde M.G.M.-films voor Den Haag respectievelijk Leiden; dat eiser, hoewel hij slechts enkele van deze films had kunnen zien, zich in principe bereid verklaarde een aantal dezer films te huren, daarbij aanbiedende een minimum aan tal van 12 weken voor Den Haag en de vertoning van mini mum 15 films in het Luxor Theater te Leiden; dat voorts tussen partijen slechts over algemene condities is gesproken; dat namens gedaagde daarop aan eiser is medegedeeld, dat diens voorstellen als basis voor verdere onderhandelingen zou den kunnen dienen en dat aan eiser verzocht is die voorstellen nader schriftelijk te formuleren; dat echter eiser daarop in zijn tot gedaagde gerichte brief van 15 September het deed voorkomen, alsof reeds enigerlei overeenkomst zou zijn be reikt, terwijl de inhoud van hetgeen daarbij als overeen gekomen werd bevestigd, nog aanzienlijk afweek van hetgeen eiser zelf als voorstel had gedaan; dat de vertegenwoordiger van gedaagde, de heer P. Paternotte daarop onmiddellijk contact met eiser heeft gezocht met het gevolg, dat op 20 September tussen partijen ten kantore van gedaagde een bespreking is gevoerd, waarbij door de heer A. C. Child- house categorisch te verstaan is gegeven, dat van de zijde van gedaagde van enige verbintenis geen sprake was en dat ge daagde slechts op basis van vrijblijvendheid verder wenste te onderhandelen; dat gedaagde zich slechts onder dit voorbe houd bereid heeft verklaard te trachten eiser op korte termijn gelegenheid te geven de betrokken films te bezichtigen, opdat men over en weer ten spoedigste zou weten, of en in hoe verre men tot zaken zou kunnen komen; dat in de namiddag van dezelfde dag aan eiser werd medegedeeld, dat de M.G.M.-showroom te Brussel de volgende dag voor eiser beschikbaar zou zijn; dat nadien de heer Childhouse, die eerst toen een volledige vertaling van eisers brief van 15 Sep tember onder ogen kreeg, tot de conclusie kwam, dat zolang die brief niet uitdrukkelijk was teruggenomen, verder van de zijde van gedaagde niets meer ondernomen diende te worden, terwijl bovendien uit Brussel bericht werd ontvangen, dat het Parijse hoofdkantoor van M.G.M, bezwaar maakte tegen het beschikbaar stellen van de Brusselse showroom en copieën voor Nederlandse verhuuraangelegenheden; dat gedaagde des avonds laat aan eiser heeft medegedeeld, dat de vertoning in Brussel de volgende dag niet zou kunnen doorgaan; dat uit de reacties van eiser aan gedaagde bleek, dat eiser wenste vast te houden aan zijn standpunt, ingenomen met Zijn brief

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 26