10 Als de onbrandbare 35 mm.-film algemeen wordt (Kinematograpn WeeKiy) met een gloeilamp van 1000 Watt door de toepassing van het grotere beeldformaat veel betere beelden dan welke 16 mm machine met 1500 Watt gloeilamp ook. Het gedachte voor deel van de lichtgewicht-machine valt dus geheel weg. 4e.) Het verschil in geluidskwaliteit met de 35 mm film is zelfs voor leken waar te nemen. De moderne 35 mm transportabele machine met roterende filmbaan, waarvan het gewicht ten opzichte van de vroegere creaties slechts nog een fractie hiervan betekent, is zeer zeker zo goed als welke permanent opgestelde pro jector ook en men heeft bij de 35 mm nitraat- film geen last van overgevoeligheid voor vocht met de hieraan verbonden krimp en rek van de filmband. Door het rekken en krimpen wordt de geluidsband niet onbelangrijk langer of korter, hetwelk bij de reproductie van deze geluidsstrook tot de eigenaardigste, hinder lijke, geluidseffecten aanleiding geeft. 5e.) De snelheid, waarmede de 16 mm film bij projectie van 24 beeldjes per seconde de ge- luidsaftastinrichting passeert, is circa 2x/2 maal zo langzaam als dit het geval is bij de 35 mm film; dit veroorzaakt een groot gebrek aan hoge tonen. Dit legt bij spreken weinig gewicht in de schaal, doch bij muziek des te meer. 6e.) De 16 mm copie is onder bepaalde omstandig heden niet goedkoper maar duurder dan de 35 mm copie. De Amerikanen hebben ten behoeve van de troepen over zee van alle normale speelfilms gelijktijdig met de geluidsopname voor 35 mm een geluidsband voor 16 mm opgenomen. En kele studio's doen dit nog, andere niet meer. Hiermede een 16 mm copie vervaar digen is zeer eenvoudig. Het beeld wordt verkleind afgedrukt en hier naast de 16 mm geluidsband geco- pieerd. Voettitels geven natuurlijk grote moeilijkheden vanwege het zeer kleine formaat. Hoe is echter de normale gang van zaken? Wij ontvangen uit Amerika of En geland een 35 mm duplicaat nega tief, getrokken van het originele ne gatief door middel van een zoge naamd ,,blueprint" positief. Geluid en beeld dus tegelijkertijd. Hiervan een 16 mm copie te maken is niet zo eenvoudig. Het beeld kunnen wij verkleinen, echter de geluidsstrook niet. Deze moeten wij overschrijven om een dragelijk resultaat te krijgen. Dat betekent een extra geluidsnega tief met alle hieraan verbonden kosten. Het betitelen van 16 mm-films is een vraag stuk op zichzelf. Het zal echter zeker zo duur zijn als de titeling van een 35 mm-film. De copie is dus onafhankelijk van het for maat practisch zo duur als een normaal- film. Een kleine bedrijfsgroep zal deze kosten moe ten dragen, terwijl zij bij gebruikmaking van een 35 mm-film kan profiteren van de reeds aanwezige copieën. Kodak heeft een nieuwe onbrandbare drager voor 35 mm-film gevonden, het cellulose aceto bu- tyrat"-materiaal, hetwelk de goede eigenschappen heeft van de brandbare nitraatfilm en daarbij bo vendien nog onbrandbaar is (zie Offic. Orgaan no. 146). Door de Technische Commissie van de Neder- landsche Bioscoop-Bond zijn uitgebreide proe ven met dit materiaal genomen, om na te gaan, of de levensduur en houdbaarheid van dit materiaal met die van de tot nu toe toegepaste celluloid-film kunnen wedijveren. De resultaten zijn zeer bevre digend. De prijs van dit soort film is nog iets hoger dan van de gebruikelijke. De voordelen zijn echter dusdanig, dat over schakeling hierop zeer zeker gerechtvaardigd is. Als wij in de toekomst over de gehele linie op dit materiaal kunnen overgaan, is met één slag het 16 mm-probleem opgelost. De brandweerautoriteiten tonen hiervoor grote belangstelling en geen enkel bezwaar zal dan meer bestaan om met de 35 mm machine weder tussen het publiek te gaan staan. Cabinebranden, veroorzaakt door de nitraat-film, ^a-«tó)i^Wii****<«*#é»itóW^*<*<^^

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 12