I Delioerante senatuI 14 Het eerste Kamerlid: Daarom hopen wij, dat de pogingen, die schij- nen te worden ondernomen om te komen tot een eigen Nederlandse filmproductie, een goed succes mogen hebben Het tweede Kamerlid: Als het de Regering werkelijk ernst is met I een nationale filmproductie, en daaraan twijfel ik na f de mededeling van de Minister niet, is zij zonder 1 twijfel ook om deze reden genoodzaakt haar belasting- politiek te herzien. Handhaving dezer tarieven en de opbouw ener economisch verantwoorde nationale 1 filmproductie sluiten elkaar uit Het derde Kamerlid: Wat de film betreft, zou ik er bij de Minister 1 op willen aandringen, de Nederlandse film meer te f steunen, dan nu het geval is De Minister: I De geachte afgevaardigde moge ik de ver- zekering geven, dat ik de aangelegenheid verder zal f onderzoeken. Het gaat hier om een eminent belang, f want de bioscoop is in waarheid de grote avondschool 1 van het volk geworden (Handelingen der St. Generaal - zitting 48-49-11) 1 Daar tengevolge van de abnormale belastingdruk en 1 de daardoor snel dalende rentabiliteit van het Neder- 1 landse film- en bioscoopbedrijf de amortisatie van een regelmatige Nederlandse filmproductie onmogelijk is geworden, is de Stichting „Nederlandse Filmstudio" gedwongen haar poorten tegen einde April of begin 1 Mei te sluiten I i voor de filmspeler is een figuur in enkele ogenblik ken te zijn en niet te spelen. De toneelspeler is gewend zich in te spelen, de film laat dit niet toe. Hitchcock, en ook Gréville, proberen het met lange scènes om de spelers de kans te geven zich in te spelen. De eerste maakte een scène van 10 minu ten, Gréville een van 3l/2 minuut, waarbij de ca mera bijna in doorlopende beweging is een werkwijze, die van het technische personeel haast het onmogelijke vergt. Of dit juist is betwijfel ik. De modulatie der stemmen van de Engelsen in vergelijking met die van de Hollanders is de ver gelijking van de normale gesprektoon met de dia loog die over het voetlicht heen moet komen. Het zal nog heel wat geduld en oefening vergen om Nederlandse filmacteurs op te kweken. Want met alle goede wil, hun ontbreekt de routine, de mi crofoontechniek en de bewustheid dat de camera en de microfoon onbarmhartige instrumenten zijn, die elke fout, elke overdreven geste, elke nadruk kelijke intonatie, sterk vergroot weergeeft. Deze onbarmhartigheid in close up ontdekt elke thea- tralieteit, elke onechtheid. Een gelaatsuitdrukking, die het op afstand zal doen, werkt belachelijk in close up. De dialoog moet gesproken worden als in de gewone omgangstaal, maar geladen zijn van innerlijke spanning; deze spanning mag nooit uiter lijk worden. Elke tekst, ieder woord moet uit een innerlijke noodzaak voortkomen en dit kunnen de Hollanders nog niet. Ik zeg niet dat ze het niet kunnen leren. Daarom moeten we aan de ene kant mild in ons oordeel zijn, terwijl we aan de andere kant fel critisch moeten staan tegenover dezelfde Hollander. Alleen met dit begrip is het mogelijk iets te bereiken. Ook dat valt er in Duivendrecht te leren. De beweging, de plaats, de afstand en de houding is van 't grootste belang. Het samenspel van deze factoren maakt de filmspeler. Spanning zonder in spanning. Voorwaarde is natuurlijk een dialoog die daarop geschreven is, die ontstaan is uit het zelfde begrip voor deze innerlijke spanning en dat kan niet worden afgedaan met een huis-, tuin- of keukenpraatje. De zwakheden in de dialoog van deze Hol landse film zie ik dan ook zeer wel, maar ook daar is veel te vergeven, omdat dit ook geleerd moet worden in 't bedrijf. Een filmdialoog is geen litteratuur; een filmdialoog moet deze geladenheid mogelijk maken, is aanvulling van 't beeld. Geen herhaling van 't gebeurde en geen explicatie er van, maar moet tot een dramaturgisch geheel wor den gecomponeerd met het beeld. Een toneeldia loog is ten enenmale ongeschikt voor de film, omdat het toneelspel op de dialoog drijft; de film drijft op het beeld. Ik zou mijn collega's nog heel lang kunnen ver velen met mijn ervaringen. Wat ik alleen maar heb willen zeggen is; er valt voor ons nog veel te leren. SPREEKUUR VAN DE VOORZITTER DER CENTRALE COMMISSIE De Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, de heer H. F. J. M. A. von Frijtag Drabbe heeft medegedeeld, dat hij met ingang van Zaterdag 5 Maart elke Zaterdag van 1012 uur spreekuur zal houden in het gebouw van de Centrale Commissie, Joan van Hoornstraat no. 1 te 's-Gravenhage. Ten einde te voorkomen dat het aantal be zoekers te groot zou kunnen zijn met het oog op de beschikbare tijdsruimte en rekening te kunnen houden met het Zaterdagse Keurings programma, dient het bezoek van te voren schrif telijk of telefonisch te worden aangekondigd. In dringende gevallen kan van het spreekuur worden ofgeweken en kan in overleg met de Voorzitter een ander tijdstip worden bepaald. ||lllllMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||[|||||||||||||||||||||||||||||||||!umitt 111 lllllI I EE QIMIMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIUMIIIIHI||||||||imit|[""l

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 16