MET DDDDD D D DDDDDDD D D D D D D D D D D D DJD D D D D D D U g D D D D D D D D D D D DÜDDD D D U U U ONDER deze titel verschenen in De Til- burgse Courant enige artikelen, die hei duidelijk bewijs leveren, dat ook de Pers in het Zuiden des lands een open oog heeft voor de funestegevolgen van de cultuurpolitiek" onzer Overheid ten aanzien van de film, inzonderheid de Nederlandse film. „Wij willen de lezer deze keer eens spreken over de vermakelijkheidsbelasting, die enige maanden geleden het bioscoopbedrijf in beroering bracht en momenteel een gevaar dreigt te gaan worden voor alles wat verband houdt met de goede film, inclusief geestelijke volksgezondheid, zowel op moreel als aesthetisch terrein" schrijft de filmcriticus Jules Huf Jr. in De Tilburgse Courant van 5 Februari j.1. ,,De vermakelijk heidsbelasting dwarsboomt in de eerste plaats al die exploitanten, die er een eer in stellen het publiek op fatsoenlijke films te onthalen. Zulke theaters dreven doorgaans niet op grote finan ciële successen, doch zagen kans de zaken tot nog toe gaande te houden. Momenteel is het echter zo, dat, enerzijds, een groot deel der ex ploitanten zich alleen maar bezinnen op die films, die enige zekerheid geven omtrent een vette week, en, anderzijds, een bepaalde groep respectabele eigenaars zich gedwongen zien hun verzorgde programma's bij stukjes en beetjes prijs te geven, zulks ten koste van een eenmaal ingenomen standpunt, en met voorbijzien van hun met moeite gecreëerd publiek, dat gewend was goede films te bewonderen. Treft dit in het algemeen iedere voortreffelijke buitenlandse film, meer in het bijzonder raakt het de Nederlandse film, die bezig is haar activi teiten uit te breiden. Men mag er uiteraard geen bezwaar tegen hebben, dat het bioscoopbedrijf mede een deel van 's lands geweldige lasten voor haar rekening neemt, doch men dient er bij het nemen van noodmaatregels als nu het geval is voor te waken, dat de interne behoeften en be langen niet in het gedrang komen. En dat blijkt na enige maanden praktijk noch tans het geval. Om nog even bij de Nederlandse film te blijven. Het afzetgebied voor onze Vaderlandse pro ducten is uitermate klein. Rekent men daarbij al die andere omstandigheden die verhinderen dat zo'n Nederlandse productie door iedereen gezien wordt, dan blijft er niet veel over, en kan het opvoeren van het belastingcijfer, als nu aan de orde is, voldoende zijn, om alle bedrijvigheid en hoop op dit gebied de nek om te draaien. Wij zouden daarom willen pleiten voor een vrijbrief voor de Nederlandse film, zowel de goede als de minder goede» De superieure films kunnen slechts geboren worden uit een hoop experimen ten en blunders, en die moeten op hun beurt gemaakt worden, vrij van enige dreiging van buiten in de vorm van belasting, die er slechts is om geld te vergaren» Dat kan rustig gebeuren bij de ontelbare prullen, die het Nederlandse volk geen stap verder helpen, doch men moet onderscheid kunnen maken tussen dit soort cel luloid en de ernstige films, die hoe langer hoe meer terrein winnen en in steeds groter aantal verschijnen." Discussies in de TilDurgse Gemeenteraad Van de hand van dezelfde schrijver verscheen in genoemd dagblad van Zaterdag 19 Februari j.1. onderstaande beschouwing naar aanleiding van de afwijzende beschikking van de Raad der gemeente Tilburg op een adres van de plaatse lijke bioscoopexploitanten: Onder de' reacties op ons artikel ,,Film met belasting" van 5 Febr. bereikte ons een verslag over een voor enkele weken gehouden gemeen teraadszitting, waar de kwestie der vermakelijk heidsbelasting met betrekking tot de film aan de orde was gebracht door een briefschrijver, die de Raad om enkele faciliteiten verzocht aan gaande zuiver culturele films, en in het bijzonder de Nederlandse film. Het verslag is helaas te lang om hier in zijn geheel af te drukken, doch in het kort komt het er op neer, dat men van ge meentewege geen behoefte gevoelt af te wijken van reeds eerder genomen besluiten aangaande z.g. belastingsfaciliteiten inzake culturele films etc, waarbij als motief naar voren wordt gescho ven, dat de verlaging van belasting op bioscoop- voorstellingen niet in de eerste plaats aan het pu bliek t^n goede komt, doch dat het profijt in hoofdzaak weggaat aan de filmverhuurkantoren en ondernemers. Vlak daarop volgt dan als ver dere verklaring, dat met het scheppen van belas tingfaciliteiten niet wordt bereikt dat bepaalde culturele goederen ook voor de brede lagen der bevolking beter bereikbaar worden, doch dtat BELASTING

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 5