GEWIJZIGD ALGEMEEN BEDRIJFSREGLEMENT INZENDING RECETTE-STATEN 8 Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehou den vergaderingen besloten toestemming te ver lenen als bedoeld in het Gewijzigd Algemeen Be drij f sreglement, aan: de N.V. Gofilex te Leiden, tot het gaan exploi teren van een permanente bioscoop-B in zaal „De Beurs" te Fijnaart, zulks onder meer op de con ditie, dat de bioscoop niet mag worden geëxploi teerd zolang de vermakelijkheidsbelasting aldaar hoger is dan 20/120 van de bruto-recette; Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehou den vergaderingen besloten afwijzend te beschik ken op de volgende aanvragen om toestemming als bedoeld in het Gewijzigd Algemeen Bedrijfsregle- ment, ingediend door: Mevrouw de Weduwe B. Chermoek-Lifschutz te Rotterdam, tot het gaan exploiteren van een nood- bioscoop in gebouw ,,Metropole" aan de Kruiskade te Rotterdam; G. H. J, Gademan en W. Besenbruch te Elten, tot het gaan exploiteren van een permanente bio scoop-B in zaal ,,Berliner Hof" aldaar; de heer A. Linthout te Nieuw Heivoet, tot het gaan exploiteren van een permanente bioscoop-B in zaal „De Man" te Oostvoorne. De Ledenraad heeft in zijn vergadering van 28 Juni j.1. enige hoger beroepen behandeld, ex art. 6 E van het Algemeen Bedrijfsreglement van 24 Augustus 1948 ingesteld, door: de heer M. J. W. Peters te Venlo tegen de be slissing van het Hoofdbestuur, waarbij hem toe stemming werd verleend tot het gaan exploiteren van een noodexploitatie in het pand Vleesstraat nr. 47 te Venlo, ter vervanging van het verwoeste Rembrandt Theater, echter met de conditie, dat de inschrijving vervalt, zodra het Rembrandt Theater is opgebouwd en voor de voortzetting van de zoge naamde Filmac-voorstellingen, welke vroeger wer den gegeven in een tweede zaal van het gebouw, waarin het Scala Theater is gevestigd, toestemming zal moeten worden gevraagd aan de Commissie Nieuwe Zaken; de Mij. Tuschinski N.V. te Amsterdam, tegen de beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij werd geweigerd het Nöggerath Theater in de Reguliers- breestraat te Amsterdam, hetwelk tot dan toe werd geëxploiteerd door de C.V. Rema, ten name van de N.V. Tuschinski in het Bedrijfsregister in te schrijven. Beschikkende op deze hoger beroepen heeft de Ledenraad besloten de beslissingen van het Hoofd bestuur te bevestigen. De Commissie Nieuwe Zaken heeft in haar zit ting van 8 Juni 1949 besloten toestemming als be doeld in vorengenoemd reglement te weigeren aan: De Firma Gebrs. Veenhuizen te Hengelo, tot het gaan exploiteren van een permanente bioscoop-A in gebouw „Lumière" te Steenwijk, in welk gebouw voorheen geregeld reisbioscoopvoorstellingen wer den gegeven door de heer Joh. Miedema. Er zijn vele leden-exploitanten, die telkens met de tijdige inzending van de gespecificeerde re cette-opgave (recette-staat), als bedoeld in arti kel 9 van de Algemene Voorwaarden van Ver huur en Huur van Films, in gebreke blijven. Allerlei moeilijkheden zijn daarvan het gevolg, zoals: achterstand in de betaling van filmhuur en de Bondscontributie, vertraging bij de filmver huurders in het samenstellen van de licentie afrekeningen, vertraging bij het samenstellen van de gegevens, die voor de deviezenadministratie op het Bondsbureau vereist zijn, met als voor naamste gevolg vertraging in de vaststelling der deviezentoewijzingen, enz. Derhalve vestigen wij de aandacht van de leden op het bepaalde in artikel 9 van de Algemene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films, behelzende: a. wanneer de auteursprijs is bedongen als aan deel in de opbrengst, zal uiterlijk op de Maan dag volgende op elke vertoningsweek, waarin de film is vertoond, een door de huurder ge tekende gespecificeerde opgave van de op brengst in het bezit van de verhuurder moe ten zijn; b. het aan de verhuurder toekomende aandeel over die week (de auteursprijs) zal uiterlijk op de Dinsdag, volgende op de voorzegde Maandag, in het bezit van de verhuurder moe ten zijn. Wij dringen er bij de leden op aan, het goede gebruik om deze voorschriften nauwkeurig in acht te nemen te herstellen en door tijdige inzending van afrekenstaten en betaling van filmhuur de goede orde in het Nederlandse film- en bioscoop bedrijf te waarborgen. Dat is uiteraard ook van toepassing op de film verhuurder voor wat betreft de tijdige toezen ding van de licentie-afrekeningen aan het Bonds bureau, aangezien door vertraagde toezending van deze stukken de belangen der gezamenlijke leden geschaad worden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 10