EEN UNIEKE INSTELLING 11 Doel HET British Film Institute is een unieke instelling, ofschoon er elders ook insti tuten en organisaties gevonden worden, welke onderscheidene van zijn functies uitoefenen en geheel of gedeeltelijk de zelfde doelstellingen nastreven, zoals de Stichting Nederlands Filminstituut in ons land. In 1929 werd op initiatief van het British In stitute of Adult Education een conferentie gehou den, welke resulteerde in de instelling van de Commission on Educational and Cultural Films. Deze commissie publiceerde in Mei 1932 een rap port „The Film in National Life", waarin in hoofdzaak werd aanbevolen de vestiging van een filminstituut, dat over voldoende fondsen zou die nen te beschikken en vrij zou zijn in zijn hande lingen ten einde het in staat te stellen de onder scheidene toepassingen van het filmmedium als een bijdrage tot het nationale welzijn te bevorderen. Belangstellende leden van genoemde commissie belastten zich met de oprichting van het British Film Institute, hetwelk in 1933 van het Ministerie van Handel rechtspersoonlijkheid verkreeg. Bestuur Tot November 1948 werd het Institute bestuurd door een Raad van Beheer van 9 leden, die een Voorzitter kozen, welke keuze onderworpen was aan de goedkeuring van de Voorzitter van de Mi nisterraad. Drie leden van deze Raad van Beheer vertegenwoordigden het filmbedrijf en werden rechtstreeks benoemd door de British Filmprodu- cers' Association (waarin alle filmproducenten zijn georganiseerd), de Kinematograph Renters' So ciety (de organisatie der filmimporteurs en ver huurders) en de Cinematograph Exhibitors' As sociation (de organisatie der bioscoopexploitan tanten); drie leden vertegenwoordigden het on wijs en werden resp. benoemd door de Associa tion of Education Committees, de Royal Society of Teachers en het British Institute of Adult Edu cation; de overige drie leden werden benoemd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Ministerie van Handel en het Scottish Office. In het zogenaamde Radcliffe-rapport, een ver slag inzake de huidige en toekomstige werkzaam heid van het Institute, dat in April 1948 aan het Parlement is voorgelegd, werd geadviseerd, dat de leden van de Raad van Beheer door de Voor zitter van de Ministerraad individueel zouden wor den benoemd, waarbij rekening diende te worden gehouden zowel met instellingen, waarmede het in relatie staat als met het filmbedrijf. De regering heeft dit advies opgevolgd. In No vember 1948 werd een nieuwe Raad van Beheer benoemd, nu bestaande uit veertien in plaats van negen leden, waarin behalve de vertegenwoordi gers uit het professionele filmbedrijf in hoofdzaak zittinq hebben representatieve figuren uit onder wijs- en perskringen, alsmede uit enige adviesli chamen voor documentaire filmproductie. Zowel individuele- als rechtspersonen kunnen het lidmaatschap van het Institute verwerven. .Op 30 Juni 194B bedroeg het ledenaantal 69 rechts personen en 2007 individuele leden. Gedurende het jaar, dat op deze datum eindigde, werden 386 leden afgeschreven en 497 nieuwe toegelaten. Het British Film Institute werd opgericht met het doel ,,het gebruik en de ontwikkeling van de film als een middel tot ontspanning en onderrich ting aan te moedigen en, voorzover hiermede niet in strijd, de navolgende ondergeschikte objecten: Op te treden als een informatiecentrum in zake alle aangelegenheden verband houdende met de productie, exploitatie en verhuur van films (in het bijzonder van paedagogische en culturele films) in het binnen- en buitenland; De openbare mening te beinvloeden, opdat zij zich bewust worde van de waarde van de film als ontspanning en onderrichting; Opvoedkundige instellingen en andere or ganisaties en personen van advies te dienen wat betreft leveranciers en leveringsvoorwaar den, aard der films en apparaturen, alsmede de omstandigheden van productie, verhuur en exploitatie; Op te treden als verbindingsinstituut tussen het bedrijf (producenten, verhuurders en ex ploitanten) en culturele en paedagogische be langen; Onderzoek naar de onderscheidene vormen van gebruik van de film en naar de daarme de samenwerkende beeld- en geluidappara- tuur te bevorderen en in te stellen; Te vestigen en in stand te houden een na tionale bewaarplaats van films van permanen te waarde; Te verzamelen en bij te houden een be schrijvende en critische catalogus van films van paedagogische en culturele waarde; Het BRITISH FILM IN5TITUTE

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1949 | | pagina 13