VAN DE LEDENRAAD
13
BEDRIJFSBESLUIT DEVIEZEN REGELING
BEDRIJFSBESLUIT PROJECT IE RECLAMEVERPACHTING
BEDRIJFSREGLEMENT OP DE TELEVISIE
VERBOD TOT VERTONING VAN BEPAALDE
DUITSE EN OOSTENRIJKSE FILMS
IN zijn vergadering van 13 December j.1. heeft
de Ledenraad verschillende belangrijke voor
stellen van het Hoofdbestuur, die tevoren ter
kennis van alle leden waren gebracht, behan
deld.
Van direct belang was daarbij vooral het voor
stel in zake de prolongatie van het Bedrijfsbe-
sluit Deviezenregeling. Overeenkomstig het voor
stel van het hoofdbestuur heeft de Ledenraad be
sloten, dat de leden-exploitanten gehouden zijn
in het jaar 1950 gedurende ten minste 12 weken
hoofdfilms te vertonen, die niet zijn vervaardigd
in de Verenigde Staten van Noord-Amerika en
waarvoor geen dollars betaald worden respectie
velijk geen dollarschuld ontstaat.
Overeenkomstig het Hoofdbestuursvoorste]
heeft de Raad een verbod aan de leden uitgevaar
digd om films, vervaardigd in Duitsland in het
tijdvak van 28 Februari 1933 tot 5 Mei 1945,
en films vervaardigd in Oostenrijk in de periode
van 12 Maart 1938 tot 5 Mei 1945 te verhuren
en/of te vertonen, tenzij door het Hoofdbestuur
in speciale gevallen dispensatie van dit verbod
wordt verleend.
Uitvoerig is in de vergadering van de Leden
raad van gedachten gewisseld over de te nemen
maatregelen tot bescherming van de algemene be
langen van het Nederlandse film- en bioscoopbe
drijf tegen het geven van het gebruik van films
vcor televisiedoeleinden. Het door het Hoofdbe
stuur voorgestelde Bedrijfsreglement op de tele
visie is goedgekeurd onder toevoeging van een be
paling, dat al datgene, wat in het reglement be
trekking heeft op televisie-uitzendingen in het
buitenland, pas na het tot stand komen van een
internationale regeling op dit terrein van kracht
zal worden. Bovendien is bepaald, dat het nieu
we Bedrijfsreglement op een nader door het
Hoofdbestuur te bepalen datum in werking zal
treden.
Voorts heeft de Ledenraad zijn goedkeuring ge
hecht aan het door het Hoofdbestuur voorgestelde
Bedrij f sbesluit in zake projectiereclame-verpach(-
ring.
Ten slotte heeft de Raad in beroep een beslis
sing van het Hoofdbestuur, waarbij aan een der
leden de straf van waarschuwing als bedoeld in
artikel 15 der Statuten is opgelegd, bevestigd.
BEDRIJFSBESLUIT INZAKE PROJECTIE-
RECLAMEVERPACHTING
De Ledenraad van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond,
OVERWEGENDE:
dat blijkens de gewijzigde Statuten van de Ne
derlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-
Exploitanten, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
d.d. 9 Juli 1947 no. 28, de besRssing over de
toelating van nieuwe leden tot deze vereniging is
toevertrouwd aan speciale organen, zijnde de
Nieuwe Ledencommissie en de Beroepcommissie
Nieuwe Leden, samengesteld voor de helft uit le
den benoemd door het Hoofdbestuur van de Ne
derlandsche Bioscoop-Bond en voor de andere
helft uit leden benoemd door het Bestuur der Ver
eeniging alsmede uit neutrale Voorzitters benoemd
in gemeenschappelijk overleg tussen deze beide
colleges;
dat derhalve de belangen der leden van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, voor zover die bij
de stichting van nieuwe bioscoopreclame-onderne
mingen en derzelver toelating tot het lidmaatschap
van voormelde Vereeniging betrokken zijn, zijn
beschermd;
dat het mede ter bevordering van de goede sa
menwerking tussen de leden van de Nederland
sche Bioscoop-Bond en de leden van de Vereeni
ging van Bioscoopreclame-Exploitanten gewenst
is, dat het doen van zaken, de projectiereclame
betreffende, alleen plaats vindt tussen de leden
van de Bond en de leden van de Vereeniging;
GEZIEN:
de artikelen 2, 28 en 31 der Statuten;
STELT VAST:
het volgende BEDRIJFSBESLUIT IN ZAKE
PROJECTIERECLAMEVERPACHu
TING:
Overeenkomsten tot het verpachten en pachten
van het recht om reclameprojectieplaten en/of re
clamefilms te vertonen worden door de leden, die
permanente en/of reizende bioscopen exploiteren,
uitsluitend aangegaan met leden van de Neder-
esluiten