organen naast het centrale rijkskeuringsorgaan. Dientengevolge zal het laatste woord liggen bij het nakeuringsorgaan, zal menig importeur, op ziende tegen de hoge kosten aan het keuren en herkeuren verbonden, zich vergewissen bij de na keuring omtrent de uitslag daar, alvorens zich aan de rijkskeuring te onderwerpen, zullen belangrijke minderheden, toevallig wonend in een gemeente met nakeuring, films, die elders wel worden ver toond, in haar gemeenten niet kunnen zien ofwel zullen zij haar te zien krijgen met andere leeftijds grenzen of in andere samenstelling. Vooral het coupurerecht kan heel wat verwar ring stichten. Immers, een door de nakeuring ge coupeerde film zal niet in de bioscopen mogen lopen, die niet onder de jurisdictie vallen van de nakeuring. Hij die zulk een film dan vertoont is strafbaar! Hij die het omgekeerde doet is even eens strafbaar. Bij de duizenden copieën, die voortdurend door het land rouleren, zijn echter vergissingen niet te voorkomen. Wanneer men zich daarbij centrale nakeuringsorganen volgens verschillende confes sies indenkt, kan men zich een vage voorstelling vormen van de chaos, welke het huidige ontwerp te voorschijn gaat roepen. Het bedrijf gaat hier door in de grootste moeilijkheden komen, omdat de verplichtingen bijna onuitvoerbaar worden en ook de filmliefhebber zal er niet meer wegwijs uit kunnen worden. Bovendien betreft deze nakeuring zowel de titels als de teksten en het reclame- 3 Ocl. 1944. Het bombardement van Walcheren. De molen achter de dijk beeft een voltreffer gekregen. De ailgang is ge blokkeerd. De overlevenden zitten in een val, Uit de nieuwe film tf om Polygoon-Prtyfiltt: „DE Dl/K IS DICHT" materiaal. Alleen al deze toevoeging plaatst de filmverhuurders voor schier onoverkomenlijke technische moeilijkheden. De keuring van titels en teksten is niet los te maken van het coupure- recht. Alles bijeen genomen komt het ons voor dat met de aanvaarding van dit ontwerp brokken worden gemaakt. Men kent in zijn bemoeiingen geen grenzen meer en voert ze op tot het absurde. Men miskent het verantwoordelijkheidsbesef van hen, die films vertonen en doen vertonen, van de ouders bovendien en onderschat de critische zin van de bezoekers. Wij zijn van mening, dat ieder, die zich met iedereen en alles wil bemoeien in ons land wet telijk genomen in een eldorado leeft. Zo kun nen wij b.v. bogen op de duurste en scherp ste filmkeuring. Op een ogenblik echter, dat wij de Universele Verklaring van de Rech ten van de Mens hebben ondertekend, dat wij een Nederlandse delegatie in een UNO- commissie, o.m. belast met het onderzoek naar de vrijheid van voorlichting, horen verklaren dat, zo men beperking noodzakelijk acht, men wenst, dat door de wetgever c.q. de administratie slechts een minimum van beperkende bepalingen in het leven wordt geroepen en dat niet de overheid maar een onafhankelijke rechter in het kader van de natio nale jurisdictie moet nagaan, of de vrijheid mis bruikt wordt 1op een ogenblik, dat de film een belangrijk groeiproces achter de rug heeft en vol gens de normen der wet werkt, het buitenland zijn toezicht, dank zij een groeiende filmminded- ness liberaliseert, komen wij met een wet, waar aan geen behoefte bestond en die wellicht voor jaren de gekooide geestesuiting van de film ach ter dubbele tralies zet ten detri mente van de filmcultuur en allen die haar liefhebben. Niet het minst ook voor hen, wier beroep het is haar te vervaardigen en in vertoning te brengen. Heeft men zich bovendien wel gerealiseerd, dat de voortschrij dende technische ontwikkeling de wet reeds bij haar verschijnen heeft achterhaald? Het televisie scherm kent immers niet de res tricties van het witte doek. Krijgt de televisie dezelfde wettelijke be perkingen als de film, beperkin-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1950 | | pagina 6