REDE VAN DE VOORZITTER
Centrale Commissie voor de Filmkeuring
VAN DE
ONDER grote belangstelling heeft de
Centrale Commissie voor de Filmkeu
ring op Dinsdag 12 Juni j.1, haar jaar
lijkse algemene vergadering gehouden in
de studio van de Stichting Nederlandse
Filmstudio te Duivendrecht.
Deze vergadering werd door de Voorzitter der
Commissie, Mr. D. Bijdendijk, ingeleid met.een
rede, welke wij hier in extenso laten volgen.
,,René Descartes geboren in 1596 te La Haye
in het departement Indre-et Loire, door Amster
dam posthuum gehuldigd door het „Maison Des
cartes", wordt algemeen als een der mensen be
schouwd die het meest hebben bijgedragen tot het
aanzien dat het huidige tijdperk heeft verkregen.
Daarmede bedoelt men vanzelfsprekend niet de
staatkundige of politieke ontwikkeling.
De reden dat deze geniale denker, nadat hij via
de legers van Prins Maurits Nederland had leren
kennen, in ons land is gaan wonen en na een kort
verblijf te Franeker, bijna zes jaren van zijn leven
in de Kalverstraat en de Westermarkt te Amster
dam heeft doorgebracht, is gelegen in het feit dat
hij voor bepaalde deugden van ons volk bijzon
dere waardering had.
Tijdens zijn verblijf in Nederland schreef hij
eens: „L'optique est la science des miracles", en al
heeft hij Lumière's uitvinding niet kunnen voor
zien, hij schijnt een voorgevoel te hebben gehad,
welke wonderen de optiek zou kunnen voort
brengen.
Descartes noemde de Nederlanders ,,un grand
peuple" en tekende hen als: „plus soigneux de
leurs propres affaires que curieux de celles
d'autrui", en die eigenschap van zorg voor zijn be
langen is tot op de huidige dag een kenmerkende
trek van ons volk gebleven.
Wij vinden die neiging om met zorg te werk
te gaan ook thans nog bij ons volk terug en spe
ciaal in de bijzondere aandacht aan het vraagstuk
van de film, die de laatste 25 jaren zulk een voor
name plaats is gaan innemen in de samenleving,
gewijd.
Ieder menselijke instelling is uit de aard der-
zaak onvolmaakt en evenmin als de Rechtspraak
zonder gebreken kan zijn, evenmin kan de Film
keuring bogen op feilloosheid.
De huidige samenleving kent op ieder gebied
een, vooral door de snelheid waarmede het proces
zich voltrekt, haast ontstellende evolutie, een drang
om hetgeen sinds eeuwen moeizaam werd ver
kregen telkens te vernieuwen of te veranderen. Dit
is een acuut verschijnsel dat over de ganse wereld
waarneembaar is. Het treedt ook naar voren in de
zucht om bepaalde begrippen met nieuwe woor
den aan te duiden. Het is overigens niet nieuw,
want een analoog phenomeen deed zich reeds voor
tijdens de Franse revolutie toen kellners en huis
knechten de benaming van „citoyens officieux"
opeisten. De Franse lommerd, sinds eeuwen „Mont
de Piété" genaamd werd onlangs herdoopt met de
plechtige titel „Crédit Municipal".
Een dienstmeisje in ons vaderland, voor zover
nog te vinden, noemt zich assistente in de huis-
houdig en wie zou een politie-agent nog „diender"
durven noemen? Ik wil geenszins betogen dat ik iets
tegen deze naamsveranderingen heb in te brengen,
ik noem ze slechts als psychologisch verschijnsel.
Ik wil voornamelijk wijzen op de gevaarlijke
zijde van de macht van het woord en releveren dat
het soms voldoende is door een doelmatige keuze
des woords de meest hatelijke zaken te doen
accepteren.
Een frappant voorbeeld hiervan levert de ge
schiedenis der Franse Revolutie toen onder de
woorden „Vrijheid, gelijkheid en broederschap"
een Revolutionaire Rechtbank werd ingesteld,
waarbij vergeleken de Inquisitie slechts kinderspel
kan worden genoemd.
De kunst van het regeren evenals die der advo
caten hangt vooral sinds het einde van de acht
tiende eeuw voor een groot deel ten nauwste
samen met de vaardigheid zich van het juiste woord
te bedienen.
Zo heeft zelfs een zelfde woord bij verschil
lende volkeren een geheel verschillende betekenis.
Vooral bij de Latijnse volkeren, doch ook in En
geland, heeft de democratie de betekenis dat de
Staat moet zijn aangewezen om hoe langer hoe
meer het bedrijfs- en zakenleven te centraliseren
en te monopoliseren, bij de Amerikanen betekent
democratie heel iets anders, en wel zo veel mo
gelijk de individuele praestaties op ieder gebied
vrij te laten en gescheiden te houden van iedere
Staatsbemoeienis. Zelfs ten aanzien va:n het onder
wijs verschilt het Amerikaanse beginsel van demo
cratie van het Europese.