INTERNATIONALE BIJEENKOMST VAN FILMPRODUCENTEN DE Internationale Federatie van Vereni gingen van Filmproducenten (Fédéra- tion Internationale des Associations de Producteurs de Films) heeft van 4 7 September te Venetië een druk be zochte algemene vergadering gehouden, waarop de Nederlandsche Bioscoop-Bond, die tot het lid maatschap der Federatie is toegetreden, vertegen woordigd was door zijn Voorzitter, de heer M. P. M. Vermin, de heer C. S. Roem en de Bonds directeur, de heer J. G. J. Bosman. De belangrijkste gebeurtenis op deze vergade ring was wel de toetreding van de Motion Picture Association of America, waarbij alle grote pro ductiemaatschappijen in de Verenigde Staten zijn aangesloten. Met voldoening kon daarom tijdens de vergadering worden vastgesteld dat de Fede ratie thans bijna de gehele filmproductie van de vrije wereld vertegenwoordigt, namelijk de ver enigingen van producenten van ruim twintig lan den, welke geheel West-Europa, Noord- en Zuid- Amerika en het Midden-Oosten omvatten. De leden dezer verenigingen zijn verantwoordelijk voor een totale jaarlijkse productie van meer dan duizend hoofdfilms, welker distributie zich over de gehele wereld uitstrekt. Met algemene stemmen werd Dr. Renato Gua- lino tot voorzitter der Federatie herkozen, terwijl besloten werd dat het permanent bureau defini tief te Rome zal blijven gevestigd. Een der eerste onderwerpen, welke aan de orde werden gesteld, was het huidige belasting systeem, waarbij aan de film uitzonderlijk zware lasten worden opgelegd. Na een uitvoerige uiteenzetting van Dr. Gualino nam de algemene vergadering een motie aan, waarin de nadruk werd gelegd op de immorele wijze van belasting heffing op filmvoorstellingen, waarbij belasting wordt geheven op de bruto-inkomsten en niet op de winst, zoals volgens de moderne belastingsy stemen nu algemeen gebruikelijk is. Dit verschil kan leiden en dit is de immoraliteit waarop de aandacht gevestigd wordt tot het opleggen van belasting op verliezen of in ieder geval op niet geamortiseerde productiekosten. De motie beklemtoont verder de ongerechtvaardigde wan verhouding tussen het belastingpercentage voor de filmindustrie en dat voor andere industriële ondernemingen. Naar aanleiding hiervan besloot de vergade ring tot een actie, die door alle aangesloten ver enigingen gezamenlijk zal worden gevoerd, om in ieder geval tot een normale economische toe stand voor de filmindustrie te geraken. Een tweede agendapunt betrof het euvel van het stijgend aantal internationale film festivals. De vergadering kwam tot volko men overeenstemming over de wenselijkheid dat er ieder jaar slechts één enkele internationale ma nifestatie georganiseerd wordt, die het karakter draagt van een competitie. Met het oog evenwel op de traditie en de vaste organisatie van de ma nifestaties te Venetië en Cannes en het feit dat deze manifestaties georganiseerd zijn door de respectieve regeringen, besloot de vergadering deze beide festivals officieel te erkennen voor het komende jaar en het permanente bureau der Fe deratie opdracht te geven de aangesloten vereni gingen van Frankrijk en Italië er toe te brengen om zich in verbinding te stellen met haar rege ringen, om haar standpunt in dit ingewikkelde probleem te leren kennen. Bovendien nam de algemene vergadering het besluit om er bij de aan gesloten verenigingen op aan te dringen om zoveel mogelijk haar medewerking te verlenen aan de cinematografische manifestaties die, in overeen stemming met de besluiten van de vergadering, niet het karakter van een competitie dragen. In het kader van dit besluit, ingegeven door het principe om zoveel mogelijk propaganda te maken ten gunste van filmvoorstellingen, is het festival, dat door de stad Berlijn was georganiseerd, bij zonder aanbevolen. In de vergadering werd ook naar voren ge bracht dat dikwijls journalisten, leden van de jury, hun ambtelijke opdracht vervullen in strijd met de verplichting die de leden van een jury hebben om zichzelf absolute geheimhouding op te leggen tot aan de publicatie van de beslissingen door de jury zelf. De schending van dit principe werd met groot leedwezen door de ver gadering geconstateerd, welke besloten heeft de manifestaties, die geen volledige waarborg geven dat zulke incidenten zich niet zullen herhalen, in de toekomst niet te erkennen. In de vergadering werd er ook op gewezen, dat het niet wenselijk is dat de films op festivals eer der voor de pers worden gedraaid dan voor het publiek, waarvoor zij bestemd zijn. Daarom werd het besluit genomen de officiële erkenning van de Federatie te weigeren aan manifestaties, die ook in dit opzicht geen waarborg geven.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 10