15
grip producent, vooral in kringen, die wel
eens wat te maken hebben met het toneel en maar
heel weinig weten van het filmbedrijf. Tegenwoor
dig weet men wel, dat een producent een hard
werkend man is, die zijn carrière in de regel be
gonnen is als een klein radertje ergens in het grote
werk der filmvervaardiging en later, na een belang
rijke functie als filmauteur, regisseur, camera-regis
seur of montageleider vervuld te hebben, zelf de
leiding in handen nam; men denke slechts aan na
men als Sidney Box, Launder en Gilliat, Powell
en Pressburger, Cavalcanti, Louis de Rochemont,
de gebroeders Boulting, Frank Capra, Julien Duvi-
vier enz. enz. En al wijst de ambitie van de be
langrijkste lilmmakers om als producent op te tre
den op zichzelf reeds op de betekenis van diens
taak, Schary en Palmer laten ons nog eens duidelijk
zien hoezeer hij ingrijpt in het wordingsproces van
de film.
Ongetwijfeld zal dit boek aan velen, die film
voorstellingen bezoeken, die op enige wijze betrok
ken zijmi bij de vervaardiging, verhuur of exploitatie
van films of wel zich uit anderen hoofde voor de
film interesseren, een nieuw inzicht geven in de
geest en de techniek v3n het vak en de kunst van
het filmmaken.
De „Courier", Unesco's maandelijks tijdschrift
over de ontwikkeling op het gebied van opvoeding,
wetenschap en cultuur over de gehele wereld,
kwam in September met een speciale uitgave, die
geheel gewijd was aan de film, inzonderheid met
betrekking tot de rol welke zij speelt bij de bevor
dering van een internationale verstandhouding.
Deskundigen uit de voornaamste filmproduce-
rende landen discuteren over de sterke en de zwak
ke zijden van de filmindustrie, zowel als over haar
aspiraties. Met nadruk wijzen zij er op, dat een
beter begrip tussen de volkeren kan worden ge
kweekt door de uitvoer van films, die een weergave
zijn van het leven in het land waar zij ontstonden.
Ter inleiding schrijft Ross McLean, hoofd van
de Afdeling Films en Visuele Voorlichting van de
Unesco, dat de studie van de film ais middel ter
bevordering van een wederzijds begrip in feite een
facet is van ons hunkeren naar eensgezindheid in
een gefolterde wereld. Hij betoogt dat de film daar
bij niet af dient tewijkenvanhaar
functie om ontspanning te brengen,
maar spoort auteurs en producenten aan om te
trachten datgene te overbruggen, wat de volkeren
gescheiden houdt.
Dillys Powell van de London Sunday Times
schrijft het succes, dat sommige Britse films in het
buitenland hadden, voor een groot deel toe aan het
feit, dat zij het Britse volk laten zien, zoals het
werkelijk is. Luigi Chiarini is evenzo van oordeel
dat Italiaanse films van zuiver locaal karakter
overal worden aanvaard, indien zij de werkelijke
mens, in zijn vreugde en verdriet, weergeven.
De Britse producent Sir Michael Balcon wijst er
op, dat de speelfilm de „documentaire traditie"
heeft overgenomen en spoort alle filmmakers aan
om de „moeilijkheden en vreugden te kennen, die
het materiaal zijn van het leven van alledag, opdat
zij het m de film kunnen herscheppen". Hij acht
het het grote voordeel van de speel
film, dat zij van nature alle problemen in termen
van individuele menselijke waarden moet behan
delen. Daarom doordringt zij het individu van het
menselijke van de dramatis personae en maakt zo
doende het publiek de problemen op een heel wat
persoonlijker en indrukwekkender manier duidelijk,
dan de documentaire film dit vaak doet.
Bosley Crowther, filmcriticus van de New-York
Times, constateert een streven in de Amerikaanse
film naar realiteit en oprechtheid, hetwelk resul
teert in een openlijke aan-de-kaak-steiling van on
verdraagzaamheid, onrechtvaardigheid en demago
gie in de moderne samenleving. En hoewel het doel
van de Amerikaanse filmindustrie slechts is om
films te maken, die de belangstelling van een zo
groot mogelijk publiek trekken, verleent zij juist
door de behandeling van onderwerpen van deze
tijd, een zeer constructieve bijdrage tot heil van de
mensheid.
Ten slotte wijst Charles Spaak, voorzitter van
het gilde der Franse filmauteurs, er in een bijtend
artikel „Must everything in the garden be lovely?"
op, dat iedereen de mond vol heeft over de film
als het beste middel tot voorlichting, maar dat juist
liiiiiiiiHiiiiiriiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiliiiiitiiiiiiiiiiiiHiiiiiiimiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiiiiiiiiniiiiiiiiiiiniHiMiniri
I „Om te kunnen functionneren heeft de film de j
moderne producten der werktuigkunde, scheikunde en j
electriciteit nodig. Haar grondbeginsel de reconsti-
tuering van beweging en geluid na haar analytische ont-
binding in vierentwintig eenheden per seconde voor
I het oog en vele honderden per seconde voor het oor,
1 was voor het mensdom van nog maar drie eeuwen ge-
leden onbegrijpelijk. Het begrip van meting, dat eigen
is aan alle wetenschap, is inhaerent aan deze ana-
lyse. De film kan alles wat er voorvalt vertalen in
beelden en geluid, overeenkomstig een universele maat-
staf. Zij kan een wetenschappelijk exacte weergave en
j ontleding worden van het heelal, waarbij de mense-
1 lijke geest alleen tussenbeide komt, zoals in elke we-
tenschap, om te vertolken of in filmische termen:
te monteren de resultaten, die door het apparaat
j objectief zijn opgenomen. Industrieel in haar uitrusting,
wetenschappelijk in haar werkwijze, eist deze cine- j
matografische kunst onze systematische bestudering. Zij j
moet worden opgeheven tot het peil van een weten-
1 schap van de gemoedsbewegingen van deze tijd".
(Charles Dekeukeleire: Towards
a science of art, The Penguin Film Review j
Nr. 8, 1949, p. 80).
f^~^^ JIMFIHinMMIMIifinMtinnMllinMIMIlII|[llttlUlllEILtiiei1tlllriTltïIIII1^llltMtlttritMt1t>i*tt»lttlltiaiJi^ll?MJtl<ttlIiilJI1tMII>IITtlirilTITttlltl1 ï*"~"~1