NIEUWS UIT HET BUITENLAND België BLIJKENS een onlangs door het Ministerie van Handel van de Verenigde Staten van Amerika gepubliceerd rapport waren er op 1 Januari van dit jaar volgens voor zichtige schatting 99.617 bioscopen in be drijf over de gehele wereld. Dit is 8,3 meer dan op 1 Januari 1949, toen dit aantal op 91.609 werd geschat. Gedurende deze twee jaar zou het totaal aantal zitplaatsen met 9,7 ri zijn gestegen en wel van 49.119.691 op 1 Januari 1949 tot 54.107.150 op 1 Januari 1951. De grootste toename van het aantal bioscopen viel te constateren in Europa, namelijk 1908, in hoofdzaak in Italië. Percentsgewijze was deze stij ging echter slechts 3,7 tegen 24,7 in het Verre Oosten. Het rapport stelt vast. dat er thans één bio scoopzetel beschikbaar is per 44 personen tegen 46 personen in 1949. Deze verhouding is voor de Verenigde Staten één op 10, in Groot-Brittannië één op 12, in Frankrijk één op 17, in Italië één op 13 en voor Europa in totaal één op 21 in woners. De zitplaatsencapaciteit der bioscopen is het grootst in Australië en Nieuw-Zeeland, waar gemiddeld één zetel beschikbaar is per 7 inwoners. Subsidie voor Belgisch filmjournaal De Vereniging der Kinemabestuurders van Bel gië heeft medegedeeld, dat de Belgische Minister raad op 26 Juli jl. besloten heeft tot de volgende maatregelen ter ondersteuning van de filmindustrie: De Belgische producenten van korte films zullen een steun ontvangen, v/elke berekend zal worden op een basis van 25 c/c van de vermakelijkheids- belasting, thans door de gemeenten geïnd. De Bel gische producenten van filmjournaals zullen steun ontvangen op basis van 5 van genoemde be lasting. De Minister van Economische Zaken en Mid denstand werd met de definitieve uitwerking van het besluit belast, over welks principe en tekst de Ministerraad zich accoord heeft verklaard. Op de begroting van genoemd departement is voorzien in de opening van een crediet ten bedrage van de ge schatte uitgaven uit hoofde van deze hulpverlening. Naar aanleiding van tegenstrijdige uitlatingen in de dagbladpers in zake een ontstaan van een monopolie van gefilmde actualiteiten en een op die wijze door de Overheid op te leggen berichtgeving, heeft de heer H. Dutillieu, voorzitter van de Ver eniging der Kinemabestuurders van België, zich met het Ministerie van Economische Zaken en Middenstand in verbinding gesteld en op grond daarvan in het orgaan dezer vereniging de verkla ring afgelegd, dat bedoelde uitlatingen absoluut onjuist zijn. Nadat de heer Dutillieu in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Vereniging der Kinemabe stuurders zijn voldoening heeft uitgesproken over de hem door het betrokken departement verstrekte uiteenzetting, wijst hij er op, dat dit regeringsbe- sluit een bekroning betekent van de jarenlange po gingen van de leden dezer vereniging en feitelijk een erkenning van hun streven inhoudt om een eigen Belgisch journaal in het leven te roepen en in stand te houden. „De maatregelen waartoe door de regering besloten werd", vervolgt de heer Dutil lieu, „rusten op een gezonde basis. Het land is het aan zichzelf verplicht zijn eigen filmjournaal te bezitten, in alle onafhankelijkheid, rekening hou dende met de smaak en de belangen der natie. Dank zij de Vereniging der Kinemabestuurders is dit doel bereikt. Het dient gehandhaafd. Het is niet enkel een kwestie van nationaal be lang, het is ook een kwestie van de invloed van België in het buitenland in de twee en twintig landen, waar onze actualiteiten door de corres ponderende journaals worden overgenomen Dezelfde redenen gelden ook voor de korte film door Belgen in België vervaardigd. De in haar voor deel door de regering getroffen schikkingen moe ten haar de grote verspreiding bezorgen die het land haar verschuldigd is. De op dit gebied ont plooide en ingespannen krachten mogen niet tever geefs zijn." Na zijn spijt te hebben uitgedrukt over het feit, dat de speelfilm nog niet in deze regerings hulp begrepen is, deelt de voorzitter der Belgische organisatie verder mede, dat' hij niet heeft nage laten er bij de regering op aan te dringen, dat door een eender besluit het voordeel van deze maatre gel, namelijk teruggave van belasting, tot de Bel gische producenten van speelfilms zal worden uit gebreid. De punten welke hij ter zake in overwe ging gaf en de door hem gedane suggesties zouden een gunstig onthaal hebben gevonden. De heer Dutillieu acht deze economische hulp van de regering gerechtvaardigd zowel om rede nen van nationaal belang als om het prestige in 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 18