Vermakeli] kheden BELASTING OP Sedert het verschijnen van de vorige afleve ring van het Officieel Orgaan hebben de raden van onderstaande gemeenten besloten tot wij ziging van de verordeningen tot heffing van een belasting op vermakelijkheden of zijn in deze gemeenten wijzigingen in werking getre den krachtens reeds eerder genomen besluiten. Deventer In zijn vergadering van Dinsdag 26 Februari j.1. heeft de Raad van de gemeente Deventer tij dens de behandeling van de begroting besloten het tarief van de vermakelijkheidsbelasting op filmvoorstellingen van 35 tot 25 te verlagen. Reeds op 10 Mei 1951 hadden de heren J. Bijlsma, exploitant van de Eerste Deventer Bio scoop, A. Jansen, firmant van de Firma J. W. Jansen en Zonen, exploitante van de Palace Ci nema, en Jac. Miedema, die in deze gemeente het Luxot Theater exploiteert, gezamenlijk een re- quest aan de Raad gericht waarin zij verlaging van de vermakelijkheidsbelasting verzochten. Zij beriepen zich daarbij op de discriminatie in de belastingtarievering, welke circussen e.d. met slechts 20 c/c belastte, terwijl de bezoekers van de ter plaatse gevestigde bioscopen, wier gemid delde entreeprijs driemaal zo laag ligt als die van een circus, 35 moesten betalen. Ten gevolge hiervan deed zich de merkwaardige toestand voor dat degenen, die de hoge entreeprijzen van een circus konden betalen over het algemeen dus de beter gesitueerden aanzienlijk minder ver makelijkheidsbelasting hadden te betalen dan wie de lage entreeprijzen van de bioscopen beter con- veniëren. Burgemeester en Wethouders, die zich lang over dit verzoek beraadden, en niet tot afwijzing wilden concluderen, besloten de Raad voor te stellen ten aanzien van het nemen van een be slissing op dit adres een afwachtende houding aan te nemen. De Raad besloot om dit stuk wederom ter tafel te brengen, zodra begin 1952 definitieve gegevens over 1951 bekend zouden zijn betref fende het bezoek aan de bioscopen in Deventer. In de loop van Januari heeft het Hoofdbestuur zich tot het College van Burgemeester en Wet houders gewend met het uitvoerig gemotiveerde verzoek een voorstel bij de Raad aanhangig te willen maken, waarbij de gemeente Deventer voor filmvoorstellingen de vermakelijkheidsbelasting tot 20 zou verlagen. Burgemeester en Wethouders hebben daarop aan de Raad het voorstel gedaan, het onderwer- pelijke tarief van 35 tot 25 te verlagen. Bij de verdediging van dit voorstel in de bovenvermelde raadsvergadering merkte Wethouder Hölzel, op, dat het College thans tot de conclusie was gekomen, dat het in 1948 gevallen besluit om de vermake lijkheidsbelasting voor de bioscooptheaters te verhogen, niet zo gelukkig was geweest. De Wet houder ging uitvoerig in op de uitkomsten der theaters, die, zoals hij uiteenzette, aan zeer hoge exploitatiekosten gebonden zijn, terwijl het be zoek zeker niet toeneemt. Alle leden van de Raad bleken vóór verlaging te zijn en sommigen wilden deze tot 20 Een voorstel tot verlaging tot 20 werd evenwel afgestemd, waarmede automatisch het voorstel van Burgemeester en Wethouders was aange nomen. Besloten werd tevens om de verlaging onmid dellijk te laten ingaan, omdat de goedkeuring van het besluit wel eens lang uit kan blijven en men de exploitanten ter wille wil zijn. Velzen Met algemene stemmen heeft de Raad van de gemeente Velzen op 29 Januari j.1. besloten aan het discriminerende onderscheid in belastinghef fing een einde te maken door een uniform tarief van 20 'x vast te stellen voor alle vermakelijk heden, tot welke toegang wordt verleend tegen betaling. Aanleiding tot het desbetreffende voorstel van Burgemeester en Wethouders was een verzoek van Mevrouw A. Dekker-Noorduyn, exploitante van het Rex Theater, en van de firma Gebrs. Ph. A. en F. A. van Opbergen, exploitante van het Thalia Theater, om verlaging van de verma kelijkheidsbelasting voor filmvoorstellingen. Burgemeester en Wethouders wezen in hun voorstel op de terugloop van het bioscoopbezoek en de verzwaarde exploitatiekosten voor bio scoopondernemingen, ten gevolge waarvan een behoorlijke bioscoopexploitatie bezwaarlijker wordt. Zij wezen er voorts op, dat door de hoge heffing de mogelijkheid van vertoning van cul tureel en sociaal-paedagogisch verantwoorde films, welke helaas soms door geringer bezoek wordt gekenmerkt, gevaar loopt te verminderen of geheel te worden opgeheven. Zij achten der halve een heffing van 20 in hun gemeente ver dedigbaar. Een verlaging van het percentage van 35 tot 20 is thans mogelijk door het vervallen van de zogenaamde kortingsregeling bij de jongste wijziging van de betrokken wet. Aalsmeer Met ingang van 15 Februari j.1. bedraagt inge volge bij Koninklijk Besluit verkregen goedkeuring

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 61