in de gemeente Aalsmeer het tarief van de verma- kelijkheidsbelasting voor filmvoorstellingen, waarin naast andere films Nederlands journaal en/of films als bedoeld in artikel 1 lid 2, onder 2e. der Bioscoopwet worden vertoond tot een gezamenlijke lente van ten minste 500 meter, 25 Dit tarief was door de Raad dezer gemeente bij besluit van 12 Juli 1951 vastgesteld op voorstel van Burgemeester en Wethouders, die daarbij me moreerden hoe de verhoging van het tarief tot 35 indertijd geheel tegen het gevoelen van het College en van de Raad in, onder druk van de kortings regeling tot stand was gekomen. De heffing op voorstellingen met uitsluitend journaal en/of films als bedoeld in artikel 1 blijft 15 Andijk De Raad van de gemeente Andijk heeft in zijn vergadering van 21 December j.1. op voorstel van Burgemeester en Wethouders met grote een stemmigheid besloten de verordening tot heffing der vermakelijkheidsbelasting te wijzigen. Ten gevolge hiervan is het tarief voor filmvoorstellin gen van 35 verlaagd tot 25 terwijl voor het vertonen van culturele films geen vermakelijk heidsbelasting verschuldigd is. In hun voorstel wezen Burgemeester en Wet houders er op, dat blijkens ervaring een lonende exploitatie bij een heffing van 35 cfr niet mogelijk is. Weliswaar moet bij verlaging van het tarief een mindere ontvangst van belasting worden ge raamd, maar aangezien de zogenaamde kortings regeling thans is ingetrokken, kan de gemeente aan inkomsten niet meer dan het geraamde be drag derven. Coevorden Burgemeester en Wethouders van Coevorden hebben op 13 December j.1. aan de Raad dezer gemeente het voorstel gedaan om de heffing va.n de vermakelijkheidsbelasting op filmvoorstellingen van 35 terug te brengen op 20 In hun voor stel gaven zij te kennen dat zij de bezwaren die tegen een hoge heffing worden aangevoerd over het algemeen wel delen en kunnen billijken, maar dat zij tot nu toe in verband met de kortingsrege ling geen voorstel tot verlaging konden doen. Weliswaar betekent deze tariefverlaging een offer voor de gemeente, maar dit mag volgens Burge meester en Wethouders geen reden zijn om niet tot deze verlaging over te gaan. De toestand is immers op het ogenblik zo, dat de belastingdruk op de bioscaopo.ndernemingen in de gemeente der mate zwaar is, dat de exploitatie daarvan op de grootste moeilijkheden stuit en dat de kans op sluiting niet denkbeeldig is. Indien dit laatste zou gebeuren, dan zou niet alleen de bevolking van Coevorden, maar ook de omgeving van deze cen trumgemeente een in meerdere opzichten cultu reel vermaak moeten ontberen. In zijn vergadering van 18 December j.1. heeft de Raad het voorstel van Burgemeester en Wet houders aangenomen. Culemborg. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders van Culemborg heeft de Raad van deze gemeente in zijn vergadering van 11 Februari j.1. besloten de vermakelijkheidsbelasting op filmvoorstellin gen van 35 tot 25 te verlagen. Aanleiding tot dit voo'rstel was een request van de N.V. v/h Antoon van Gelder, welke het City Theater ter plaatse exploiteert, gesteund door een schrijven van het Hoofdbestuur. De belasting voor filmvoorstellingen, waarin uitsluitend films als bedoeld in artikel 1, tweede lid, sub 2 van de Bioscoopwet, worden vertoond, bedraagt thans 10 c/c Drachten Medio 1951 richtte de Firma E. G. Kijlstra, ex- ploitante van Cinema Modern te Drachten, een adres aan de Raad van de gemeente Smallinger- land, waarin zij verzocht de vermakelijkheidsbelas ting voor het bezoeken van filmvoorstellingen terug te brengen tot 20 c/cToen dit request op 30 Augustus 1951 in de Raad werd behandeld, gingen er sternen op om het filmbedrijf tegemoet te komen. Besloten werd een beslissing ter zake aan te houden ten einde Burgemeester en Wethouders gelegen heid te geven deze kwestie in studie te nemen. Burgemeester en Wethouders stelden op 22 Fe bruari j.1. aan de Raad voor om de onderwerpelijke heffing van 35 tot 25 te verlagen. Zij deelden mede dat zij, alvorens een voorstel te doen, de be handeling hadden willen afwachten van het ont werp van wet tot voortzetting van de noodvoorzie- ning van de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten. Dit ontwerp is intussen wet ge worden en de kortingsregeling is vervallen, ten ge volge waarvan het percentage van heffing der ver makelijkheidsbelasting op het bedrag van de rijks- uitkering geen rol meer speelt. Burgemeester en Wethouders verklaarden in de motivering van hun voorstel, dat zij van oordeel waren dat „een onbillijke heffing, welke de be drijfsvoering van de bioscoop drukt", niet mocht worden gehandhaafd. ,,Bij de instandhouding van de bioscoop zijn", zo vervolgden zij, „culturele be langen betrokken. Onze gemeente, het gehele plat teland, is arm aan passende instellingen voor cul- tuurbevordering. Dat, wat aanwezig is, en hierbij neemt de bioscoop, mits goed geleid en verzorgd, een behoorlijke plaats in, moet bestaan blijven". De Raad heeft dit voorstel in zijn op 27 Februari j.1. gehouden vergadering aangenomen. 6

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1951 | | pagina 62