In zijn Memorie van Antwoord
wees de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen,
Prof. Dr. F. J. Th. Rutten, er op
dat in het rapport inzake de
Overheidsbemoeiingen betreffen
de de film in verschillende landen
in algemene zin denkbeelden
naar voren komen omtrent de
wijze, waarop in Nederland op
dit punt zou kunnen worden ge
handeld. De bedoeling van het
filmrapport was evenwel in de
eerste plaats een overzicht te ver
krijgen van hetgeen in verschil
lende landen gedaan wordt ter
bevordering van de nationale
filmproductie.
Het is duidelijk, dat voor het
opstellen van richtlijnen omtrent
de houding, welke de Overheid in Nederland ten
aanzien van de filmproductie heeft in te nemen de
verhoudingen en mogelijkheden in eigen land be
slissend zijn.
De situatie, met name in de Westeuropese film
productie, is evenwel inmiddels zoveel ongunstiger
geworden, dat de Minister zich afvraagt, of hij
door het nemen van maatregelen in nationaal ver
band in staat zal zijn de nationale filmproductie te
bevorderen tegen de stroom in, die veroorzaakt
wordt door de desintegratie der filmproductie in
de verschillende ons omringende landen.
De Minister is aanvankelijk van mening, dat
belangrijke stappen zullen moeten worden onder
nomen om de Westeuropese culturele filmproduc
tie, en daarmede ook die in Nederland, te bevor
deren. Dit kan geschieden met de bedragen, die
hem in het kader van de benarde positie van
's Lands financiën ter beschikking kunnen worden
gesteld. De Minister volgt de ontwikkeling van
dit vraagstuk in de omringende landen met be
langstelling en hoopt te zijner tijd plannen, die,
voor zover Nederland betreft, een uitweg uit de
hierboven vermelde impasse mogelijk kunnen ma
ken, ter kennis van belangstellenden te brengen.
Op 21 December j.1. heeft de Kamer besloten
het rapport „Overheid en Film" voor kennisge
ving aan te nemen.
OPBRENGST KERSTCOLLECTE
De uitslag van de Kerstcollecte, die van Vrijdag
21 December af tot en met Donderdag 3 Januari jl.
in alle Nederlandse bioscopen werd gehouden, is
voor het Bestuur van de Stichting ,,Bio-Vacantie-
oord" een zeer welkome verrrassing geworden. De
totale opbrengst, welke 157.303,64 beliep
waarin begrepen een bedrag van ƒ418,01 aan
vreemd geld was ruim 13.000,hoger dan
die van 1950—1951 en lag meer dan ƒ20.000
boven die van 19491950. Zoals onze lezers zich
nog zullen herinneren was de opbrengst van laatst
genoemde Kerstcollecte de laagste sedert de Bevrij
ding; zij wees een daling aan van ongeveer
ƒ40.000,ten opzichte van de collecte 19481949
en van bijna ƒ140.000,vergeleken met 1947
1948.
Het Bestuur van ,,Bio" mag zich gerustgesteld
weten, nu de grote daling in de ontvangsten defini
tief tot staan schijnt te zijn gekomen en zich heeft
omgezet in een bescheiden maar geleidelijke stij
ging, zodat het zich verzekerd ziet van de mogelijk
heden tot voortzetting van zijn charitatieve arbeid.
Het feit dat met deze jongste collecte, ondanks
moeilijke tijdsomstandigheden, zulk een verheugend
resultaat kon worden bereikt, wijst niet alleen op de
bijzondere plaats die dit sociaal instituut in de har
ten van de bioscoopbezoekers inneemt, maar ook
op de altijd spontane medewerking van het bedrijf.
Ter vergelijking laten wij hier de cijfers volgen
van de laatste collecten, betrekking hebbende op de
opbrengsten in de drie grote gemeenten en in de
overige gemeenten van het land:
Amsterdam
's-Gravenhage
Rotterdam
Overige gemeenten
1951—1952
28.950,87
19.988,63
16.466,77
91.479,36
1950—1951
27.947,10
18.012,99
14.389,96
81.873,98
156.885,63 142.224,03
De specificatie van het bedrag van de „Overige
gemeenten" is als volgt:
27
Aardolie ia de bron van Aruba .s welvaart. Gezicht op een deel
van de raffinaderij. Uit de jilm:
..ARUBA IS DE BRANDING"
'oh
(joon
Projïlw