zijn. Per jaar worden 450 tot 500 hoofdfilms ge
ïmporteerd, die uitsluitend in originele versie, dat
wil zeggen zonder voettitels, worden vertoond.
Meer dan 90 van de totale vertoningstijd
wordt in beslag genomen door films uit de Ver
enigde Staten en het resterende deel door Britse
films. Het enige Nederlandse element in het bio-
sco'opprogramma is Polygoon/Profilti's „Neer-
lands Nieuws", dat ongeveer vier weken later
in Paramaribo verschijnt.
Hoewel deze nieuwe Unesco-uitgave haar nut
zal hebben met betrekking tot de oplossing van
problemen waarmede pers, film en radio in kleine
landen en in ver afgelegen gebieden te kampen
hebben, is een van haar bijzondere verdiensten
toch wel dat zij uitvoerige, authentieke en up-to-
date gegevens verstrekt over de situatie in die
landen waar de vooruitgang het grootst is. De
hoofdstukken welke betrekking hebben op het
Verenigde Koninkrijk bijvoorbeeld beslaa.n meer
dan honderd pagina's en die over de Verenigde
Staten zelfs nog meer. Beide laatste overzichten
kunnen wedijveren met het beste materiaal, dat
de vakwereld kent, niet alleen in hun algemene
aspecten maar ook in zulke technische details als
vakopleiding, onderwijs- en gespecialiseerde
films.
Na een analyse van wezen, doel en organisatie
van pers en radio, heeft de Unesco onder de titel
,,La presse filmée dans Ie monde" een studie ge-
publiceerd over het filmjournaal, dat zij naast pers
en radio- als het belangrijkste middel tot voor
lichting beschouwt. En dat is begrijpelijk, want
ruim 215 millioen mensen, ongeveer een tiende
deel van de bevolking der aarde, brengt weke
lijks een bezoek aan de meer dan 100.000 per
manente bioscopen die, over de gehele wereld
verspreid, in bedrijf zijn. Doordat de meeste film
programma's een filmjournaal bevatten, is dit
voor een aanzienlijk aantal mensen een aantal
dat nog onophoudelijk groeit een algemene
bro.n van voorlichting van de eerste orde ge
worden.
Deze universaliteit ontleent het filmjournaal
aan zijn visueel karakter, waardoor het, ongehin
derd door taalgrenzen en analphabetisme, ruimte
en tijd overbruggend, de toeschouwers vermag
deel te laten nemen aan het wereldgebeuren. Als
zodanig is het filmjournaal het instrument bij uit
stek tot beïnvloeding van de meningsvorming.
Het is juist om deze reden, dat de Unesco de
Zwitserse filmhistoricus Dr. Peter Baechlin en
de Franse filmauteur Maurice Muller-Strauss de
opdracht heeft gegeven om uit het door haar verza
melde documentatiemateriaal, aangevuld met de re
sultaten van een over de gehele wereld ingestelde
enquête, een rapport samen te stellen, dat o.nlangs
onder bovengenoemde titel als Unesco-publicatie
no. 878 in druk is verschenen, i
De opzet van dit werk is overzichtelijk. Door
middel van grafieken, foto's, kaarten en aan de
hand van met name genoemde voorbeelden wor
den zij het uiterst beknopt de onderschei
dene aspecten belicht van de met het filmjournaal
samenhangende problemen, van zijn vervaardi
ging af tot aan de vertoning aan het publiek.
Daarbij hebben de samenstellers van dit rapport
vooral de betekenis van het filmjournaal als mid
del tot voorlichting en me
ningsvorming geaccentueerd en
er zich rekenschap van gege
ven, dat de economische basis
van de journaalfilmproducties
voor een belangrijk deel inhoud
en karakter van de journaals
bepalen. Hoewel de auteurs zich
van gevolgtrekkingen onthouden,
gaan zij bij de bespreking van
de organisatievoTmen uit van
drie criteria: zuiver particuliere
onderneming, particuliere onder
neming gesubsidieerd door de
overheid en staatsbedrijf. Bij wijze
van vergelijkende studie geven zij
een gedetailleerd overzicht van
het journaalfilmproductiebedrijf in
Egypte, India, ParaguaYUruguay
en de Verenigde Staten, om
Opname uit
van M, de E
1952 zoveel succes oogstten.
„MASKERAGE"
van M, de Haas. Een van de films, die op het Filmfestival Cannes