LEDENVERGADERING BEDRIJFS
AFDELING FILMVERHUURDERS
Op 19 Mei jl. is een ledenvergadering der Be
drijfsafdeling Filmverhuurders gehouden, waar
voor grote belangstelling bestond.
Allereerst werd de heer J. L. Paerl door de
waarnemende Voorzitter, de heer J. S. Croeze,
gelukgewenst met het feit, dat hij dertig jaar ge
leden zijn werkzaamheden in het filmbedrijf was
begonnen.
Daarna is op voorstel van het bestuur besloten
tot opheffing van het Advertentiebesluit met dien
verstande, dat de vaststelling van de datum,
waarop dit besluit in werking zal treden aan het
bestuur is overgelaten.
Ampele discussies zijn gevoerd over het plan
van de Stichting Film en Jeugd met betrekking
tot het toekennen van zekere praedicaten aan
jeugdfilms, waarmede een speciale beoordelings
commissie is belast.
Uitvoerige mededelingen zijn van bestuurszijde
gedaan over de besprekingen, welke onlangs tus
sen het Hoofdbestuur van de Bioscoop-Bond er.
het bestuur van het R. K. Centrum van Bioscoop
exploitanten zijn gevoerd. Het Afdelingsbestuur
achtte de resultaten van deze besprekingen be
vredigend en de vergadering kon zich daarmede
verenigen.
In de bestuursvacature ontstaan door het over
lijden van de heer F. L. D. Strengholt werden
achtereenvolgens candidaat gesteld de heren J.
Weening, J. de Wilde en C. S. Roem. Laatstge
noemde verklaarde evenwel niet bereid te zijn
een candidatuur te aanvaarden. De meerderheid
der stemmen verwierf de heer J. de Wilde.
Uit de bestuursleden moest vervolgens een
voorzitter gekozen worden. Candidaat gesteld
werden achtereenvolgens de heren L. Groen, J.
de Wilde en J. S. Croeze. Aangezien de heer
De Wilde verklaarde geen benoeming te zullen
aanvaarden, moest er gekozen worden tussen de
heren Croeze en Groen, waarvan de eerstge
noemde de meerderheid der stemmen verwierf.
Hierna werd de heer J. L. Paerl bij enkele candi-
daatstelling tot vice-voorzitter gekozen in de
plaats van de heer Croeze. Het Afdelingsbestuur
is dus thans als volgt samengesteld: J. S. Croeze,
voorzitter; J. L. Paerl, vice-voorzitter; D. J. van
Leen, secretaris; L. Groen, penningmeester; H. S.
Boekman, L. L. Lio:ni en J. de Wilde, leden.
Nadat de agenda's van de jaarlijkse Bondsver
gadering en van de eerstkomende vergadering
van de Ledenraad waren besproken, werd over
gegaan tot verkiezing van acht gedelegeerden
voor de Ledenraad. Als zodanig werden gekozen:
E. Alter, H. S. Boekman, D. J. van Leen, L. W.
R. Meyer, J. L. Paerl, B, J. Schimmel, J. de Wilde
en A. Zomerplaag.
JAARVERGADERING BIOSCOOP
RECLAME-EXPLOITANTEN
Onder leiding van de voorzitter, de heer J. C.
A. Meischke, werd op 19 Juni 1952 de jaarlijkse
ledenvergadering der Nederlandsche Vereeniging
van Bioscoopreclame-Exploitanten gehouden op
het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
te Amsterdam.
Goedgekeurd werd het jaarverslag over 1951,
en nadat de Kascommissie verslag had uitgebracht
van haar bevindingen, werd het Bestuur tevens
décharge verleend van het financieel beheer over
het afgelopen jaar onder goedkeuring van de reke
ning en verantwoording.
Hierna werd op voorstel van het Bestuur de
begroting van ontvangsten en uitgaven vastge
steld, overeenkomstig het aan de leden toege
zonden concept.
Met één stem tegen werd een voorstel van de
heer W. Quist aangenomen om de laatste alinea
van artikel 12 van het Algemeen Verenigings
reglement weer in zijn oude vorm te herstellen en
als volgt te doen luiden:
,,De benoemingen van de leden van het Bestuur,
behoudens de gedelegeerde van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond, geschieden voor de tijd van ten
hoogste vier jaar, met dien verstande, dat ieder
jaar volgens door het Bestuur te maken rooster
één bestuurder aftreedt. De aftredenden zijn ter
stond herbenoembaar; zolang echter geen nieuwe
benoeming heeft plaats gehad, blijven zij, niet
tegenstaande hun aftreden volgens rooster in de
functie waartoe zij zijn benoemd.''
Dit besluit had tot gevolg, dat het periodiek
aftredend bestuurslid, de heer J. C. A. Meischke,
die hoewel candidaat gesteld, niet herkiesbaar was
volgens het op 26 April 1951 gewijzigde artikel
28