nevenscherm projecteert. Het is evenwel niet onwaarschijnlijk, dat bij de duidelijke voorkeur welke het publiek aan de dag legt voor films met Arabische dialogen niet slechts practische, maar ook politieke overwegingen een rol spelen. Egyp tische films worden nu onder meer vertoond in Aden, Irak, Iran, Libanon, Syrië, Transjordanië. Turkije, Ceylon, India, Pakistan, Singapore, Abes- sinië, Algiers, Eritrea, Kenya. Lybië, Mombassa. Marocco, Nigeria, Senegal, Tunis en Zanzibar. Werden er in Egypte vóór de oorlog jaarlijks ten hoogste twintig speelfilms geproduceerd, in 1946 waren het er niet minder dan 59. Daarna trad er een daling in namelijk tot 52 in 1947 en verder tot 45 in 1948. Sedertdien is de productie min of meer gestabiliseerd en beweegt zich tussen de 4050 films per jaar. Aangezien de Egyptische film haar productie- kasten n.og niet voor 50 op de eigen markt kan dekken, móet zij wel geëxporteerd worden. Bij deze uitvoer worden echter in toenemende mate moeilijkheden ondervonden doordat het Egypti sche pond voor de meeste landen die een afzetge bied voor de films vormen in feite „harde" valuta is. Desondanks is de vraag naar Egyptische films gestegen en dienovereenkomstig is de productie weer opgelopen. Men wist in het seizoen 1951-'52 zelfs een record-aantal van 70 hoofdfilms te bereiken. Enerzijds schijnt dit het resultaat te zijn van onderhandelingen, die door de regering met de regeringen van Arabisch sprekende landen over de levering van films zijn gevoerd. Anderzijds blijkt het Egyptische filmbedrijf met de overheid een „gentleman's agreement" te hebben gesloten, waarbij de bioscopen er in hebben toegestemd om ten minste vier weken per jaar uitsluitend Egyp tische films te vertonen. Het is niet onmogelijk, dat dit een kwaliteitsverbetering ten gevolge zal hebben, wat de naam van het Egyptsche product slechts ten goede kan komen. Want de kwaliteit van de Egyptische film is tot nu toe, op enkele uitzonderingen na, beneden het gemiddelde ge bleven. Zelfs bij een korte kennismaking moet men op merken, dat te weinig tijd besteed wordt aan ver haal, draaiboek en voorbereiding. Dit is niet slechts de mening van buitenlandse experts, maar ook van de leidende Egyptische regisseurs en producenten. Het is daarom begrijpelijk dat Ustaz Niazi Moustapha, de beste regisseur van het land, die nauwkeurig de ontwikkeling der filmtechniek in Duitsland, Rusland en Amerika heeft bestu deerd, en enkele anderen, zeer veel tijd besteden aan draaiboek en voorbereiding; maar dit zijn uit zonderingen. Over het algemeen kan men bij de Egyptische film twee hoofdtypen onderscheiden. Vooreerst zijn daar de pogingen tot het creëren van sociale drama's en blijspelen waarbij de Westerse serie film geïmiteerd wordt. Ten tweede de avonturen film, gebaseerd op Arabische sagen en sprookjes of ook wel spelend in de huidige samenleving. Hoewel men moeilijk het spelpeil van de acteren- den kan beoordelen, daar het Arabische publiek zeer waarschijnlijk dienaangaande andere opvat tingen huldigt en volgens andere normen oordeelt, valt onmiddellijk op, dat zingende sterren zeer po pulair zijn, onverschillig of zij al dan niet over spelkwaliteiten beschikken. Vandaar, dat er in Arabische films vrij veel gezongen wordt, waarbij de filmmuziek een nieuwe stijl heeft ontwikkeld, die een vermenging is van Oosterse en Westerse elementen. Voor het overige ontkomt men niet aan de indruk, dat in de doorsnee film de spelen- den een uitgesproken neiging tot het melodrama tische vertonen en tot een zekere hoogdravend heid in woord en gebaar. Documentaire films worden er in Egypte nog maar weinig vervaardigd, daar een commerciële basis hiervoor niet gemakkelijk te vinden is en noch de regering noch andere instellingen tot nu toe grotere opdrachten hebben verstrekt. De be langstelling voor buitenlandse documentaires is daarentegen groeiende en het is niet zonder bete kenis, dat thans reeds drie regeringsdepartemen ten, nl. die van Volksgezondheid, van Sociale Za ken en van Onderwijs, gebruik beginnen te maken van visuele voorlichting en deze activiteit gaarne zouden uitbreiden. Dit is voor Egypte van des te groter belang, daar het aantal analphabeten zeer hoog is en de film dus het aangewezen middel tot voorlichting schijnt in de strijd, die de regering te voeren heeft tegen armoede, onwetendheid en besmettelijke ziekten, onder meer tegen de zich steeds uitbreidende volksziekten als bilharziose. tuberculose en malaria. Indien de hierboven uitgesproken verwachting, dat de productievermeerdering een kwaliteitsver betering met zich zal brengen en daardoor betere aanpassing aan het internationale filmniveau ten gevolge zal hebben, gerechtvaardigd wordt, dan mag men rekening houdende met de vrij grote productie-capaciteit en het groeiende leger van filmvaklieden concluderen, dat alle voorwaar den aanwezig zijn om Egypte tot een filmprodu- cerend land van de eerste rang te maken. 20 |iiiiiHii)iiiiHlllliiilliimiiiilliiliMiiiiiiiiiiliiii(iliiiiiiiliiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiniiiiiiiii)iiNiiiii)iiiiiilllllnilllllliiiiiiiiiimii| ,,Would-be-hervormers, op zoek naar gemakkelijke 1 oplossingen, beschouwen de film als de voornaamste j oorzaak van plichtverzuim, misdaad en dronkenschap. Maar dit zijn symptomen van sociale en individuele 1 j pathologie, met een ingewikkelde geschiedenis." (Dr. Hortense Powdermaker, j anthropologe, Queens College: Annals of American Academy of Politica! and 1 Social Science, November 1947, p. 80). f riiniiiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiitiiniiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiHiiMHiiiiiiiitiiiiiiiiiiinimiiiitiiHiniiiitiiiHiiiiHMHiiiHiiiiimmiiHjiiil I

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1952 | | pagina 21