28
van de exploitatie der beide bioscopen te Boskoop en Lek-
kerkerk aan eiser te verlenen;
dat uit het vorenstaande volgt, dat aan de ontbindende
voorwaarden, waaronder de overeenkomst tussen partijen is
aangegaan, niet is voldaan en dat eiser derhalve terecht ge
vorderd heeft deze overeenkomst ontbonden te verklaren en
gedaagde te veroordelen tot terugbetaling van de koopsom
ad alsmede in de geschilkosten;
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNNEN NAAR
BILLIJKHEID:
VERKLAART ONTBONDEN de tussen partijen op of
omstreeks 8 Maart 1952 aangegane overeenkomst (gedateerd
19 Februari 1952) in zake de overdracht der bioscoopexploi
taties te Monster, Lekkerkerk en Boskoop;
VEROORDEELT gedaagde om aan eiser te betalen een
bedrag van
VEROORDEELT gedaagde in. de geschilkosten, bedragen
de 50.—.
Aldus gewezen te Amsterdam op 6 October 1952.
In zake:
N.V. IDEAAL FILM LABORATORIUM, gevestigd te
's-Gravenhage en kantoorhoudende aldaar aan de Zwarteweg
20a, eiseres, contra
D. J. VAN LEEN, eigenaar van het filmverhuurkantoor
Gentrafilm te Dordrecht en kantoorhoudende aldaar aan de
Nieuwe Haven 33, gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitrageregiement van die Bond benoemd en aangewezen ais
arbitragecollege voor de beslechting onder meer van geschillen
tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request d.d. 25 Augustus 1952 een geschil
contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request
een afschrift aan dit vonnis is gehecht en dat beschouwd
wordt als hier te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zitting,
gehouden op Woensdag 17 September 1952 op het Bureau
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, Jan Luyckenstraat 2
te Amsterdam;
dat aldaar verschenen zijn de heer W. Robert, directeur
van eiseres, en gedaagde persoonlijk;
dat gedaagde in hoofdzaak heeft verklaard:
..Eiseres heeft gesteld, dat haar een opdracht tot betiteling
van een film is gegeven en dat deze opdracht om voor haar
duistere redenen niet is doorgegaan. De reden was echter
zeer duidelijk.
Begin October 1951 ontving eiseres een hoofdfilm en twee
trailers ter betiteling. Een van de trailers werd in beschadigde
toestand pas op 29 December, dat was dus ongeveer twee
maanden later, afgeleverd, en de andere trailer kwam hele
maal niet terug, omdat ze door de vele proefnemingen totaal
was verknoeid. Ik heb op 27 October 1951 speciaal op de
hardheid van de betrokken copieën gewezen, zodat eiseres
dus was gewaarschuwd. Op 8 November 1951 is een andere
door eiseres betitelde zwart-wit copie afgeleverd en het bleek,
dat daarin veel zogenaamde bewegende titels voorkwamen.
De heer Robert heeft over het gebeurde zijn leedwezen
uitgesproken, maar ik zat met het geval. Mijn vertrouwen
in een behoorlijke betiteling werd dus ook hierdoor geschokt.
Het geëxperimenteer gaat steeds door en ten aanzien van de
film, waarover dit geschil handelt, vroeg eiseres om in
Amerika na te vragen of ongeverniste copieën zouden kunnen
worden geleverd. Het antwoord luidde ontkennend, maar er
werd wel opgegeven hoe de vernislaag zou kunnen worden
verwijderd. Eiseres zou dit kunnen doen, maar deze speciale
bewerking was vrij kostbaar. Tevens werd er op gewezen,
dat dit niet al te goed voor het materiaal zou zijn. Op 29 No
vember 1951 heeft eiseres dit schriftelijk aan mij laten weten
met de mededeling, dat het verwijderen van de vernislaag
fper meter kost en vermoedelijk het opbrengen van een
nieuwe vernislaag ook nog eens fper meter.
Ik ben van oordeel, dat de werkwijze van eiseres foutief
is. Ieder ander laboratorium neemt eerst proeven op de start-
stukken, ten einde te zien of de bewuste copie bewerkt kan
worden en pas daarna gaat men cliché's e.d. maken. Eiseres
geeft deze foutieve werkwijze toe in haar brief van 29 Novem
ber 1951, die zich bij de stukken bevindt.
Ik trek hieruit de conclusie, dat niet ik, maar eiseres ver
antwoordelijk is voor het gebeurde. In een brief van 27 De
cember 1951, waarvan zich ook een afschrift bij de stukken
bevindt, schrijft eiseres nog, dat zij tot de conclusie is geko
men, dat het speciale materiaal, waarvan de onderhavige
films waren gemaakt, na de betiteling gehard zou moeten
worden. Blijkbaar is men pas na de nodige experimenten tot
deze ontdekking gekomen. Ik voelde er echter onder deze
omstandigheden niet voor de hoofdfilm te laten betitelen,
ook al zou een eventueel verknoeide copie vergoed worden,
omdat ik in dat geval te lang zonder film zou zitten en het
nog de vraag was of er wel een nieuwe copie uit Amerika
geleverd zou kunnen worden. Reeds eerder was mij namelijk
medegedeeld, dat nieuwe copieën niet meer gemaakt worden,
omdat het bewuste materiaal uit de roulatie is genomen.
Resumerende kom ik tot de conclusie, dat ik aanleiding
genoeg had om de gegeven opdracht ten aanzien van de
hoofdfilm terug te nemen, temeer daar Haghefilm zonder
enig geëxperimenteer garandeerde volgens het Lerik-systeem
prima titels in de film in kwestie te kunnen maken. Dat
eiseres diverse kosten heeft gemaakt is haar eigen zaak,
doch kan niet op mij worden verhaald, omdat het maken
van deze kosten had kunnen worden vermeden, indien de
normale werkwijze zou zijn gevolgd."
dat de heer Robert namens eiseres hiertegen in hoofdzaak
het volgende heeft aangevoerd:
„Gedaagde stelt het voor alsof het voor eiseres bij ge
breke aan vakmanschap noodzakelijk zou zijn met de haar
ter bewerking toevertrouwde films te gaan experimenteren. Dit
nu is geenszins juist. Ook is het niet juist, dat gedaagde lang
op de bewuste trailers zou hebben moeten wachten. Deze
waren snel klaar. Ik heb de films in kwestie ontvangen met
de mededeling, dat het kleurenfilms zouden zijn. maar het
bleek, dat het hier ging om zogenaamde truc color copieën.
die zeer verschillen van de normale kleurenfilms. Ik heb toen
gedaagde opgebeld en hem gewaarschuwd!, dat de films een
speciale behandeling zouden moeten ondergaan. De betiteling
vindt normaal volgens het Hruska-systeem plaats, maar duurt
alleen langer en er moet met grotere voorzichtigheid te werk
worden gegaan. Bovendien is de procedure ten opzichte van
zwart-wit film ongeveer 25% duurder. Er zit namelijk op de
true color copieën een vernislaag en deze moet eerst wor
den verwijderd, hetgeen per meter kost. Gedaagde
stond nogal sceptisch tegenover de behandeling en wilde
daarom eerst een trailer laten bewerken. Dit is normaal ver
lopen en de enige klacht was. dat de trailer een paar kleine
kabels aan het begin en einde vertoonde. Vervolgens heeft
gedaagde gevraagd, of de vernislaag ook weer aangebracht
zou kunnen worden, waarop Ik heb geantwoord, dat dit wel
mogelijk was, maar dat eiseres deze bewerking niet zelf kon
uitvoeren. De prijs voor het opbrengen der vernislaag zou
eveneens per meter bedragen.
De tweede trailer is door mij eveneens naar behoren be
werkt en vervolgens naar Regeneto Film gezonden om geves-
nist te worden. Ik heb deze trailer echter nimmer teruggezien,
hetgeen bij de Commissie van Geschillen bekend is.
Ik vond het indertijd niet nodig gedaagde te vertellen hoe
en waar de trailer is zoek geraakt. Ik heb de schuld op mij
genomen en aangeboden de kosten te vergoeden. Intussen
had Haghefilm zich bereid verklaard de film tegen een lagere
prijs te betitelen, zonder de vernis te verwijderen. Dit laatste
kan echter niet juist zijn, want men kan een film niet betitelen
zonder de vernislaag er eerst af te halen.