'Rechtzetting
betreft hier films, die uit de jaren 1934 en 1936
dateren. De enige actualiteit kan zijn de archi
vering van. deze producten ofwel de uitlening
naar Nederland uit de buitenlandse archieven,
voorzover de copieën daar geconserveerd zijn.
Dit is echter een aangelegenheid voor een film
archief en staat buiten het kader van de aan
klacht, die wij bestreden en ontzenuwd hebben.
Op Donderdag 18 December vond onder grote
belangstelling in het Seinpost Theater te Sche-
veningen de eerste vertoning plaats van de film
,,De les van Londen", welke is vervaardigd in
opdracht van de Stichting Bevordering Bescher
ming Bevolking met de bedoeling haar in do
eerstkomende maanden successievelijk te verto
nen in. die plaatsen, waar de Stichting een wer
vingscampagne voert. Het Hoofdbestuur heeft
gaarne voldaan aan het verzoek der Stichting om
de vertoning van deze film aan te bevelen, omdat
het er van overtuigd is. dat de leden op deze
wijze zullen willen medewerken aan het welslagen
van een campagne, die voor ons gehele volk van
vitaal belang is.
In verband hiermede komt het ons juist voor
er op te wijzen, dat in sommige bladen een onvolle
dig verslag is gepubliceerd van het bij de première
gesprokene.
Ter voorkoming van misverstanden stellen wij
er prijs op hier de desbetreffende passage uit de
toespraak van de heer F. E. Hollander, direc
teur van het bureau van de genoemde Stichting,
te herhalen
.Gaarne wil ik ook dank zeggen aan het
Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, dat deze film, maar vooral het doel wat
ermee wordt nagestreefd van voldoende algemeen
belang heeft geacht om deze film aan de leden
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond voor ver-
loning in het programma der bioscopen aan te
bevelen. Door deze aanbeveling wordt een niet
te overschatten steun gegeven aan de opbouw
van. de Bescherming Bevolking Organisatie.
Bij voorbaat dank ik ook die leden van de Bio
scoop-Bond, die deze film om het algemeen
belang te dienen in de komende maanden in
hun voorprogramma zullen vertonen."
nilllllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllHMIIIIMIIIIIIKIIIIIltMIIIIIIIMIMIIHIIIIIIIIIIII11111111111IIIIIUII'IIMHIIIUHIIH|I
MET LEGE HANDEN!
„Wij staan in het buitenland met lege handen!" j
1 schreef de heer R. P. Meyer enige tijd geleden in
Vrij Nederland. „Over de gehele wereld zijn mensen
1 die trachten Nederlands ti* leren, in Londen en Parijs
zo gued als in New York en Melbourne, en dat alleen
is al een aanwijzing voor een levendige belangstelling.
1 Maar behalve deze mensen zijn er talrijke anderen, j
die de taal niet kennen en die toch geïnteresseerd j
1 zijn in wat er in Nederland gebeurt, op politiek en
1 economisch, maar ook op cultureel gebied. Hoe die
mensen aan hun belangstelling voor Nederland komen,
is interessant genoeg om uit te zoeken, maar dat doet j
1 hier verder niet ter zake. De kwestie waar het om gaa!
is, wat moet ik deze mensen van de Nederlandse cul-
tuur laten zien?" j
De schrijver gaat dan na over welke media men
1 daarbij beschikken kan en concludeert:
I „Maar wanneer men dan in het buitenland voor het
1 feit staat om iets mee te delen van de Nederlandse
1 cultuur en zijn hand uitstrekt naar die media, grijpt
men in het niets, want die media bestaan meestal niet. j
Dan ziet men pas hoe schromelijk Nederland in dit j
opzicht is tekortgeschoten
I Men coquetteert in het buitenland met „Onze Gou- 1
den Eeuw" en Van Gogh, en voor de rest met molens,
klompen en rauwe haring. De buitenlander, die de
Nederlandse cultuur zoekt en op zijn weg in eindeloze
1 herhaling met dezelfde dingen wordt geconfronteerd,
1 moet dit op zijn minst vreemd gaan vinden. Cultuur-
export is een onprettig woord; het doet denken aan
kaas en imperialisme, en als men het een paar maal j
herhaalt, krijgt het al gauw een bijsmaakje van ver- j
velende opzettelijkheid. Van die opzettelijkheid zijn
wij echter nog zo ver verwijderd, dat ik het voorlopig j
1 zonder bezwaar durf gebruiken in de zin van: voldoen
aan de vraag naar uitingen van Nederlandse cultuur. j
Wat betreft dit ontbreken van cultuurexport, neemt
1 Nederland werkelijk een unieke plaats in. Waarom kan
ik hier in Australië bijvoorbeeld wel moderne Scan-
j dinavische muziek horen en geen Nederlandse? Waar-
om kan ik wel precies zien welke Vlaamse schrijvers
in het Engels zijn vertaald en niet welke Nederlandse? j
1 Waarom kan België een voortreffelijke film als de j
Rubensfilm naar het buitenland sturen en Nederland
1 niet? Raadselachtig is het beleefdste woord dat ik
s hieraan kan verbinden.
I
Van oudsher worden kunst en cultuur in Nederland
j door regering en particulier initiatief elkaar toege-
speeld. Aan wie de taak is om zorg te dragen voor 1
onze cultuur in het buitenland lijkt mij weinig twijfel-
achtig. Dat de Nederlandse regering hier voortdurend
tekort schiet, is aan even weinig twijfel onderhevig.
Het is beschamend, dat degenen die hier verantwoor- 1
delijk voor zijn, ons in het buitenland met lege handen
laten staan, terwijl het niet nodig i s."
(R. P. Meyer: „Wij staan in het buiten-
land met lege handen", Vrij Neder-
land d.d. 20 September 1952).
QjllllllllltlltllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIItlllllllllllllltllltllllllllllllllllllllllllllltllllllllltllllllllllllllllltllllllllllllllllltlltllllllllllllllllllQ