I\
n
emonam
Het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf is op
9 December een persoonlijkheid ontvallen, aan wier
nagedachtenis in de gehele pers hartelijke en vrien
delijke woorden zijn gewijd, en wier naam in
allé geledingen van het bioscoopbedrijf bekend is:
A. P. du Mée, directeur van het Rialto Theater te
Amsterdam, Oud-Voorzitter van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond, Vice-Voorzitter van het Bestuur
der Afdeling Amsterdam, lid van de Afdelingsraad
en Bestuurslid van de Stichting Bio-Vacantieoord
Dit blad kan bij het herdenken van de overleden
bedrij f sgenoten door zijn periodiek verschijnen niet
actueel zijn; het heeft derhalve weinig zin hier
opnieuw een schets te geven van de kwaliteiten
van de heer Du Mée als mens en zakenman. Deze
zijn voldoende belicht.
Er ontbrak in alle beschouwingen over zijn werk
en zijn leven evenwel één punt, dat ons niet kon
ontgaan, namelijk de betekenis die de heer Du Mée
heeft gehad voor het film- en bioscoopbedrijf als
zodanig. Door de goodwill, welke deze bioscoop
ondernemer voor het gehele bedrijf heeft gekweekt
met zijn activiteiten, zijn relaties met alle rangen en
standen, zijn belangstelling voor sociale aangele
genheden, in het bijzonder die op charitatief ter
rein waarbij steeds het Rialto Theater werd inge
schakeld, is de naam Du Mée een begrip gewor
den, dat met het begrip bioscoop in gunstige zin
onafscheidelijk is verbonden.
Niet in de laatste plaats hebben hiertoe ook
bijgedragen de kindervoorstellingen, welke jaren
lang in het Rialto Theater met speciale jeugdfilms
werden gegeven en vele ouders deden besluiten
hun kinderen met een gerust hart naar de bioscoop
te laten gaan in een tijd, toen nog tal van voor
oordelen tegen de bioscoop te overwinnen waren.
In de heer Du Mée heeft het film- en bioscoop
bedrijf een zijner beste pleitbezorgers verloren,
Daarom was de belangstelling van de kant der
bedrijfsgenoten bij de teraardebestelling, welke d.d.
12 December 1952 op Zorgvlied te Amsterdam
plaats vond, groot en bevonden zich behalve vele
autoriteiten, bondsfunctionnarissen en Amsterdam
se collega's aan de groeve vele exploitanten uit de
provincie, niet op grond van een officiële plicht,
maar wegens persoonlijke belangstelling voor de
man, wiens naam onverbrekelijk verbonden zal
blijven met de Nederlandse bioscopie.
Moge deze wetenschap zijn nabestaanden tot
troost strekken en hen sterken in de voortzetting
van zijn taak.
Van deze plaats zij ten slotte een laatste saluut
gebracht aan een flink en verdienstelijk bedrijfs-
genoot.
Op 8 December 1952 overleed in de leeftijd van
73 jaar te Nijmegen, de heer A. R. B. Maas, mede
directeur van de N.V. Utrechtse Mij. tot Exploi
tatie van Bioscooptheaters.
Hiermede heeft het bioscoopbedrijf wederom een
figuur verloren, die algemeen gerespecteerd werd.
In de organisatie trad hij vooral de laatste jaren
zelden op de voorgrond, zulks geheel in overeen
stemming met zijn bescheiden en rustige natuur.
Toch wordt zijn verscheiden door de vele bedrijfs
genoten, die hem kenden, diep betreurd, daar met
hem een beminlijk mens is heengegaan.
Het Hoofdbestuur heeft aan de familie van de
overledene zijn deelneming doen blijken.
Het stoffelijk overschot werd op 11 December
1952, onder zeer grote belangstelling, ook van orga
nisatorische zijde, na een plechtige rouwdienst in
de Parochiekerk van St. Franciscus te Nijmegen,
op het Jonkerbos Kerkhof aldaar begraven.
Hij ruste in vrede!