22
.Mijnheer de Voorzitter, Dames en Meren,"
zo besloot de Minister zijn rede, „ik wens U van
harte geluk met de viering van Uw jubileum en
ik spreek de hoop uit, dat het U allen gegeven
moge zijn nog vele jaren Uw goede krachten aan
het werk der filmkeuring te mogen wijden."
Een krachtig applaus onderstreepte deze toe
spraak.
Gelukwensen van het bedrijf
De heer J. G. J. Bosman, Directeur van de Ne-
derlandsche Bioscoop-Bond, vertolkte de gevoelens
van het gehele Nederlandse film- en bioscoopbe
drijf toen hij, namens het Hoofdbestuur het woord
voerende, te kennen gaf dat dit College het als een
voorrecht beschouwde op deze historische algemene
vergadering de gast te zijn van de Centrale Com
missie.
„Van deze gelegenheid maken wij gaarne ge
bruik", zo zeide spreker, „LI hartelijk geluk te wen
sen met Uw zilveren feest, van respect te getuigen
voor Uw werk, en LI toe te wensen, dat Uw arbeid
zo zegenrijk moge blijven als dat in de vijfentwintig
jaar van het bestaan Uwer Commissie het geval
was.
Voor niet-ingewijden moge dit paradoxaal klin
ken. Wij behoren immers tot een groep van be
drijven, welker uitoefening de wetgever aan strenge
regels gebonden heeft en Uw Commissie is het cen
traal orgaan met de uitvoering hiervan belast, met
name voorzover dit het toezicht betreft op de pro
ducten, die wij vervaardigen, invoeren, distribueren,
vertonen of doen vertonen.
Het zou dus aannemelijk zijn, wanneer men de
oprechtheid van onze wensen geveinsd zou vinden
ofwel de controle zodanig, dat men er, gezien onze
belangen, weinig betekenis aan moet hechten. Ik
hoef U wel niet te zeggen, mijnheer de Voorzitter,
dat noch het een, noch het ander het geval is! Na
tuurlijk bestaan er verschillende opvattingen over
de Wet, die U hebt toe te passen en die wij moeten
naleven.
Er kan reden zijn voor de vraag of men terecht
het woord, het geluid en het gebaar, hetwelk grond
wettelijke vrijheid geniet, zodra het via de drukpers
of enig instrument tot ons komt, doch uitsluitend
aan het repressieve toezicht van de gewone rechter
is onderworpen, een voorwerp van preventieve zorg
gaat worden zodra de camera en de projectiema
chine als hulpmiddel dienen om dezelfde voort
brengselen des geestes aan ons mee te delen in een
andere, voorheen ongekende vormgeving. In landen
met groter filmmindedness dan het onze is deze
vraag nadrukkelijk aan de orde gesteld. En nu de
voortschrijdende ontwikkeling de materiële hulp
middelen zelfs zodanig wijzigt, dat de vorm
geving, welke wij onder het begrip film
samenvatten, een nieuwe betekenis heeft ge
kregen en van het ene rechtsgebied in het
•andere doordringt zonder dat de douane of Uw
Commissie gepasseerd behoeft te worden, is er ook
de vraag of geen aanpassing moet worden verkre
gen aan het nieuwe tijdperk, hetwelk voor de uit
drukkingsmiddelen aan de deur van onze samen
leving klopt.
Dat alles neemt niet weg, dat het pessimisme,
waarmede Uw werkzaamheid vijfentwintig jaar ge
leden werd tegemoet gezien, ten onrechte heerste.
De carricaturist, die U bij Uw komst tekende met
een grote schaar, waarmede U een welhaast ein
deloze band van celluloid knipt in stukken die wij
wel en stukken die wij niet zouden mogen zien, en
daarmede suggererend de verwoesting op film-
cultureel terrein, die zou worden aangericht, heeft
ongelijk gehad. Het feit, dat een zo subtiele werk
zaamheid als U is toevertrouwd, bij hoge uitzon
dering in opspraak kwam en voorzover dat het
geval was gewoonlijk niet terecht het feit ook
dat, ondanks bezwaren, onze bedrij f sgenoten zich
bij Uw beslissingen konden neerleggen en wat
meer zegt voor Uw werk begrip konden hebben,
en, wat nog veel meer zegt, door Uw werk be-
invloed konden worden, spreekt boekdelen. Daar
om is ons respect oprecht en zijn onze geluk
wensen van harte.
Ik heb bewondering voor het wijs beleid hetwelk
bij de instelling van Uw Commissie en bij de op
lossing van vraagstukken aan de dag is gelegd.
De grondslag, die bijvoorbeeld wijlen Staatsraad
Kan gelegd heeft voor de verhouding, welke zich
tussen Uw Commissie en ons bedrijf ontwikkeld
heeft, bepaalt nog altijd de practijk van thans.
De gelukkige hand, die de Overheid heeft gehad
bij het benoemen der Voorzitters en der leden, in
zonderheid van die der Huishoudelijke Commissie,
was van grote betekenis. De Bioscoopwet, meneer
de Voorzitter, is tweemaal gemaakt, namelijk dooi
de wetgever in eerste en door Uw Commissie
in tweede instantie. Gij hebt de Wet doen leven
tot welzijn van het algemeen en op een wijze,
•waarmede belanghebbenden vrede konden hebben.
Mag ik bijzondere hulde brengen aan de oud-
Voorzitter Van Staveren, gelukkig in goede ge
zondheid aanwezig, wiens naam als Voorzitter dei-
keuring in haar annalen een begrip geworden is.
Mag ik. eerbiedig gedenken zijn opvolger, de heer
Von Frijtag Drabbe. Mag ik uitdrukking geven aan
het diep respect, mijnheer de Voorzitter, dat het
Hoofdbestuur en allen in ons bedrijf, die U kennen,
U toedragen. Tal van maatregelen, onder Uw be
stuur genomen, getuigen van begrip voor de functie
van de wet in de huidige tijd, van de functie van
de film, voorzover dat in het kader van de Wet
mogelijk is. Met de rust en de eenvoud waarmede
Gij ons tegemoet treedt hebt Ge onze sympathie
verworven en met Uw grote kennis van zaken,
door zovele jaren van arbeid aan het keurings
instituut, geniet U bij ons een groot gezag.