UITSPRAKEN COMMISSIE VAN GESCHILLEN
27
Pag. 53: Tilburg, Chicago.
Kengetal wijzigen in K 4250.
Telef. theater wijzigen in ,,21272".
Tilburg, Royal.
Telef. theater gewijzigd in: ,,25113'.
Telef. kantoor Tuinstraat gewijzigd in:
„20205".
Tel.no. corr.-adres gewijzigd in:
„21207".
Pag. 67: FILMPRODUCTIEZAKEN
Amsterdam, Toevoegen:
H. Wassenaar Filmproductie, 3e Hel
merstraat 16, tel. 89876.
Toevoegen:
Voorburg
K 1700 (district 's-Gravenhage).
Firma Carillon Films, Laan van Mid
denburg 17, tel. 779607, T. de Wit en
G. J. M. Raucamp, firmanten.
De COMMISSIE VAN GESCHILLEN (Eerste Kamer)
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft het volgende
arbitrale vonnis gewezen:
In zake:
FIRMA TRIOFILM, gevestigd te Amsterdam, waarvan
firmanten zijn de heren Joh. de Haas en M. Cornelissen, kan
toor houdende te Amsterdam aan de Vondelstraat 72,
ciseres, contra
N.V. KINOTECHNIEK, gevestigd te Amsterdam en
kantoor houdende aldaar aan de Prinsengracht 530, ge
daagde.
De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond, volgens de Statuten en het
Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen
als arbitragecollege voor de beslechting onder meer van
geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request d.d. 22 October 1952 een geschil
contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request
een afschrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk be
schouwd wordt als hier te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit
ting, gehouden op Woensdag, 21 Januari 1953 op het Bu
reau van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, Jan Luyken-
straat 2 te Amsterdam;
dat aldaar verschenen zijn de heren Joh. de Haas en
M. Cornelissen, firmanten van eiseres, en O. P. Besseling en
Mr. T. Schadd, respectievelijk directeur en rechtskundig
raadsman van gedaagde;
dat Mr. T. Schadd namens gedaagde in hoofdzaak het
volgende heeft verklaard:
1- In Maart 1949 heeft gedaagde een Debrie copiëei-
machine van het type Matipo X-01 aan eiseres ge
leverd.
2. Op of omstreeks 4 September 1949 heeft eiseres bij
gedaagde geklaagd over diverse storingen.
3. Op of omstreeks 9 September 1949 heeft gedaagde een
onderzoek ingesteld en de nodige reparaties uitgevoerd.
4. Op 1 November 1949 heeft eiseres ter zake een rapport
aan gedaagde uitgebracht, vergezeld van een brief,
waarin tot uitdrukking is gebracht, dat zij nieuwe sto
ringen ducht en dat de bijstand van een monteur van
de fabrikant Debrie te Parijs gewenst is.
5. Op 8 November 1949 heeft gedaagde een onderhoud
met de firmanten van eiseres bevestigd tijdens welk
onderhoud is vastgesteld, dat zich geen nieuwe sto
ringen hebben voorgedaan en dat partijen het vertrou
wen hebben, dat deze zich ook niet zullen herhalen:
dat derhalve het overkomen van een monteur van Debrie
niet meer nodig wordt geacht.
6. Op 27 October 1951 heeft eiseres schriftelijk aan Debrie
te Parijs medegedeeld, dat zich wederom storingen heb
ben voorgedaan; via Debrie is een afschrift van deze
brief in het bezit van gedaagde gekomen; in de brief
van Debrie is vermeld, dat de door gedaagde geleverde
machine van tijd tot tijd onregelmatigheden op de ge
luidsband veroorzaakt, welke het vervaardigde werk
onbruikbaar maken; de oorzaak van deze steeds terug
kerende storingen is ondanks naarstig zoeken door
gedaagde niet gevonden, weshalve eiseres zich ten
einde raad tot Debrie wendt met het verzoek om
advies.
7. Op 17 December 1951 heeft eiseres een brief aan ge
daagde geschreven, waarin zij zich er over heeft be
klaagd, dat de reeds meermalen gesignaleerde fouten in de
geleverde copiëermachine ondanks diverse bezoeken
van de technicus van gedaagde en ondanks het aan
brengen van verscheidene wijzigingen in de machine,
niet zijn verholpen; in dit schrijven wordt er voorts op
gewezen, dat de onderhavige storing eiseres grote scha
de heeft berokkend, zodat zij er op moet staan, dat
thans deugdelijke reparatie plaats vindt, waarbij zo
nodig een expert van Debrie dient te worden inge
schakeld.
8. Nadat nog enige tijd tevergeefs naar de fout is gezocht,
werd ten slotte Ing. E. F. W. Trijssenaar bij de zaak
betrokken, die de fout met behulp van medewerkers
van eiseres heeft gevonden en daarvan een rapport ge
dateerd 13 Augustus 1952 heeft opgemaakt, welk rap
port zich bij de stukken bevindt.
9. De schadevordering van eiseres is niet voorafgegaan
door een in-gebreke-stelling al of niet gekoppeld aan
een sommatie tot het terugnemen van de machine res
pectievelijk het betalen van schadevergoeding, zodat de
vordering alleen al om deze reden niet ontvankelijk
zou moeten worden verklaard.
10. Overigens kan schadevergoeding slechts worden geëist
als gevolg van wanprestatie, als gevolg van een ver
borgen gebrek of als gevolg van onrechtmatige daad;
dit laatste kan onmiddellijk worden uitgeschakeld, om
dat er geen sprake is van iets, dat zou kunnen worden
gerangschikt onder dit begrip; evenmin kan er sprake
zijn van wanprestatie, omdat nimmer ontbinding van
de koop is gevraagd en evenmin nakoming van de
opdracht is gevorderd; eiseres zou zich dus slechts kun
nen beroepen op een verborgen gebrek, zoals dat is
omschreven in artikel 1540 e.v. van het Burgerlijk
Wetboek; in dit geval zijn volgens de wet twee mo
gelijkheden, namelijk: het geleverde artikel terug te
geven en de koopprijs terug te vorderen of het artikel
te behouden en te vorderen, dat de koopprijs wordt
verlaagd; uit niets is gebleken, dat eiseres in deze rich
ting een keus heeft gemaakt of dat zij zich op een
verborgen gebrek heeft willen beroepen; daarbij komt
nog, dat, indien er sprake is van een verborgen gebrek,
dat niet bekend is bij de verkoper hetgeen hier wel
zeer duidelijk het geval is slechts terugbetaling kan
worden gevorderd van de op de koop en de levering