21
De Ledenraad heeft in zijn vergadering van 23
Maart 1954 de beslising van het Hoofdbestuur
bevestigd, waarbij afwijzend is beslist op de aan
vrage van de N.V. Holland Film te Amsterdam om
op haar naam de exploitatie van een nieuwe per
manente bioscoop-B, te vestigen in het Concert
gebouw aldaar, in het Bedrijfsregister in te
schrijven.
In dezelfde vergadering werd eveneens cfë be
slissing van het Hoofdbestuur bevestigd, waarbij
besloten is de inschrijving van het filmverhuur
kantoor N.V. Filmindistributie te 's-G'ravenhage
in het Bedrijfsregister per 1 April 1954 door te
halen.
De Commissie Nieuwe Zaken heeft in haar op
17 Februari 1954 gehouden zitting besloten toe
stemming als bedoeld in genoemd reglement te
verlenen aan:
N.V. Miedema's Bioscoop en Exploitatie My.
te Deventer tot het gaan exploiteren van de Cine
ma Palace te Hengelo, zulks onder zekere voor
waarden;
de heer S. Nieuwenhuis te Enschede tot het
gaan exploiteren van de bedrijfstak e (de produc
tie van films, niet vallende onder a, b, c, of d) van
een filmproductiezaak.
De Commissie Beroep Nieuwe Zaken heeft in
haar op 25 Maart 1954 gehouden zitting behan
deld het hierna volgende beroep, ingediend door:
de Firma Serlie en de Firma Gebrs. E. T.
Koper, beide gevestigd te Enschede, tegen de be
slissing van de Commissie Nieuwe Zaken dd. 17
Februari 1954, waarbij aan de N.V. Miedema's
Bioscoop en Exploitatie Maatschappij te Deventer
toestemming werd verleend tot het op bepaalde
voorwaarden gaan exploiteren van een nieuwe
permanente bioscoop-A in het pand Cinema Palace
aan de Enschedesestraat 21 te Hengelo (O). De
beroepcommissie verklaarde het beroep van
appellanten ongegrond en bevestigde de beslissing
van de Commissie Nieuwe Zaken.
AANMELDING LIDMAATSCHAP
Voor het lidmaatschap heeft zich aangemeld;
de heer J, S. Nieuwenhuis te Enschede voor het
exploiteren van een filmproductiezaak;
de heer P. J. A. Jansen te Dongen voor het
exploiteren van de permanente bioscoop-A
„Aurora Theater" aldaar;
de heren Oosten en R. tho. Bockholt te Dok-
kum voor het exploiteren van de permanente
bioscoop-A Cinema Hollandia" aldaar.
TOELATING LIDMAATSCHAP
Tot het lidmaatschap van de Bond is toegelaten:
de N.V. Kempensche Zinkmaatschappij te Budel
voor de exploitatie van een permanente bioscoop-B
aan het Dorplein aldaar;
de heer J. Th. Koenen te Well voor de exploita
tie van de permanente bioscoop-B Walaria aldaar.
BEËINDIGING LIDMAATSCHAP
Van het lidmaatschap is wegens verlies van de
vereisten daarvoor vervallen:
de heer F. M. Olde Agterhuis, voormalig exploi
tant van de permanente bioscoop-B „'t Wapen
van Oldenburg", te Dinxperlo;
de heer L. J. Ansems te Dongen, voormalig
exploitant van de permanente bioscoop-A „Aurora
Theater" aldaar.
de N.V. Filmdistributie te 's-Gravenhage voor
heen exploiterende een filmverhuurkantoor aldaar.
DONATEURSCHAP
Tot het donateurschap van de Bond is toegela
ten de CV. H.H. de Klerk Zonen, Breevaart-
straat 65 te Rotterdam, exploitante van een meubi-
leringsbedrijf, en de N.V. De Melker's Handels
onderneming, Bezuidenhoutseweg 177 te 's-Gra
venhage, importice, vertegenwoordigster van
buitenlandse fabrieken.
Eventuele bezwaren tegen de toelating van
eerstgenoemde vennootschap behoren binnen acht
dagen na de verschijning van dit orgaan schrifte
lijk en gemotiveerd bij het Bondsbureau te worden
ingediend.
LIQUIDATIE WAARBORGSOM
In verband met de beëindiging van het lidmaat
schap van de heer F» M, Olde Agterhuis te Dinx
perlo, voorheen exploiterende een permanente
bioscoop-B aldaar, worden de leden uitgenodigd
eventuele vorderingen op dit voormalige lid bin
nen acht dagen na het verschijnen van deze publi
catie schriftelijk bij het Bondsbureau in te dienen.
,,Te beweren dat de film verantwoordelijk is voor
misdaad of dat zij in sterke mate de levens van kin
deren verontrust duidt op een onjuist begrip van do
wijze waarop het karakter van het kind zich ontwikkelt.
Asociaal gedrag en abnormaliteiten van karakter komen
vooit uit diepere oorzaken dan het na-apen van de
handelingen op het witte doek."
(D r. W. B. I n g I i s, paedagogi-
sche faculteit van de Universiteit van
Glasgow. Richard Ford: „Children in
the cinema". Londen, George Allen
Unwin, Ltd. 1939, pag. 76-77).
IIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIII
uiiiiiiiiiiimmm
IIIIIIIIMIIIIIIIIIII
umiiiHiniiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiun