30 steeds veraezellen. De naam ,,aandrukrol" is hier dus eigenlijk niet geheel juist: deze mag n.1. nim mer op de film drukken. Dat deze rollen en even eens de verder aanwezige geleiderollen, welke dienen om de film in de juiste baan te houden, steeds grondig gecontroleerd moeten worden en reeds bij geringe slijtage dienen te worden ver nieuwd, zal thans zonder nadere verklaring dui delijk zijn. Na het verlaten van het filmvenster en de tam boer gaat de film door de soundboux, waarin, mits alles goed soepel loopt en spoort, weinig gevaar voor filmbeschadiging aanwezig is. Slechts bij de nog hier en daar in gebruik zijnde soundboxen met een niet roterende geluidsbaan moet weer worden opgepast, dat zich geen filmvuil vastzet, waardoor kabels worden teweeggebracht. Dat er voor moet worden gezorgd, dat nergens in de filmbaan uitsteeksels voorkomen, bijvoor beeld koppen van schroeven, scherpe kanten van andere onderdelen e.d., welke met de film in aan raking kunnen komen, spreekt natuurlijk vanzelf. De film gaat hierna naar de ondertransportrol, die zorgt voor de trek door de soundbox indien deze thans niet zelf wordt aangedreven en voor een juiste afvoer naar de onderspoel. Voor deze rol, alsmede voor de onderspoel geldt hetzelfde als reeds ten opzichte van de bovenspoei is gezegd. Het enige verschil is dat wanneer de onderspoel te zwaar trekt, de transportrol gaat remmen, omdat dit onderdeel de film met een con stant tempo afvoert. De film wordt hier dan inge trokken aan de onderkant van de perforatie. Wan neer men dus een film heeft, waarvan de perfora tie is ingescheurd men spreekt van ingetikte perforatie wanneer deze beschadiging nog slechts in een beginstadium verkeert dan kan men aan de zijde waar de beschadiging zich bevindt dade lijk, zien, of de oorzaak gezocht moet worden in de ondertransportrol of in de boventransportrol respectievelijk de tamboer. Het inscheuren van de perforatie op de onder transportrol kan worden voorkomen door de on derfrictie zodanig in te stellen, dat de film bij het verlaten van de transportrol steeds juist strak blijft staan. Daar de minimale trek ingesteld moet worden op de maximale doorsnede van de filmrol die immers bij het doordraaien van de film op de onderspoel geleidelijk groter wordt is het zaak bij gebruik van twee machines geen filmrol te bezigen met een grotere lengte dan 600 meter Bij grotere lengten wordt de trek nodeloos groot en werkt men perforatieschade en .beregening" van het beeld in de hand. De hierboven genoemde perforatiebeschadigin gen, waaraan wij extra aandacht hebben geschon ken, omdat de toestand der perforatie voor een zeer belangrijk deel de levensduur van een copie bepaalt, treden eveneens op wanneer de projecto ren abrupt worden gestart. Nog komen wij herhaaldelijk totaal ver nielde start- en eindstukken tegen, hetgeen hoofd zakelijk moet worden toegeschreven aan een on juiste wijze van starten en zeer gemakkelijk kan worden vermeden door voor een geleidelijke aan loop van het mechanisme zorg te dragen. Ten slotte is het na lezing van het vorenstaande zeker duidelijk, dat speciaal de onderdelen der projectoren, die met de film in aanraking komen voortdurend zorgvuldig gecontroleerd moeten worden. Behalve voor het aanzetten van vuil in de film- loop dient ook te worden gewaakt voor roest. Het tegengaan van roest moet vooral niet nagestreefd worden door een kwistig gebruik van olie of vet, want hierop verzamelt zich zeer gemakkelijk vuil of stof en men komt dan van de regen in de drup. Olie is zeer schadelijk voor het filmmateriaal en voor olielekkage in de apparatuur respectievelijk voor het zogenaamde ,,doorzweten" van olie, dat men bij oudere machines nogal eens aantreft, moet daarom voortdurend worden opgepast. Wanneer al deze aanwijzingen nauwkeurig worden opgevolgd en de film, die natuurlijk tij dens het gebruik altijd aan slijtage en dus bescha diging onderhevig is, regelmatig en grondig wordt gecontroleerd, zal haar levensduur zonder twijfel belangrijk kunnen worden verlengd, waarvan het publiek, alsmede ieder die met de film moet om gaan, slechts kan profiteren. Operateursexamen 1954 Van het Bestuur der Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" ver nemen wij, dat het in het voornemen ligt het schrif telijk gedeelte van het operateursexamen dit jaar te laten plaatsvinden in de laatste week van Juni, dat wil zeggen op 29 en 30 Juni a.s. Het mondeling gedeelte, alsmede het examen ter verkrijging van het z.g. practijkcertificaat zal vervolgens worden gehouden in de laatste week van Augustus respec tievelijk begin September, dat wil zeggen op 31 Augustus, i en 2 September. Het zal ook dit jaar weer mogelijk zijn het examen in gedeelten af te leggen. De nodige bij zonderheden hieromtrent zijn inmiddels schriftelijk ter kennis van alle leden-bioscoop-exploitanten gebracht, waarbij tevens de inschrijving voor het examen is opengesteld. Deze sluit op 19 Juni a.s.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 28