Verenigde Staten
30
betering en vernieuwing van zaal en apparatuur
en de voor deze bioscopen geringe credietmoge-
lijkheden bij de banken hebben in niet geringe
mate tot de moeilijkheden van de kleine onafhan
kelijke exploitant bijgedragen. Hij kan zijn prijzen
niet verhogen, omdat zijn publiek het niet zou kun
nen betalen en hij heeft nimmer een voldoende
winstmarge gehad om reserves te kunnen vormen.
In de Britse pers wordt aangedrongen op verla
ging van de belastinglast voor deze groep en op
de instelling van een commissie, samengesteld uit
vertegenwoordigers van de organisaties van pro
ducenten, verhuurders en exploitanten, die zich
speciaal bezig zal houden met haar moeilijkheden
en zal onderzoeken op welke wijze hulp zal kun
nen worden geboden door bijvoorbeeld speciale
huurvoorwaarden enz.
Moeilijkheden inzake de Production Code
De Motion Picture Production Code is, zoals
bekend, een instelling van de Amerikaanse film
industrie met name van de Motion Picture Asso-
ciation of America welke ten doel heeft door mid
del van een vrijwillige voorcensuur van scenario's,
draaiboeken enz. te voorkomen, dat de films op de
nationale en internationale markt in botsing komen
met morele opvattingen of met nationale gevoelig
heden. De code iê gebaseerd op objectieve zedelij
ke beginselen, waarbij geen doctrinaire onder
scheidingen betrokken zijn.
Aan de oorspronkelijke kern van deze code
werden in de loop der jaren een aantal willekeuri
ge voorschriften toegevoegd, enkel en alleen ge
baseerd op tactische en opportune overwegingen,
en niet op enig oorspronkelijk zedelijk beginsel.
Zij zijn daarom nauw verbonden aan opvattingen,
welke zich na verloop van tijd kunnen wijzigen.
Sommige van deze voorschriften zijn zelfs geba
seerd op zuiver Amerikaanse opvattingen, welke
nimmer door de openbare mening in andere landen
zijn gedeeld, zoals bijvoorbeeld het verbod van
,,miscegenation", wat in de practijk zeggen wil dat
iedere aanduiding van sexuele verhouding tussen
het „blanke" en de „zwarte" rassen verboden is.
Enkele andere van deze voorschriften, welke ten
slotte geen integrerend bestanddeel vormen van
de code zelf, zijn van dien aard dat zij gemakkelijk
aanleiding geven tot spot en critiek, zoals het be
kende verbod tot het gebruik van de woorden
„heil" en ,,damn".
Of een dergelijke „vrijwillige" preventieve cen
suur nuttig of, zoals sommigen beweren, dwaas is,
laten wij hier buiten beschouwing. Degenen, die
beweren dat het bestaan van deze code of van
enig ander systeem van voorschriften op zichzelf
nog geen blijvende zekerheid biedt dat de juiste
morele normen worden gehandhaafd, hebben on
getwijfeld gelijk. Anderzijds bewijst het naleven
van deze code, gebaseerd op de fundamentele cri
teria van menselijke verplichting en verantwoor
delijkheid, toch wel de ongefundeerdheid van de
vaak herhaalde klakkeloze beschuldiging dat het
overgrote deel van deze films „moreel slecht" zou
zijn.
In elk geval schijnt een dergelijke code te beant
woorden aan het doel, waartoe hij in het leven is
geroepen, anders zou hij niet op zo ruime schaal
zijn nagevolgd. Immers onderscheiden grote film
industrieën zijn gedurende het laatste decennium
het Amerikaanse voorbeeld gaan volgen met het
instellen van zulk een code, onder meer de Japan
se, Indiase en Italiaanse, terwijl de Duitse „Frei-
willige Selbstkontrolle" met zijn „Manuskriptbe-
ratung" eveneens op het Amerikaanse voorbeeld
is gebaseerd. Britse producenten plegen tegen
woordig hun draaiboeken ter inzage te geven aan
de British Board of Film Censors, wat ten slotte
op hetzelfde neerkomt.
Maar een code, hoe voortreffelijk op zichzelf
ook, krijgt zijn practische betekenis door de wijze
waarop hij wordt gehanteerd en het is inzonder
heid op enige aan de toepassing van de Ameri
kaanse code verbonden aspecten, waarop wij hier
de aandacht willen vestigen. Er bestaat namelijk
in zekere Amerikaanse kringen een groeiende on
tevredenheid over de werkwijze van deze code,
dat wil zeggen de toepassing en interpretatie van
de codebepalingen door de daarmede belaste ad
ministratie.
Wil men zich een juist denkbeeld van de moei
lijkheden vormen, dan mag men vooral de practi
sche werking van deze code niet onderschatten,
inzonderheid wat betreft de Amerikaanse markt.
Al is de code op zichzelf vrijwillig, door de macht
welke de katholieke „Legion of Decency" kan uit
oefenen, en in de practijk ook uitoefent, op de
Amerikaanse exploitanten in zekere zin fun
geert deze organisatie hier als een sterke arm die
de werking van de code verzekert betekent
weigering van het codezegel dat ten teken van
goedkeuring wordt gegeven, een grote belemme
ring voor de amortisatie van een film. Een tweede
aspect is, dat de code-administratie tenslotte een
instrument is van de Motion Picture Association
of America, waarvan de onafhankelijke producen
ten en de importeurs van buitenlandse films, die
geen lid zijn van deze organisatie, practisch ge
dwongen zijn gebruik te maken.
Klachten over de code-administratie
De klachten, waar het hier om gaat, komen zo
wel van Amerikaanse zijde als van buitenlandse
producenten.
Door vele onafhankelijke Amerikaanse produ
centen, maar ook door de openbare mening bij
monde van de pers, is in toenemende mate critiek