Restauratie- of verbouw ing*planuen Nederland 531 bioscopen niet 253.000 zit plaatsen. Vergeleken met 10 Mei 1945 is dit een stijging van 208 bioscopen met 98.500 zitplaatsen (dit is voor beide een stijging van 64%). De intensiteit van het bioscoopbezoek per theater is dus zeer hoog. Wanneer wij de cijfers op de keper gaan beschouwen blijkt, dat er interes sante verschuivingen zijn. In Rotterdam was er bijvoorbeeld de laatste drie jaren een stijging van 19%: in Nijmegen van 25%: in Arnhem van 15%: in een gebied als Emmen waar nieuwe industrieën ge vestigd zijn van 87%; in Vlaardingen van 42%; in het gebied der gemeenten Velsen en Beverwijk van 12%. Na de oorlog heeft zich ongetwijfeld een doorbraak gemanifesteerd in onze bevol king met betrekking tot de filmbelangstel- ling. Het gehele Nederlandse film- en bio scoopbedrijf is volop in ontwikkeling. Wan neer sommige berichten ons regelmatig een soort teruggang trachten te suggereren in het bioscoopbezoek elders en een vermin dering van het aantal bioscopen als ge volg bijvoorbeeld van de televisie, dan doet men goed deze berichten met een korrel tje zout te lezen. Men moet wel zeer goed de verschillende buitenlandse situaties ken nen om hieraan de juiste conclusies te kunnen verbinden. Men vergete hierbij ook niet. dat het buitenland vaak volledig filmminded is, zodat de ups en downs in bezoekcijfers daar een geheel andere be tekenis krijgen. Zij zitten immers aan de grens van hun capaciteit. Dit is in ons land allerminst het geval. Er is nog volop ruimte voor expansie. Tientallen plannen tot nieuwbouw en uitbreiding van zaken zijn hier bijvoorbeeld vertraagd door de in voering van de bouwstop. Daarom vrezen wij geen concurrerende media, welke zij ook mogen zijn. Wat wij wèl vrezen is, dat wij in de concurrentie strijd met ongelijke wapenen moeten vech ten. Niet het ene medium belastingvrij en het filmmedium belast met 20 tot 30%. Niet het ene bevoordeeld met een millioe- neninvestering van Overheidswege en het filmmedium afgescheept met sigarencenten. Ik weet niet precies, wat men onder „contacten" verstaat, maar wanneer ik er gens de bewering verneem, dat met een totaal van 800.000 „contacten" en 50 recla mefilms per jaar in ons land de grens van de filmreclame is bereikt, dan waag ik dat te betwijfelen. Zelfs op het gebied van de wijze van vertoning van reclamefilms in de bioscopen, moet men zich niet te straf willen houden aan een soort status quo. Er moet altijd ruimte zijn voor het expe riment. Het is dus niet uitsluitend voor de kwa liteit van de film, dat men voortdurend aandacht zal moeten hebben, doch ook voor de distributie en de programmering en voor het artikel, dat zich uitermate leent voor de hoofdrol in een film. Zij zullen van de zojuist geschetste ontwikkeling ten volle moeten profiteren. Ik mag ook niet verzuimen te wijzen op de evolutie, die zich in de techniek van de filmprojectie voordoet, onder meer met panoramische projectiesystemen, waarbij dan gebruik wordt gemaakt van brede pro jectiedoeken; de verbetering van de acous- tische verhoudingen en de toepassing van stereofonie en het gebruik van kleuren. Stuk voor stuk ontwikkelingen die op het gebied van de reclamefilm tot verrassingen kunnen leiden. Mijne Heren, wanneer ik mij verstout heb de mogelijkheid van meer ruimte voor de reclamefilm onder het oog te zien, weest er dan van overtuigd, dat het niveau van dit medium waarop Gij U jaarlijks zo verdienstelijk bezint, bij mij voorop staat. Maak ze zo, dat het publiek zegt: wat een aardig filmpje was dat; voor die thee of dat wasmiddel of die eigaret. Dan hebt U twee keer contact, namelijk tijdens en na de voorstelling. Dat is nu het geheim van de goede re clamefilm en van haar alleen." Na deze causerie werden de zestien Nederlandse reclamefilms vertoond, welke ter beoordeling waren ingezonden aan de jury, bestaande uit Mevrouw G. H. Key- ser-Hardick, Voorzitster en de heren Mr. C. H. W. d'Artillac Brill, H. W. Hagen- berg, L. W. R. Meyer en W. K. G. van Roven. Bij de beoordeling kwamen de volgende elementen in het geding: a. of de verkoopboodschap goed gebracht is; b. of een goed gebruik is gemaakt van het medium film; c. of de presentatie aan eisen van goede smaak voldoet. Voor de beste Nederlandse reclamefilms had het Genootschap voor reclame drie gelijkwaardige prijzen beschikbaar ge steld. De Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten had een extra prijs uitgeloofd, bestaande uit de gratis vertoning gedurende één week in een der middelgrote Amsterdamse pre mièretheaters. De drie prijzen van het Genootschap werden toegekend aan de films „De drie Mascottiers" van Joop Geesink (reclame voor cigarettenpapier), „Zoals de kinde ren" van Cefima Film (reclame voor mar garine) en „De Gruyter" van de N.V. Filmfabriek Polygoon. De prijs van de Nederlandsche Ver eeniging van Bioscoopreclame-Exploitan ten werd toegekend aan de N.V. Cefima om daarmede uiting te geven aan de waardering voor het uitstekende peil van de zeven door Cefima ingezonden reclame films. Nadat nog een aantal Nederlandse reclamefilms, die niet voor jurering in aanmerking kwamen, vertoond waren, werd er gepauseerd voor de lunch. Daarna hield de heer J. Daudey van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken een inleiding en een toelichting bij een aantal reclamefilms, die bekroond waren op het reclame filmfestival, dat in de zomer van 1955 in Monte Carlo is ge houden. De films waren afkomstig uit Frankrijk, Engeland, Duitsland, Zwitser land, Denemarken, België en Nederland. Opnieuw kon worden geconstateerd, dat de Nederlandse reclamefilms de vergelij king met buitenlandse producten uitste kend kunnen doorstaan. Ondanks het feit. dal wij onder andere in dit Orgaan bij herhaling hebben gewezen op de mogelijkheid om de Technische Commissie in geval van nieuwbouw-, ver bouw- of restauratie-plannen advies te vragen, komt het nog steeds voor, dat deze adviesmogelijkheid over het hoofd wordt gezien. Het gevolg is in sommige gevallen. dat veranderingen tot stand komen, die niet geheel aan de te stellen eisen voldoen. Nog onlangs heeft zich een geval van overplaatsing voorgedaan, waarbij pas bleek, dat het hier ging om nieuwbouw toen de bouwwerkzaamheden reeds waren vol tooid. Het resultaat was dat in de cabine, alsmede in sommige vluchtwegen voor het publiek, zeer onpractische constructies waren toegepast. Een en ander had zonder extra kosten veel beter opgelost kunnen worden indien tevoren advies zou zijn gevraagd bijvoorbeeld door het ter beoordeling inzenden van bouwtekeningen. Nu het werk eenmaal gereed is zal het aanbrengen van de gewenste en wellicht door de plaatselijke autoritei ten noodzakelijk geachte verbeteringen, aanzienlijke bedragen vergen, nog afgezien van de extra last, welke daardoor wordt ondervonden. Het lijkt ons derhalve raadzaam er op deze plaats nog maals op te wijzen, dat het vragen van advies in gevallen als bovenbedoeld steeds aanbeveling verdient. Het inzenden van een schetstekening, waarop de ver bouwing enz. in plattegrond en in doorsnede is aange geven, zal meestal reeds voldoende zijn om te kunnen be oordelen, of aan de eisen van veiligheid en practische indeling wordt voldaan. 21

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1956 | | pagina 22