Vergadering Ledenraad Op 10 Januari j.1. is er op het Bondsbureau een ver gadering van de Ledenraad gehouden, waaraan werd deel genomen door de heren S. Barnstijn, J. van Bentum, C. J. Blad, II. S. Boekman, H. P. H. Juten, J .A. L. Kemps. L. W. B. Meyer, J. E. F. de Nijs, J. L. Paerl. J. P. M. A. Smulders, H. J. de Vries. J. Weening, C. van Wiligen, A. F. Wol ff, K. I'. J. Wijsmulier en J. de Wilde. Bij afwe zigheid van de heer M. P. M. Vermin, die evenals de heer C. M. Westland wegens ziekte verhinderd was, werd de vergadering gepresideerd door de vice-voorzitter, de heer J. Weening. Het eerst kwam aan de orde het voorstel van hel Hoofd bestuur tot vaststelling van een nieuw Bedrij f sbesl uit in zake de Uitvoering der Deviezenregeling overeenkomstig de tekst van het op 7 December 1954 vastgesteld Bedrijfs- besluit van die naam (reglementenboekje no. 4, pagina's 3739)) met dien verstande, dat in de artikelen een, twee en acht het jaartal 1955 veranderd wordt in 1956. Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Als iweede voorstel van het Hoofdbestuur kwam aan de orde het voorstel tol het vaststellen van een Bedrij f sregle- ment ter zake van reclame voor Bioscoopvoorstellingen. Het voorstel werd, nadat het nog eens was toegelicht, zon der hoofdelijke stemming goedgekeurd. Het nieuwe regle ment bevat bepaalde voorschriften ten aanzien van hel maken van reclame door middel van advertenties, reclame- biljetten en dergelijke. Vervolgens kwam aan de orde het voorstel van hel Hoofdbestuur tot vaststelling van een Bedrijfsreglement Algemene Leveringsvoorwaarden van de Leden-Filmfabri- kanten. Hierin zijn omschreven de voorwaarden, waar onder de leden-filmfabrikanten opdrachten van leden filmverhuurders en leden-bioscoopexploitanten tot bewerking van films uitvoeren. Op dit voorstel had de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders een amendement inge diend, waarmede een redactieverduidelijking van het schadevergoedingsartikel werd beoogd. Het Hoofdbestuur had in zijn prae-advies tegen het amendement geen be zwaar gemaakt. Ook de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten was ermee accoord gegaan. Het aldus geamendeerde voorstel werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Hierna is uitvoerig gediscussieerd over het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging en aanvulling van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden en het amende ment daarop van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders. Het voorstel van het Hoofdbestuur beoogde een nieuwe, permanente regeling te treffen ter vervanging van het Bedrijfsbesluit Tweede Aanvulling Bondsvoorwaarden. In grote lijnen kwam dit hierop neer, dat van de filmhuur- maxima zouden uitgezonderd blijven ten eerste hoofdfilms, die op sliding scale met een minimum van 22j^ en een maximum van 40 forden verhuurd en ten tweede driedimensionale, panoramische en soortgelijke films. Verder zouden van de maxima uitgezonderd zijn de Nederlandse hoofdfilms en dan tien procent van de door elke verhuurder in een tijdvak van een jaar uit te brengen nieuwe hoofdfilms met een minimum van één per jaar. met dien verstande, dat driedimensionale en panorami sche films in mindering van voormelde tien procent zou den komen. Bovendien zou de bevoegdheid van hel Hoofd bestuur om door middel van een dispensatie verdere uit zonderingen toe te staan, komen Ie vervallen. Het amen dement beoogde wel de uitzondering van de sliding scale Ie handhaven en de uitzondering van de Nederlandse hoofdfilms loc Ie voegen, maar verder een algemene uit zondering toe te slaan van 20 van de door elke film verhuurder in een tijdvak van één jaar uil Ie brengen nieuwe hoofdfilms ongeacht volgens welk systeem ver vaardigd met een minimum van twee per jaar. Het amendement voorzag verder in het handhaven van do dis- pensatiebevoegdheid van het Hoofdbestuur. De heer Van Willigen slelde ten slotle een nieuwe for mulering van hel amendement van de Bedrijfsafdeling voor, hierop neerkomende, dat de vrije Filmverhuurders categorie van films niet 20%. maar van hel door elke verhuurder in één jaar uil te brengen aantal hoofd films zou bedragen mei dien verstande, dal, de dispen- saliebevoegdheid van het Hoofdbestuur zou vervallen. Hel amendement van de Bedrijfsafdeling Filmverhuur ders in zijn oorspronkelijke vorm verkreeg niet de regle mentair vereiste twee derde meerderheid. Hel werd ver worpen met acht tegen zeven stemmen. In de formulering, voorgesteld door de heer C. van Willigen, werd het amendement van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders aangenomen met elf tegen vijf stemmen. Daarna kwam het aldus geamendeerde voorstel van hel Hoofdbestuur in stemming, hetwelk werd aangenomen met twaalf legen vier stemmen. De volledige tekst van hel besluit van de Ledenraad tol aanvulling en wijziging van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden luidt aldus: I. Aan artikel wordt een nieuwe alinea toegevoegd, luidende als volgt: Vertoningsovereenkomsten moeten binnen veertien dagen na het tol stand komen door de verhuurder bij het Bondsbureau zijn gedeponeerd. II. Aan artikel 7 wordt een nieuwe derde alinea toege voegd, luidende als volgt: Het voorschrift van artikel 4 geldt ook niet voor vertoningsovereenkomsten betreffende Nederland se hoofdfilms. III. Aan de eerste alinea van artikel 10 wordl hel vol gende toegevoegd: Het verbod om een garanliesom mei betrekking lol de opbrengst te bedingen geldt niet voor Ne derlandse hoofdfilms. IV. Aan artikel II wordt een nieuwe alinea toegevoegd, luidende als volgt: Van deze maxima zijn uitgezonderd: a. hoofdfilms, waarvoor de verhuurder een hoger maximum gerechtvaardigd acht, mi Is de auteursprijs van het totale programma, exclu sief journaals, 40 van de opbrengst niet overschrijdt en de verhuur en huur geschiedt

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1956 | | pagina 9