Nationale Filmprijs 1957
Film en jeugd
Zoals elders in dit blad reeds medegedeeld, heeft de
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen beslo
ten voor 1957 wederom twee prijzen van 1.000,be
schikbaar te stellen voor de makers van korte films,
waaronder begrepen teken- en poppenfilms, welke zijn
vervaardigd in de periode van 20 Juni 1955 tot 31 Mei
1.957. De films worden daartoe onderscheiden in twee
rubrieken voor elk van deze wordt een prijs uitge
loofd te weten:
a. vrije films en zogenaamde „sponsored" films (onder
laatstgenoemde worden verstaan films, die in opdracht
van derden zijn vervaardigd zonder een rechtstreekse
reclame-opdracht)
b. in opdracht van derden vervaardigde films, die niet
vallen onder a.
Voorts heeft de Minister bij reglement bepaald, dal
natuurlijke of rechtspersonen, die een film wensen in te
zenden, daarvan vóór 1 Juni 1957 kennis dienen te geven
aan het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, Afdeling Kunsten, Bureau Film, Nieuwe Uitleg I te
's-Gravenhage. Deze kennisgeving moet de volgende gege
vens bevatten: a. titel van de film; b. naam, voornamen
en adres van de vervaardiger(s) c. lijst van medewerkers
aan de film: d. rubriek, waarin de film naar de mening-
van de inzender thuis hoort, en e. de datum van de eerste
vertoning van de film aan pers of publiek.
Vóór 5 Juni a.s. dienen de films in het bezit te zijn van
de Vreeburg Bioscoop, Vredenburg 8 te Utrecht. De film
dozen behoren het opschrift Filmprijs 1957" te dragen
en duidelijk aan te geven de titel van de film en het adres,
waaraan de films moeten worden teruggezonden. Films,
die na genoemde datum worden ingezonden of niet in
overeenstemming zijn met de voorwaarden van het regle
ment, worden terstond aan de inzenders teruggezonden.
Vervaardigers van films, die naar het oordeel van de jury
voor een prijs in aanmerking komen, kunnen evenwel ook
na 1 Juni uitgenodigd worden die films voor mededinging
naar de prijzen in te zenden.
Iedere natuurlijke of rechtspersoon mag slechts één
film per rubriek inzenden. Voor de toekenning van prij
zen zullen buiten beschouwing blijven: films, die vóór de
aangegeven periode zijn vervaardigd en films, waaraan
een der juryleden heeft medegewerkt; films, die in strijd
zijn met de bepalingen van de Auteurswet 1912; films
met een vertoningsduur van minder dan vier minuten en
speelfilms van hoofdfilmlengte; films, vervaardigd door
naar het oordeel van de jury als amateur te beschouwen
personen, alsmede films, die niet als Nederlandse films
kunnen worden beschouwd.
In de categorie a.. de vrije en ,,sponsored" films, zal
uitsluitend met de filmische kwaliteiten rekening worden
gehouden. Bij de beoordeling van de films in categorie b.
zal naast de filmische kwaliteiten ook het doeltreffende
gebruik van het filmmedium voor het bereiken van het
beoogde doel een rol spelen.
Voor de toekenning van de prijzen wint de Minister het
advies in van een door hem benoemde jury. welke is
samengesteld uit de heren: P. J. van Mullem. te Oeest-
geest. Voorzitter; Ch. Boost, te Amsterdam, B. Haanstra.
te Laren, H. van der Horst, te Vogelenzang en J. Nijland
Jr., te Utrecht, leden. Tot Secretaris is benoemd de heer
J. C. Schuller te 's-Gravenhage.
Indien er naar het oordeel van de jury daartoe aan
leiding bestaat, kan zij de ingezonden films in een andere
rubriek onderbrengen als door de inzender is opgegeven.
In elke categorie kan de jury degene, die naar haar oor
deel artistiek als de meest verantwoordelijke persoon voor
een film moet worden aangemerkt, voor de toekenning
van een prijs voordragen. Wanneer de jury niet kan
uitmaken, wie artistiek de meest verantwoordelijke per
soon voor een film is. kan zij voorstellen de prijs toe te
kennen aan de film en het geldbedrag ter beschikking
te stellen van degenen, die naar haar oordeel gezamenlijk
als de voornaamste vervaardigers van de film kunnen
worden beschouwd.
De prijzen bestaan, zoals reeds opgemerkt, voor iedere
categorie uit een bedrag van 1.000.Een prijs kan
niet gesplitst worden. Speciale vermeldingen kunnen
worden toegekend voor prestaties op het gebied van het
scenario, de regie, het camerawerk, de montage, de decor
bouw en de muziek.
Na de ontvangst van de juryrapporten beslist de Minis
ter over het al dan niet toekennen der prijzen, met dien
verstande, dat hij niet van de voordracht van de jury
afwijkt, dan nadat hij omtrent zijn voornemen tot afwij
king overleg heeft gepleegd met de jury. De uitreiking
van de prijzen zal plaats vinden tijdens de Internationale
Filmweek Den Haas 1957.
Het Instituut Film en Jeugd zal op 11 April a.s. zijn
tienjarig bestaan herdenken onder meer door het beleggen
van zijn vierde congres, dat plaats zal vinden in een der
zalen van het Kurhaus te Scheveningen. Het congres heeft
als thema„Beeldcultuur en o p v o e d i n g",
waarmede aan de orde gesteld worden de eisen, die door
de vervisualisering der recreatie- en communicatiemidde
len aan de opvoeding en de opvoeders moeten worden ge
steld ten behoeve van de opgroeiende jeugd.
Referaten zullen worden gehouden door Prof. Dr. Sj.
Groenman, hoogleraar in de sociologie aan de Rijksuni
versiteit van Utrecht, over ,.Het beeld in de c o m-
m u n i c a t i e" en Prof. Dr. Fr. Stückrath, hoogleraar aan
de Paedagogische Hogeschool te Kiel en directeur van
het Paedagogisch Instituut van de LIniversiteit te Ham
burg, over ,,B i 1 d u n g u n d F i 1 m". Tegen de ach
tergrond van deze beide voordrachten, die het algemene
thema behandelen, zal een referaat worden gehouden
door Dr. J. M. L. Peters te 's-Gravenhage over „Z i n.
inhoud en methodiek der fimopvoe-
d i n g".
Belangstellenden voor dit congres kunnen toegangsbe
wijzen aanvragen bij het secretariaat van het Instituut
Film en Jeugd, Parkstraat 85a, 's-Gravenhage.
14