3 dat de bioscoop te ver weg ligt; 3 dat zij te oud zijn; 1 dat zij liever thuis blijven en minder dan 1 dat zij niet gaan, omdat zij in de bioscoop niet mogen roken, omdat de film amoreel is of omdat zij niet van gangsterfilms houden. Het is opmerkelijk, dat in 1954 slechts 36 in plaats van 39 van de 100 Fransen de bioscoop niet bezochten, maar ook toen reeds 30 van deze 36 verklaarden, dat zij vroeger wel gingen, maar dit niet langer deden. Slechts 7 gaf in 1954 gezondheidsredenen als motief voor het wegblijven uit de bioscoop op. tegen 22 in 1958 en slechts 9 gaf in 1954 de voorkeur aan andere vormen van vrijetijds besteding tegen 22 in 1958. Aangezien nu van de 30 niet langer de bioscoop bezoekende Fransen 15 door de televisie wordt aangetrokken, bedraagt dit percentage voor alle bioscoopbezoekers ouder dan 15 jaar 4,5. Aanleiding tot bioscoopbezoek en filmkenze Door de 61 op de 100 Fransen, die wèl naar de bio scoop gaan en die gevraagd werden waarom zij dit doen, werden onder meer de volgende algemene redenen op gegeven: voor ontspanning, om een mooi schouwspel te zien, om een sentimentele film te zien, om een komische film te zien, om de spanning, om de kinderen bezig te houden, om de morele verheffing van de geest en om zich te ontwikkelen. Zij gaven als directe aanleiding voor hun laatste bioscoopbezoek de volgende antwoorden: 34% de filmspelers; 25 het advies van vrienden; 19% de affiches; 19 de filmadvertenties; 17% de publiciteit (dagbladpers en radio); 17 volgens gewoonte; 11 de filmfoto's; 4 de speciale tijdschriften; 1 het zien van filmfragmenten op de televisie; 2 het filmgenre. Ondervraagd waardoor deze bioscoopbezoekers zich bij hun filmkeuze laten leiden antwoordde: 62 door de acteurs 51 door het onderwerp; 26% door de critiek (pers, radio); 33% door het advies van vrienden en ouders; 22 door de titel 21 door het feit, dat het een kleurenfilm is; 18% door de filmfoto's; 15% door het panoramadoek; 15 door de korte samenvatting van de inhoud; 14 door de aanplakbiljetten, en 10 door de regisseur. Het is met betrekking tot het marktonderzoek van veel belang vast te stellen, dat er een nauwe relatie bestaat tussen gezinsverband en bioscoopbezoek. Overal waar marktonderzoekingen worden verricht, komt men al spoe- dit tot de conclusie, dat de oude beschuldiging dat het bioscoopbezoek de gezinsstructuur ondermijnt door de feiten wordt gelogenstraft, omdat men liever gezamenlijk dan alleen naar de bioscoop gaat. Hoewel bijvoorbeeld in Nederland ten gevolge van de jarenlange in inter nationaal verband gezien abnormaal strenge classifi catie van de B-categorie (toelaatbaar boven 14 jaar) in tegenstelling tot vele andere landen practisch geen ge zamenlijk bioscoopbezoek van ouders en kinderen be neden de 14 jaar plaats kan vinden, geschiedt toch nog 40 van het bioscoopbezoek met gezinsleden. In Frank rijk, waar men er ten aanzien van de filmcensuur andere opvattingen op nahoudt is de neiging tot bioscoopbezoek in gezinsverband sterker. 14 verklaart steeds zijn kin deren mee naar de bioscoop te nemen en 62 v a n d e bioscoopbezoekende Fransen wijst iede re film af, welke niet voor personen on der 16 jaar toegankelijk is. Op de indiscrete vraag wie nu feitelijk de filmkeuze bepaalt, luidde bij 12% het antwoord: ..hij", bij 23% „zij", 9 gaf voorzichtig te kennen..hangl er van af' en 56 verklaarde de film ..eenstemmig te kiezen. Film waardering 17 van het Franse bioscooppubliek bezoekt gewoon lijk de dichtst bij gelegen bioscoop. De enquête verzuimt evenwel het voor een juiste beoordeling belangrijke feit te vermelden of deze bioscoop bezocht wordt, omdat er in de plaats van inwoning geen andere bioscoop is. 38 ziet een film, omdat zij gemaakt is naar een bekend boek of toneelstuk. Desgevraagd welk genre films men niet wenst te zien antwoordde: 19 Westerns; 13 oorlogs films; 11% detective-films; 5% sentimentele films; 4 musicals; 3 science fiction; 3 historische films; 2% avonturenfilms; 2% films met een bepaalde strek king en 1 spektakelfilms. 36 van de ondervraagden had geen vooroordeel tegen een bepaald genre. Op de vraag aan welke films men de voorkeur geeft antwoordde: 25% sentimentele films; 20% detective films; 12% historische films; 11% avonturenfilms: 11 films met een bepaalde strekking; 8 komische films; 6% musicals; 2% oorlogsfilms; 2% Westerns; 1 science fiction en documentaire films. 6 van de ondervraagden had geen speciale voorliefde voor een be paald genre. De vraag of de bezoekers over de samenstelling van de filmprogramma's journaals, korte films, voorfilm, hoofdfilm tevreden zijn werd door 96 met „ja be antwoord. Evenzo is 94 van de bioscoopbezoekende Fransen tevreden over de kwaliteit van de bioscoopjour naals en 71% over hun lengte, terwijl 25% ze te kort vindt en 4 te lang. 85 vindt de bioscoopjournaals werkelijk „nieuws", maar 95 vindt de televisie- en radiojournaals „nieuwer". Als men bij doorlopende voorstellingen net voor de hoofdfilm binnenkomt verklaart 65 van de bioscoop bezoekende Fransen toch het gehele programma „uit te zitten". De vraag of men de voorkeur zou geven aan een langer programma met een exceptionele hoofdfilm, waar voor een hogere entreeprijs betaald moet worden, werd door 36 bevestigend, maar door 58 met „neen" be antwoord, terwijl 6 daar geen uitgesproken mening over had. Voorkeur toot kleur en nieuwe technieken Duidelijk blijkt uit dit opinie-onderzoek, dat de Franse bioscoopbezoeker een uitgesproken voorkeur aan de dag legt voor het kleurige filmpanorama. 89 prefereert kleurenfilms en slechts 11 zwart/wit. Bovendien acht 59 de toepassing van kleuren onmisbaar bij bepaalde onderwerpen en wel bij: alle onderwerpen (29 land- schapsfilms (21%), „grand spectacle" (14%), histo rische- en epische films (12%), musicals (9%), avon turenfilms (7%), films over de zee (2%), oerwoud- films (2%). documentaires (1 detective- en actie films (1%). 20

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1958 | | pagina 21