aanleg. Bovendien moet de maker (en allereerst weer de
scenarioschrijver) van dit soort films ook nog iets be
grijpen van onderwijs, van wetenschappelijk onderzoek,
van bedrijfsproblemen, van reclame, van voorlichting enz.,
alvorens hij het medium film op deze terreinen op de
juiste wijze zal kunnen toepassen.
Spreker besloot zijn inleiding met een overzicht over
het leerprogramma en de leerstof, die in beide leergangen
van het Instituut gedoceerd wordt, waarna een van de
films vertoond werd, die door leerlingen van de parijse
filmschool, het Institut des Hautes Etudes Cinématogra-
phiques (I.D.H.E.C). gemaakt werd als eindexamenwerk
stuk.
Vervolgens was het woord aan de heer R. Tessonneau.
de Directeur van de I.D.H.E.C, welke met het Centro
Sperimentale di Cinematografia te Rome lot de oudste en
meest befaamde filmscholen behoort. De heer Tessonneau.
die tevens secretaris is van de internationale werkgemeen
schap van alle officiële film- en televisiescholen en daar
door wel zeer goed geïnformeerd is over de gang van
zaken, de leerprogramma's, de opleidingsproblemen en de
resultaten van deze scholen, gaf ter inleiding van zijn
voordracht over de opleiding van de I.D.H.E.C. eerst een
overzicht van het totaal van filmopleidinsscentra in de
wereld. De niveau's van deze opleidingen zijn zeer ver
schillend en voornamelijk te onderscheiden in universitaire
en semi-universitaire. Het laat zich aanzien, dat in de
toekomst ook de kunstacademies de filmopleiding in haar
leerprogramma zullen opnemen.
Daarna ging de heer Tessonneau wat uitvoeriger in op
de opleiding aan de I.D.H.E.C. Alvorens met de cursus
een aanvang wordt gemaakt moet iedere cursist, ongeacht
zijn studierichting, een voorbereidingsmaand doormaken.
De scheiding van de diverse studierichtingen vindt pas
plaats na het eerste cursusjaar. Dit eerste jaar, cours pré-
paratoire, dient om de student een algemeen inzicht te
geven in de filmaesthetiek, filmgeschiedenis, grondbegin
selen der filmtechniek etc. Na de cours préparatoire en
de keuze van studierichting volgen de gespecialiseerde
theoretische en practische vakken. Nadruk wordt echter
na het eerste opleidingsjaar vooral gelegd op de praktijk,
waardoor men er toe komt de theoretische vakken zoveel
mogelijk naar de cours préparatoire te verschuiven.
De praktijkstages nemen bij de I.D.H.E.C. een zeer be
langrijke plaats in. De cursisten zijn werkzaam als
Er ontwikkelde zich een levendige
forumdiscussie over de filmvakop-
leiding, waaraan onder meer werd
deelgenomen door de filmer W.
Gerdes.
assistent op alle gebieden van
de filmproductie, zowel gedu
rende bet cursusjaar als in de
vacanties. De leiding van de
I.D.H.E.C. kan hierbij rekenen
op de medewerking van de
filmproductiemaatschappijen
en de zelfstandige filmers bij
het plaatsen van de cursisten
als assistent-cameraman, assis
tent-cutter, assistent-soundman.
assistent-regisseur en derge
lijke.
De studies aan de I.D.H.E.C.
zijn niet in de eerste plaats
gericht op de productie van
speelfilms, hoewel aan het instituut een opleiding voor
filmacteurs verbonden is, samenvallend met de opleiding
voor toneelacteurs, en ook dramaturgie deel uitmaakt van
het leerprogramma. De aandacht is tegenwoordig vooral
gericht op de ..cinéma fonctionnel", de toegepaste film
kunst.
De heer Tessonneau voorzag een ruim werkterrein voor
ervaren filmers in deze richting zowel bij de didactische
film als bij de wervende, aanprijzende film. Beide rich
tingen nemen een grote vlucht. Op didactisch gebied valt
het op, dat het gebruik van films bij het onderwijs, zowel
lager, middelbaar als hoger, hand over hand toeneemt.
Aan de andere kant neemt de industrie steeds meer haar
toevlucht tot het filmmedium zowel voor reclame, good
will, werving, voorlichting als het in beeld brengen van
productieprocessen. Het is de taak van de filmers om
deze nog jonge fak van de toegepaste filmkunst te vrij
waren van droge zakelijkheid. Naast het artikel moet meer
aandacht geschonken worden aan de mens die het ver
vaardigt. Dit streven was ook reeds aanwezig bij de
Engelse documentaire school van Grierson en bekend als
de „human interest factor". De „cinéma fonctionnel" heeft
belangrijke sociologische, psychologische en uitgesproken
artistieke aspecten. In dit licht bezien is zij zeker niet
inferieur aan de vrijere vormen van filmkunst.
Tenslotte wees de heer Tessonneau nog op de „nouvelle
vague", bestaande uit een aantal jonge mensen, die op
eigen kracht, buiten de productiecentra om, hun ideeën
op film verwezenlijken met geld van ouders en verwanten.
Van deze jongeren hebben vooral Truffaut, Chabrol en
Camus bekendheid verworven toen hun werk bij presen
tatie op het festival te Cannes daar de prijzen in de wacht
sleepte. Het „écrire cinéma" is in gefortuneerde kringen
en vogue geworden en de vraag is nu of men deze be
weging van de I.D.H.E.C. uit moet begunstigen. De heer
Tessonneau meende van wel; onder deze jonge mensen
blijkt inderdaad talent te schuilen waarvoor de I.D.H.E.C.
een „centre d'idées" moet worden.
Het amateurfilmen neemt steeds groter vormen aan,
waarbij men verwachten mag, dat zich ook hier talent zal
openbaren, een filmschool bezit nu eenmaal geen talent
monopolie. Basis voor elke artistieke prestatie is echter
een volledige beheersing van de techniek van het med'um,
22