Nieuws uit het buitenland
Jaarvergadering U.I.E.C.
Bureau International du Cinéma
De 38e Milanese Handelsbeurs (Fiera Internazionale
di Milano) die in April j.1. gehouden werd, was ook een
centrum van internationale filmactiviteit. Voor het eerst
werd dit jaar namelijk in het kader van deze beurs de
Internationale Markt van de Film en de Documentaire
(Mercato Internazionale del Film e del Documentario,
MIFED) georganiseerd, welke een succes is geworden. Het
doel van deze „markt" is om de onderscheiden technische,
commerciële en productie-activiteiten van het filmbedrijf
te laten profiteren van de steeds groeiende belangstelling
voor deze jaarbeurs en het contact tussen de zakenlieden
van elke tak van het filmwezen te bevorderen in een atmo
sfeer, welke verschilt van het typische festivalklimaat.
Het succes van deze eerste filmmarkt blijkt onder meer
uit het feit, dat meer dan tweehonderd speelfilms werden
ingeschreven en dat tal van contracten werden afgesloten.
Bovendien vonden op het terrein van de jaarbeurs in het
Palazzo delle Nazioni (Paleis der Natiën) onderscheiden
belangrijke bijeenkomsten plaats op filmgebied, zoals de
jaarvergadering van de Internationale Unie van Bioscoop
exploitanten (Union Internationale de 1'Exploitation Ciné-
matographique) en een bijeenkomst van het Bureau Inter
national du Cinéma (B.I.C.), het toporgaan van de inter
nationale bedrijven.
Op Woensdag 20 April hield de Internationale Unie
van Bioscoopexploitanten (U.I.E.C.) haar jaarlijkse alge
mene ledenvergadering, waarop de Nederlandsche Bio
scoop-Bond vertegenwoordigd was door zijn Voorzitter,
de heer Joh. Miedema, en de Bondsdirecteur, de heer
J. G. J. Bosman. Aan deze vergadering werd deelgenomen
door delegaties van de bedrijfsorganisaties uit België,
Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Israël, Italië, Ne
derland, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Zwitserland.
Behalve de jaarstukken, welke met algemene stemmen
werden aanvaard, hield deze vergadering zich met onder
scheiden vraagstukken bezig, waarmede de bioscoop
exploitatie op het ogenblik geconfronteerd wordt, onder
meer problemen van auteursrechtelijke aard, de coëxis
tentie van film en televisie, het Centre International du
Film pour la Jeunesse, de Conseil International du Ci
néma et de la Télévision enz.
Verder nam de vergadering kennis van een nota inzake
de belastingen, welke door Italiaanse deskundigen werd
voorbereid voor de Commissie voor de Onzichtbare Trans
acties (Comité des Transactions Invisibles) van de Orga
nisatie voor de Europese Economische Samenwerking
(O.E.E.S.) en op 25 Maart j.1. te Parijs door de gezamen
lijke delegaties werd aanvaard. De jaarvergadering van
de Unie hield zich in het bijzonder bezig met de situatie,
welke is ontstaan door de algehele opheffing van de ver-
makelijkheidsbelasting op filmvoorstellingen in Groot-
Brittannië op 4 April j.1. en de belangrijke verlaging,
welke deze belasting op 1 Januari van dit jaar in Italië
heeft ondergaan. Zij drong er nogmaals met klem op aan,
dat de vertegenwoordigde organisaties het probleem van de
op het filmwezen drukkende fiscale lasten als eerste en
meest dringende kwestie onder de aandacht van de auto
riteiten zullen brengen, opdat aan de film de economische
mogelijkheden worden verschaft, welke nodig zijn om
haar taak in het maatschappelijk leven te blijven ver
vullen.
De vergadering constateerde voorts de noodzaak van
een evolutie van het cinematografische schouwspel, welks
aantrekkingskracht voor het publiek vernieuwd moet wor
den, maar achtte het ook juist het feit te beklemtonen,
dat de verminderde filmbelangstelling op den duur een
zeer ernstig gevaar vormt. Zij sprak haar vertrouwen uit
in het Bureau International du Cinéma, hetwelk, naar zij
hoopt, een plan zal uitwerken, dat voorziet in een nauwe
samenwerking van alle takken van het filmbedrijf zowel
om een uniforme politiek tot een aanzienlijke verlichting
van de fiscale lasten te bevorderen als om de filmmarkt
te bevrijden van alle belemmeringen en de vrije film-
uitwisseling tussen de landen te stimuleren.
Tenslotte beklemtoonde de vergadering het grote be
lang van het instituut van de co-productie tussen de onder
scheiden landen, waardoor ten gevolge van de gezamen
lijke financiering de mogelijkheid ontstaat om werken van
kwaliteit, technische perfectie en grote allure te creëren,
welke de aandacht van een talrijk publiek trekken, in
het bijzonder van de jeugd en het gezin.
Het Bestuur van de U.I.E.C. is thans samengesteld als
volgt: Theile (Duitsland), President; Barattolo (Italië),
Miedema (Nederland), Pinkney (Groot-Brittannië), Polo-
mé (België) en Vila Cardona (Spanje), Vice-President;
Trichet (Frankrijk), Algemeen Secretaris; Hermez,
(Frankrijk), Penningmeester; Hermann (Oostenrijk),
Schapiro (Israël) en Zeltner (Zwitserland), leden, en
Delafon (Franrijk), Directeur.
Op Donderdag 21 en Vrijdag 22 April vergaderde het
Bureau International du Cinéma (B.I.C.) in het Palazzo
delle Nazioni. De Nederlandsche Bioscoop-Bond werd op
deze bijeenkomsten vertegenwoordigd door de heren Joh.
Miedema, Voorzitter, en J. G. J. Bosman, als gedelegeerden
van de Bond bij de U.I.E.C. en de heer C. S. Roem als
gedelegeerde bij de Internationale Bond van Filmtech
nische Industrieën (Confédération Internationale des
Industries Techniques du Cinéma). Aan de beraadsla
gingen werd behalve door de beide reeds genoemde inter
nationale bedrijfsorganisaties ook deelgenomen door de
Internationale Federatie van Verenigingen van Film
producenten (F.LA.P.F.) en de Internationale Federatie
van Verenigingen van Filmverhuurders (F.I.A.D.).
Het B.I.C. heeft zich als representatief orgaan van de
onderscheiden filmbedrijfstakken op deze vergaderingen
bezig gehouden met de algemene situatie van het inter
nationale filmwezen. De beraadslagingen leidden tot het
met algemene stemmen aanvaarden van een motie van de
volgende inhoud:
,,Het toenemende succes van de beste films op alle
markten bevestigt, dat het publiek een steeds grotere
belangstelling aan de dag legt voor het cinematografische
schouwspel. De concurrentie van nieuwe vormen van
vrijetijdsbesteding, die, zoals de televisie, maar al te dik
wijls profiteren van bijzondere fiscale voorwaarden en
'27