Het voltallige Bonds
personeel luistert naar
de toespraak van de
Bondsdirecteur.
met het oog op de besprekingen inzake een mogelijke
opheffing van kwalitatieve beperkingen, welke op 1 Sep
tember a.s. in Genève in het kader van de Al g e m e n e
Overeenkomst inzake Tarieven en Han
del (G.A.T.T.) zullen worden geopend, heeft de Presi
dent van de Motion Picture Association of America, Eric
Johnston, einde Maart in een nota bij zijn regering met
klem aangedrongen om met kracht de opheffing te be
vorderen van de nog bestaande filminvoerbeperkingen en
in het bijzonder ook van restricties van andere aard als
bijvoorbeeld in de vorm van een extra synchronisatie
heffing voor buitenlandse films (Frankrijk), van een spe
ciale heffing op filmroyalties (Italië) of van een blok
kering daarvan enz. Volgens Johnston's mededeling is de
Amerikaanse filmindustrie op het ogenblik voor 53
van haar ontvangsten afhankelijk van de export. Jaarlijks
ontvangt zij honderden millioenen dollars uit het buiten
land, welke voor het overgrote deel opnieuw in producties
geïnvesteerd worden.
Daarom heeft Johnston medio April in een brief aan
het Bondsministerie van Economische Zaken met vreugde
het plan van de Bondsrepubliek Duitsland begroet tot het
realiseren van een filmliberaliseringsprogram. Met uit
zondering van de invoer uit Frankrijk en Italië zal name
lijk de invoer van hoofdfilms in de Bondsrepubliek in de
volgende maanden van beperkingen van welke aard ook
practisch volledig worden bevrijd. De noodzakelijkheid
van het vragen van een invoervergunning per film wordt
evenwel gehandhaafd als een mogelijke rem tegen even
tuele crisisverschijnselen, welke zich ten gevolge van deze
liberalisering op de Duitse filmmarkt zullen kunnen open
baren. Afgezien van de invoer van Franse en Italiaanse
films zullen alle filmcontingenteringen worden opge
heven. Bonn heeft zich in Maart j.1. te Parijs ten over
staan van genoemde landen opnieuw bereid verklaard tot
algehele filmliberalisering mits Parijs en Rome zich
hunnerzijds in beginsel bereid verklaren tot opheffing van
de protectionistische maatregelen, welke zij ten gunste van
hun nationale filmindustrieën handhaven, maatregelen,
die volgens de mening van de Bondsrepubliek ten opzichte
van de Euromarktpartners geen reden van bestaan meer
kunnen hebben.
Voor de Verenigde Staten betekent deze belangrijke
stap van Bonn en de opheffing per 1 September a.s. van de
vrijwillige beperking, welke de Motion Picture Export
Association zich had opgelegd om per jaar niet meer dan
200 speelfilms naar de Bondsrepubliek uit te voeren. Voor
Oostenrijk houdt dit een algehele liberalisering in van de
in- en uitvoer als het huidige verdrag einde December
expireert. Engeland verkrijgt in feite eveneens een volle
dige vrijheid van filmuitvoer naar de Bondsrepubliek, hoe
wel voorlopig officieel een formeel-juridisch contingent
van 30 speelfilms wordt gehandhaafd, dat evenwel door
een dispensatieclausule volgens nadrukkelijke toezegging
van de Bondsregering zodanig kan worden opgevoerd,
dat men practisch van een vrije invoer van Britse films
kan spreken. Ook aan Zweden, Zwitserland, Argentinië,
Spanje, Japan, Mexico en India wordt een vrije invoer
van hun films gewaarborgd.
Daarentegen wordt terzake van de Franse filmindustrie
een jaarlijks invoercontingent van 30 hoofdfilms gehand
haafd, welk contingent naar evenredigheid van de Duitse
filminvoer in Frankrijk kan worden verhoogd. In het
kader van de thans bestaande, twee jaren durende, over
eenkomst met Italië wordt eveneens een contingent van
30 hoofdfilms gehandhaafd, zij het met sterk verzachte
condities inzake eventuele co-producties.
Blijkens berichten in de vakpers wordt deze liberali
satiepoging van Bonn door de Franse en Italiaanse film
industrieën niet bepaald met enthousiasme begroet. Zij zien
daarin terecht een handhaving van het Duitse standpunt,
dat een volledige filminvoerliberalisering ten opzichte
van de Euromarktpartners pas gerealiseerd kan worden,
wanneer er op dit punt een volledige gelijkheid van con
currentieverhoudingen tussen de filmindustrieën in de
leden-staten bestaat. En dat zal pas het geval zijn, wan
neer de Franse en Italiaanse regeringen de door haar tot
dusver angstvallig gehandhaafde filmprotectionistische
maatregelen geheel zullen hebben opgeheven. Volgens
uitlatingen in regeringskringen te Bonn verwacht men
geen wijziging in deze situatie vóór 1 Januari 1962.
29