De accubatterij voor de noodverlichting De voorschriften De werking Dit belangrijke onderdeel van de technische bioscoopinrichting geniet nog maar al te vaak veel te weinig aandacht, waardoor ingeval van nood teleurstellende ervaringen of zelfs onge lukken niet achterwege kunnen blijven. Controle Onderhoud Reeds verscheidene malen is in deze rubriek aandacht besteed aan de verschillende veiligheidsmaatregelen voor bioscopen en daarbij is dan vanzelfsprekend ook de accu- batterij aan de orde geweest. Het merkwaardige verschijnsel doet zich echter voor, dat allerwege meer en meer aandacht wordt geschonken aan de technische outillage der bioscopen, dat talrijke perfectioneringen op de meest uiteenlopende gebieden van de bioscooptechniek tot stand worden gebracht, maar dat de accubatterijen daarbij min of meer als een ver geten gebiedje moeten worden bestempeld. En toch is hier zeker geen sprake van een ondergeschikt detail van de technische inrichting, integendeel. Welis waar komt het, gelukkig, niet al te dikwijls voor dat men is aangewezen op het functioneren van de accubatterijen, maar de mogelijkheid kan zich toch ontegenzeggelijk op ieder moment, dat de bioscoop voor het publiek is ge opend, voordoen en dan hangt er steeds zeer veel af van de goede werking van dit onderdeel. Vandaar dat wij ditmaal eens wat nader willen ingaan op de voorschriften die er t.a.v. de accubatterij bestaan en op de controle en verzorging welke deze speciale stroombron nodig heeft indien men verzekerd wil zijn van een langdurige en feilloze werking. Van de kant van de Rijksbrandweerinspectie zijn ten aanzien van de accu's, ook wel genoemd accumulatoren- batterijen, de volgende aanwijzingen gegeven: a. De batterijen moeten geschikt zijn voor het speciale doel waarvoor zij bestemd zijn, hetgeen betekent, dat zij een voldoend hoge spanning moeten hebben (maxi maal 42 Volt) en dat de capaciteit voldoende moet zijn om zonder bijlading de gehele transparanttreden- en noodverlichting gezamenlijk gedurende tenminste 2 uur van voldoende stroom te kunnen voorzien. b. Voor het laden van de accubatterij moet een laad- inrichting aanwezig zijn die zodanig is geschakeld, dat ontlading van de batterijen over de laadinrichting is uitgesloten. Wordt bij het laden gebruik gemaakt Schematische voorstelling van een enkelvoudige accucel. De posi tieve plaat bevindt zich steeds tussen tivee negatieve platen. Uit wendig kan doorverbinding plaatsvinden tussen de platenseries. Accu zwavelzuur -loodtuperoxyd van een gelijkrichter, dan is dit gevaar niet aanwe zig doch bij lading met behulp van een omvormer (dat is een op het lichtnet lopende elektromotor ge koppeld met een gelijkstroomdynamo) moet tussen dynamo en batterij een minimaalautomaat zijn opge nomen. De werking van deze automaat is zodanig, dat de verbinding tussen accu en dynamo wordt ver broken zodra de dynamo geen stroom meer levert. De laadinrichting moet zodanig werken, dat een vol ledig ontladen batterij binnen tien uur weer op volle capaciteit kan worden gebracht. Het is ongewenst de batterij te laden tijdens de openingstijd van de bio scoop. c. De ruimte waarin de accumulatorenbatterijen zijn on dergebracht moet gemakkelijk bereikbaar zijn en moet zich bij voorkeur bevinden in de nabijheid van de schakelruimte voor de algemene en de minimum- verlichting. Deze ruimte moet brandveilig en goed geventileerd zijn, zulks met het oog op de ontwikke ling van het gevaarlijke knalgas. In deze ruimte mag nimmer open vuur worden gebruikt, zodat er ook niet mag worden gerookt. d. In gebouwen waar het gezamenlijke vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 400 m2 moet tenminste één accubatterij aanwezig zijn; bedraagt het vloeropper vlak meer dan 400 m2 doch minder dan 1000 m2 dan moeten tenminste 2 accubatterijen aanwezig zijn en is de oppervlakte meer dan 1000 m2 dan wordt het aantal batterijen per geval vastgesteld. e. De batterijen met de bijbehorende verlichtingen moe ten zodanig zijn geschakeld, dat wanneer de netspan ning daalt tot beneden 80 van de normale waarde dus zeker wanneer de netspanning geheel mocht utivallen de treden-transparant en noodverlichting geheel automatisch overschakelt op de accumulatoren batterijen. Het uitschakelen van de batterijen kan alleen met de hand geschieden. Hoewel tegenwoordig de zgn. nikkel-ijzer en de nik kel cadmium accu's meer en meer ingang vinden, daar zij afgezien van de hogere prijs, diverse voordelen heb ben ten opzichte van de lood-accu's, zullen wij ons in deze beschouwing tot laatstgenoemde categorie bepalen, omdat deze in de overgrote meerderheid van de gevallen in het bioscoopbedrijf worden toegepast. De hierbij afgedrukte foto geeft een duidelijk beeld van de samenstelling van een loodaccu. De platenseries zijn ondergebracht in volglazen- of uit kunststof be staand liefst doorzichtige bakken die zijn gevuld met verdund zwavelzuur. Deze verdunning moet steeds ge schieden met behulp van gedestilleerd water teneinde chemische verontreiniging te voorkomen. De werking van het geheel komt erop neer dat aan het samenstel van loodplaten gedompeld in verdund zwavelzuur een elek trische energie moet worden toegevoerd (lading), die dan door de accu als het ware wordt bewaard (geaccumu leerd) en naar behoefte weer kan worden afgegeven. Tij dens de lading wordt de toegevoerde elektrische energie omgezet in scheikundige energie en tijdens de ontlading De opbouw van een moderne loodaccu voor zien van de zogenaamde groot-oppervlakte platen. 1. Negatieve eindplaat; 2. tussenschot- ten (niet altijd aanwezig; verhinderen kort sluiting tussen de platen); 3. positieve plaat; 4. negatieve middenplaat (of eindplaat wan neer het gaat om één cel)5. 6. 7. platenserie bestaande uit 4 negatieve en 3 positieve platen met tussenschotten en kunststof strippen voor het waarborgen van de onderlinge afstanden; en 9. een samengevoegde serie van 3 cellen net klemlijsten (lood) voor de doorverbinding ier positieve en negatieve platen (serieschake ling. 6 volt)70 t/m 13. de opstelling van het geheel in een volglazen bak, waarbij voldoen de ruimte tussen bodem en onderkant platen is vrijgehouden, teneinde niet spoedig hinder van bezinksel te hebben; 14 en 15. een goede opstelling van een serie van 4 accu's voor 24 volt bedrijf. Geïsoleerde plaatsing ruim boven de vloer is steeds gewenst. het gebruik dus vindt het omgekeerde plaats. Bij deze omzettingen verandert steeds de samenstelling der elektroden (platen) en het is duidelijk dat bij een derge lijk procédé een regelmatig toezicht geboden is. Het zou te ver voeren in dit kader de chemische en elektrische reacties geheel te gaan verklaren; wij mogen daarvoor verwijzen naar de desbetreffende ge deelten van het Handboek der Bioscooptechniek. Hier zij derhalve volstaan met de vermelding van het algemene principe, dat erop neerkomt, dat door de laad- stroom chemische omzettingen in de loodplaten plaats vinden die gepaard gaan met kleurveranderingen. Wan neer de accu geheel geladen is kan met dit waarnemen aan een sterke gasontwikkeling in de vorm van opstij gende gasbelletjes. Men zegt dan dat de accu „kookt'". Bij de ontlading gebeurt zoals reeds gezegd het omge keerde met dien verstande dat de chemische reacties we derom gepaard gaande met kleurveranderingen van de platen, resulteren in elektrische energie die aan de ac cupolen kan worden afgenomen. Hierbij zij nog opge merkt dat bij dit laatste proces water wordt gevormd, waardoor dus het zwavelzuurgehalte van de vloeistof af neemt. Met behulp van een zgn. zuurweger kan men dit meten en aldus de ladingsconditie van de accu bepalen. De kleurveranderingen waarop hieronder nog nader zal worden teruggekomen vormen eveneens een vrij betrouw bare aanwijzing voor de toestand waarin de accu ver keert; vandaar dat de toepassing van doorzichtige accu bakken aanbeveling verdient. De accucellen bestaan steeds uit series van drie platen waarbij de positieve plaat zich bevindt tussen twee ne gatieve platen. Zulk een cel kan een spanning leveren van ongeveer 2 volt. Men combineert dikwijls drie cellen in één bak, in welk geval er dus sprake is van drie po sitieve en vier negatieve platen. De positieve en nega tieve platen worden afzonderlijk in serie geschakeld (zie figuur) waardoor per groep 6 volt beschikbaar is. Vier van zulke groepen in serie geschakeld leveren de gebruikelijke bedrijfsspanning van 24 volt en vormen tesamen de accubatterij. De wijze van laden en ontladen wordt door de fabri kant steeds nauwkeurig voorgeschreven. Bij een geladen accu zijn de positieve platen (elektro den) roodbruin van kleur en de negatieve platen donker grijs. Naarmate de accu wordt ontladen verandert de kleur van de positieve zowel als van de negatieve platen geleidelijk in lichtgrijs. Deze kleur duidt dus aan dat de accu is ontladen. Bij controle door middel van meting dusdanige metingen moeten steeds geschieden wan neer de accu belast is, d.w.z. stroom afgeeft moet worden bijgeladen wanneer de spanning per cel gedaald is tot 1.83 volt. De lading eindigt als regel wanneer een spanning van 2.75 volt per cel is bereikt. Vrijwel direct na de lading daalt de spanning tot ca. 2 volt per cel welke spanning vrij lang blijft bestaan. Daar accu's, ook wanneer zij niet worden gebruikt, ontladen, moet regelmatig voor bijladen worden zorg ge dragen. Hiervoor raadplege men de fabrieksvoorschriften. Een regelmatige controle als bovenbedoeld maakt reeds een voornaam deel uit van het onderhoud der accu batterij. De leverancier verstrekt bovendien steeds een duidelijke serie onderhoudsvoorschriften. Niettemin wil len wij hier nog een aantal van de meest voorkomende storingen vermelden die duidelijk zullen maken waarop speciaal moet worden gelet om te allen tijde over een bedrijfszekere accubatterij te kunnen beschikken. Wanneer een accu abnormaal snel ontladen is kan dit worden veroorzaakt door: 1. teveel bezinksel in de accu. waardoor de platen met elkaar in verbinding kunnen komen en stroomverlies (inwendig) door kortsluiting op treedt; 2. kromgterokken platen die elkaar raken met 346 347

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1962 | | pagina 20