In memoriam
Academische filmstudiedagen
Geheel onverwacht overleed op 31 mei te 's-Gravenhage
de heer Jan Jogchem in de leeftijd van 77 jaar. De heer
Jogchem begon zijn loopbaan als bioscoopondernemer om
streeks 1930, toen hij in Amersfoort het City Theater
opende, gevolgd door de overname van het Rembrandt
Theater aldaar. Deze start alsmede de bouw van het mooie
Grand Theatre in deze gemeente en de opening daarvan
in het jaar 1935 lieten alras zien, dat met de heer Jogchem
een bioscoopondernemer van formaat zijn intrede in het
bedrijf had gedaan. Kort voor de oorlog verwierf hij bij
voorbeeld van Bondswege toestemming voor de exploitatie
van een nieuw te bouwen bioscoop te Tilburg, welk plan
echter door het uitbreken van de oorlog verijdeld werd. Toch
belette deze tegenslag de heer Jogchem niet zijn theater
park verder uit te breiden en wel door de verwerving van
twee bioscopen in Hilversum en een in Soest, later gevolgd
door een deelgenootschap in nieuw gebouwde theaters in
Apeldoorn en Rotterdam; daarnaast smeedde hij nieuwe
plannen voor vestigingen op drie punten te 's-Gravenhage.
Met de bouw van een dezer zaken kon na jaren
wachten op de noodzakelijke toestemmingen van over
heidswege nog niet zo lang geleden een aanvang worden
gemaakt. Hiermede zou de heer Jogchem een lang gekoes
terde wens om zijn geboorteplaats met een moderne bioscoop
te verrijken, in vervulling zien gaan. Met de uitvoering van
dit plan had hij blijk gegeven van een groot vertrouwen
in de toekomst van het bioscoopbedrijf.
De triomf van de opening dezer nieuwe zaak, welke
tegen het najaar wordt verwacht, heeft hij jammer genoeg
niet meer mogen beleven. Andere vertrouwde handen zullen
zijn levenswerk voortzetten en in de Hofstad zal zijn schep
ping getuigen van de ondernemingsgeest van een harer
zonen, die ook op geheel ander terrein bewezen heeft een
zakenman van betekenis te zijn.
Zijn verdiensten werden geëerd door de Kamer van
Koophandel die hem de gouden penning schonk. Van
Franse zijde werd hij begiftigd met het Ridderkruis van de
Orde der Zwarte Ster. Verder steunde hij verscheidene maat
schappelijke instellingen. Hoewel hij geheel in overeen
stemming met zijn aard geen Bondsfuncties ambieerde was
hij de Bedrijfsorganisatie met hart en ziel toegedaan. Een
loyaal en trouw lid, dat tevens door zijn belangstelling voor
anderen en zijn wijze van zaken doen zeer vele vrienden
onder de collega's had. Ook door zijn cultureel en maat
schappelijk werk stond hij ver buiten onze kring in hoog
aanzien.
De teraardebestelling van zijn stoffelijk overschot vond
onder grote belangstelling plaats op woensdag 5 juni 1963
op de begraafplaats Eik en Duinen te 's-Gravenhage. De
baar was bedekt met kransen en bloemstukken, o.a. van het
Hoofdbestuur en van de Afdelingsraad van de Bond. Onder
de aanwezigen bevonden zich het bijna voltallige Hoofd
bestuur en Bestuurders der Afdelingen Het Centrum, Het
Oosten en Rotterdam alsmede de Bondsdirecteur.
Tijdens de uitvaartplechtigheid werd het woord gevoerd
door de Bondsvoorzitter, de heer Joh. Miedema, die ge
tuigde van de bijzondere betekenis, die de heer Jogchem
voor het bioscoopbedrijf heeft gehad en meer in het bij
zonder tot de familie verklaarde, dat hij steeds in onze
herinnering zal blijven voortleven als een groot bioscoop
ondernemer, die ondanks zijn successen steeds de eenvoudige
man van voorheen was gebleven.
Na een langdurig lijden is op 5 juni te Enschede in de
leeftijd van 65 jaar overleden de heer Jac. Meilink, mede
directeur van de N.V. Bioscooptheater Metropole te
Enschede en procuratiehouder van het Bioscoopbedrijf
Serlie, exploitant van de bioscopen Alhambra en Palace
te Enschede alsmede Palace te Almelo.
De heer Meilink werd in oktober 1945 door het Neder
lands Beheersinstituut benoemd tot bewindvoerder van de
in de oorlog weggevoerde mede-firmant der firma Serlie,
wijlen de heer L. M. Serphos, en bestuurde de bioscoop
bedrijven tezamen met de overgebleven firmant de heer
L. J. Lievenboom, tot 19 maart 1951. Toen met ingang
van die datum de bewindvoering werd opgeheven, werd de
heer Meilink door de heer Lievenboom tot procuratie
houder benoemd. In 1958 werd hij benoemd tot mede
directeur der N.V. Metropole te Enschede, als vertegen
woordiger van het aandeel, dat de heer Lievenboom in deze
nieuwe exploitatie had verworven.
Sedert zijn entree in het bioscoopbedrijf heeft de heer
Meilink de belangen van de zaken die hij vertegenwoor
digde op bijzondere wijze behartigd. Ongetwijfeld is het
heengaan van de heer Meilink een ernstig verlies voor de
heer Lievenboom, die hiermede niet alleen een uitstekend
bedrijfsleider maar ook een vertrouwde raadsman en vriend
verloren heeft.
Het Hoofdbestuur van de Bond heeft zijn medeleven
betuigd aan Mevrouw Meilink met het heengaan van haar
echtgenoot en aan de heer Lievenboom met het verlies
van zijn medewerker.
De crematie van het stoffelijk overschot heeft op
wens van de overledene zonder vertoon in alle stilte
plaats gevonden te Dieren op vrijdag 7 juni. Van de
bedrijfsgenoten konden daarbij slechts aanwezig zijn de
heren L. J. Lievenboom en H. M. Ziel, directeur van de
N.V. Metropole.
Mogen zij rusten in vrede.
De Academische Filmstudiedagen, die het Nederlands
Filminstituut dit jaar voor de tiende keer organiseert, zullen
van 13 tot en met 20 september worden gehouden te Am
sterdam in het Kriterion Theater. De Academische Film
studiedagen zullen samenvallen met de Internationale Film
studiedagen. Daartoe is een samenwerking ontstaan tussen
het Nederlands Filminstituut, de Algemene Studenten Ver
eniging Amsterdam (ASVA), de Stichting Cinestud, de
Nederlandse Studentenraad en hut Internationale Bureau
voor culturele studentenactiviteiten.
Tijdens de Academische Filmstudiedagen zal in Kriterion
tevens een Internationaal Festival van Studentenfilms
worden gehouden. De studenten zijn de afgelopen
drie jaar zo actief geweest, dat or een overvloed aan films
beschikbaar is om een vervolg te houden op Cinestud 1960,
toen twaalf landen 81 films naar Amsterdam zonden.
Behalve het festival zullen de Internationale Filmstudie
dagen een „seminar" omvatten. Dit seminar wordt gehouden
als uitvloeisel van een besluit van de Internationale Studen-
tenconferentie. Een dergelijke gebeurtenis werd voor het
eerst in 1961 in Aken opgezet om filmende studenten in de
gelegenheid te stellen op internationaal niveau met elkaar
van gedachten te wisselen.
73