Orde op eigen zaken
De zakelijke betrekkingen tussen onze leden-filmver-
huurders en bioscoopexploitanten worden geregeerd
door een aantal leveringsvoorwaarden, waarin de wederzijdse
belangen nauwkeurig tegen elkaar zijn afgewogen. Voorzover
afwijkingen niet zijn toegestaan, vormen zij als evenzovele
dwingende bepalingen een onderdeel van de contractuele
verplichtingen. Handelingen en gedragingen daarmede
strijdig zijn disciplinair strafbaar, ongeacht de vraag of
scheidsrechterlijk nietigheid zou kunnen worden ingeroepen.
De leveringsvoorwaarden vormen de steunpilaar van
onze binnenlandse filmhandel en drukken de onderlinge
verbondenheid uit van partijen bij de exploitatie van hun
gemeenschappelijk produkt. Voor de oorlog waren deze
bepalingen in hoofdzaak van handelstechnische aard; na de
oorlog kregen zij rechtstreeks met de handel van doen door
de vorm van de auteursprijs vast te leggen, namelijk in
een wekelijkse, verplichte en aan controle onderhevige
procentuaal-afrekening. Deze bepalingen staan internatio
naal model en worden door de buitenlandse leveranciers
met begerige blikken geobserveerd. Hiertegenover staan
echter de rechten van de exploitant, die de balans in even
wicht moeten brengen, namelijk een verbod van blind en
block booking, van koppelverkoop en van garantiesommen
met betrekking tot de opbrengst. Ook is er leveringsplicht
en een minimum en een maximum met betrekking tot de
auteursprijs.
De verscherping in de concurrentie als gevolg van de
toenemende verslechtering van de situatie in ons bedrijf
deed echter in de laatste tijd leveranciers en afnemers
verplichtingen aangaan, waardoor met name rechten gingen
ontstaan op nog niet of ten dele vervaardigde produkten,
die voorts koppeling van deze produkten inhielden en voor
schotregelingen met bankgarantie, als onderpand voor de
financiering van buitenlandse aankopen. Hierdoor dreigde
wederom een concurrentievorm in te sluipen, waarbij het
risico van produktie en inkoop evenals voor de oorlog een
zijdig op de exploitant werd afgewenteld; een verschijnsel
inhaerent aan de zich snel van een buyers' naar een sellers-
market ontwikkelende filmhandel, zoals het jaarverslag over
1962 constateerde.
In de strijd om het produkt, wel te verstaan om het
pièce unique dat de film nu eenmaal is, zou op deze
manier niet meer de betekenis van de theaterexploitatie
enerzijds en de kwaliteit van het produkt anderzijds de
doorslag geven, maar het opbod bij de voorfinanciering
enerzijds en de verkoopskwaliteiten en de niet te contro
leren faam, welke met alle vermogens van de hidden
persuaders rond een oncontroleerbaar produkt zou kunnen
worden opgebouwd anderzijds. Een retour naar de on
gezonde vooroorlogse situatie, die sanering op sanering
noodzakelijk maakte, maar thans te gevaarlijker, omdat
de exploitant in tegenstelling tot destijds het recht mist
een vaste prijs te bedingen, waarmede de risico's van
partijen in evenwicht kunnen worden gebracht. Met vooruit
betalingen ontstaat immers eerst dan een vaste prijs, wan
neer de procentuaal-opbrengst het voorgeschoten bedrag
niet haalt. De exploitant trekt in zo een geval altijd aan
het kortste eind.
Met zijn circulaire van 27 juni j.1. heeft het Hoofd
bestuur een krachtig halt toegeroepen aan deze ontwikkeling,
die naar de mening van dit College ernstig afbreuk doet
aan een met grote moeite verkregen goed, dat voor ons
bedrijf nog altijd heilzame betekenis heeft. Het Hoofd
bestuur heeft alle genoemde bepalingen als strijdig met de
leveringsvoorwaarden aangemerkt en betrokkenen in de
gelegenheid gesteld hun zaken op orde te brengen door de
contracten aan te passen aan de geldende leveringsvoor
waarden. Het Hoofdbestuur heeft echter duidelijk laten
weten, dat herhaling zal worden behandeld als een regle
mentaire overtreding.
Het is verheugend, dat betrokkenen het Hoofdbestuur
hebben gevolgd en de auteurscontracten, die zoals men
weet dienen te worden gedeponeerd, aan de reglementen
hebben aangepast. Zo is tijdig voorkomen, dat afbreuk
wordt gedaan aan een voor ons bedrijf essentiële reglemen
tering, die, zo hieraan al behoefte mocht bestaan, slechts
veranderd kan worden langs de statutair aangegeven weg.
Het Hoofdbestuur heeft in het algemeen bedrijfsbelang een
dringend beroep op de leden gedaan de Bondsbepalingen
en in het bijzonder die van de reglementen en besluiten
op het stuk van de verhuur en de huur van films, vooral
101