Rationalisatie
3 D-projectie§clierm
Jodium lampen
geluid plaats vond door middel van een normale 35 mm
projector, hetgeen betekent, dat de genoemde kwaliteits
verbetering niet alleen in het studiovlak mogelijk is, doch
ook in de bioscopen. Dit laatste indien er voor is gezorgd, dat
de geluidsaftastinrichting aan de moderne eisen voldoet en
dat ook aan dit belangrijke onderdeel van de projectie
installatie qua onderhoud en instelling de nodige aandacht
wordt besteed. Een en ander betekent niet, dat men onder
deze omstandigheden automatisch een optisch weergavebe-
reik tot circa 12.000 Hz. zou hebben. In het algemeen kan
worden gezegd, dat moderne aftastinrichtingen geen hoger
bereik kunnen hebben dan 9.000 a 10.000 Hz., doch wan
neer daarvan ook ten volle wordt geprofiteerd en daarbij
speelt uiteraard de kwaliteit van de optische geluidsband
een belangrijke rol dan is een uitstekende weergave-
kwaliteit gewaarborgd.
Naast deze filmtechnische verbeteringen bleek bovendien
een nieuwe stap te zijn gedaan op de weg naar een verdere
rationalisatie. Medewerkers van Cinecentrum zijn erin ge
slaagd een methode uit te werken, waarbij de te synchroni
seren films niet zoals vroeger op een projectiescherm
worden geprojecteerd, doch in een montagetafel electronisch
worden afgetast. De beelden worden nu op televisiemoni
toren via een gesloten circuit weergegeven. Het nieuwe
systeem maakt het gebruik van een projectiecabine met
personeel geheel overbodig. Bovendien kan de film ge
makkelijk worden teruggedraaid, desgewenst per beeldje,
hetgeen bij gebruik van een projector niet mogelijk is.
Daarenboven heeft men nog de mogelijkheid om het
beeld met een aantal geluidsbanden electrisch te koppelen
en wel zodanig dat de film op elk gewenst ogenblik kan
worden gestopt en zo nodig achteruit gedraaid, zondei
dat de synchroniteit tussen beeld en geluid in gevaar komt.
Deze nieuwe mogelijkheden hebben tot gevolg, dat de
synchronisatiewerkzaamheden belangrijk sneller kunnen ge
schieden, dan tot dusverre mogelijk was, hetgeen voor de
filmmaker een belangrijke tijd- en geldbesparing kan be
tekenen.
Het vorig jaar waren deze faciliteiten op 16 mm gebied
reeds beschikbaar en de gunstige ervaringen daarmede op
gedaan, hebben er toe geleid, dat thans in een afzonderlijke
studio ook een volledige 35 mm inrichting ten dienste van
het bedrijf staat.
Blijkens publicaties in technische vakbladen is door de
Franse firma Albert Capetta, Montreuil s. Bois/Seine een
nieuw projectiescherm ontwikkeld, waarmede zonder ver
dere hulpmiddelen toe te passen, drie dimensionale resul
taten bereikbaar zouden zijn.
Bij het na de oorlog toegepaste 3 D-systeem moest steeds
gebruik worden gemaakt van twee synchroon lopende pro
jectoren, twee iets verschillende films en van brillen die
het publiek moest dragen om de twee gelijktijdig gepro
jecteerde beelden weer tot één beeld te verenigen en
daarbij het gewenste diepte-effect te verkrijgen. Dit systeem
had verscheidene nadelen en heeft derhalve tegen de kort
daarop geïntroduceerde breedbeeld-systemen het onderspit
moeten delven. Niettemin zijn de technici in verscheidene
landen blijven zoeken naar mogelijkheden om ook de derde
dimensie in het filmgebeuren te betrekken, waarbij als regel
werd voorop gesteld, dat dit zonder toepassing van een
bril gerealiseerd zou moeten worden.
Hiervan uitgaande construeerde men in Rusland een zeer
bijzonder projectiescherm, dat als het ware uit twee lagen
bestond en overigens zodanig van samenstelling was, dat
twee dicht achter elkaar liggende beelden geprojecteerd
konden worden, hetgeen een min of meer plastische weer
gave van het beeld ten gevolge had. Deze uitvoering was
echter dermate kostbaar, dat dit niet opwoog tegen het ver
vallen van anders noodzakelijke brillen, te minder daar het
practische resultaat veel minder overtuigend was, dan dat
van het hierboven bedoelde 3 D-systeem.
De Franse uitvinder is er nu van uitgegaan, dat indien
men het projectiescherm een vorm geeft, die is aangepast
aan het zien met twee ogen, een ruimtelijk effect zal worden
verkregen bij de projectie van normale films. Het aldus
ontwikkelde projectiescherm kreeg een concaaf-convexe
vorm, hetgeen hier wil zeggen, dat het doek niet alleen in
de breedte doch ook in de hoogte enigszins hol is gebogen.
Volgens mededelingen van de uitvinder zouden de voor
delen van dit type projectiescherm zijn, dat men daarbij
geen andere hulpmiddelen nodig heeft en dat de plastische
indruk van het beeld ook verkregen wordt, indien de
kijker zich dichtbij het doek bevindt of indien het vanaf
de zijplaatsen wordt bekeken. Daarbij komt nog, dat het
gebruikte materiaal afwasbaar is en wel zodanig dat door
een schoonmaakbeurt de reflectie-eigenschappen niet wor
den aangetast. Volgens de beschikbare gegevens zijn tot nu
toe schermen tot een maximale breedte van tien meter
leverbaar, waarbij dan steeds het gestel waarin het scherm
wordt gespannen, is inbegrepen.
Naar verluidt zouden reeds een aantal van deze schermen
onder andere in Franse bioscopen in gebruik zijn en zodra
ons berichten over practische ervaringen bereiken, zullen
wij zeker niet nalaten, daarvan in deze rubriek melding te
maken.
Na de komst van de Xenon- en flitslampen, die thans
reeds gemeengoed zijn geworden, is er andermaal een nieuwe
lichtbron verschenen in de vorm van de jodiumlamp. Hoe
wel het er op dit moment naar uitziet, dat deze lamp in de
eerste plaats toepassing zal vinden voor opnamedoeleinden,
is de mogelijkheid zeker niet uitgesloten dat hij in de
toekomst ook voor professioneel projectiegebruik toege
past zal worden. Vandaar dat wij reeds thans enige aan
dacht aan de bijzonderheden van deze nieuwe lamp zullen
schenken.
De jodiumlamp is klein van afmeting, heeft een con
stante lichtstroom, een constante kleurtemperatuur en een
hoog lichtrendement. Dit alles ondanks het feit, dat het hier
een gloeilamp betreft, een temperatuurstraler dus, in tegen
stelling tot de Xenon- en flitslamp, die tot de categorie
van de gasontladingslampen behoren. Een bekend nadeel
van de gloeilampen is het zogenaamde zvvartbranden, dat
ontstaat door verdamping en aanslag op het glas van de
wolffram waaruit de gloeidraad als regel bestaat.
Bij de jodiumlamp heeft men dit nadeel nu ondervangen
door gasvormig jodium in de lamp te brengen. Als de
lamp brandt, ontstaat door verhitting een doorzichtige gas
vormige wolffram/jodium-verbinding, die dus geen zwarte
neerslag op de binnenzijde van de lamp kan veroorzaken.
Men heeft nu ontdekt, dat bij een temperatuur van ongeveer
600° Celsius van het gaslichaam, dat de gloeidraad om
geeft, deze verbinding zich weer splitst in jodium en wolff
ram, waarvan het wolffram neerslaat op de uit dit materiaal
vervaardigde gloeidraad. Dit regeneratieproces wordt onder
steund door de hoge temperatuur van de gloeidraad zelf, die
ongeveer 1500° Celsius bedraagt. Men spreekt hier terecht
157