Industriële filmdag gegadigden toelatingsexamen gedaan, wetende dat, mede met het oog op de beschikbare faciliteiten, niet meer dan circa 25 leerlingen kunnen worden toegelaten. Dr. Peters besteedde voorts aandacht aan de financiële problemen van de school en constateerde daarbij, dat de Parijse filmschool (LD.H.E.C.) een veelvoud van de Neder landse rijkssubsidie ontvangt, de Academie in Rome daar weer een veelvoud van en de Poolse filmschool tenslotte een veelvoud van de Italiaanse overheidsbijdrage. Er blijft op dit punt dus nog wel het nodige te wensen over, wil de Academie zich naar behoren kunnen ontplooien. Hij legde er nogmaals speciaal de nadruk op, dat de Filmacademie geen afgeronde en complete vakopleiding pretendeert te geven, doch vooralsnog moet volstaan met het leggen van een solide basis met behulp waarvan de afgestudeerde in de practijk zal moeten proberen zich verder te bekwamen. Teneinde ook in dit opzicht gedurende de studietijd reeds enige hulp te bieden, wordt gewerkt in de richting van een 3e leerjaar, dat het mogelijk zou maken om tussen het tweede en derde jaar een stage-periode van 6 maanden op te nemen, waardoor de leerlingen tijdig met de dagelijkse practijk van het filmproductiebedrijf kunnen kennis maken. Voor het zover is zullen echter nog talrijke hindernissen overwonnen moeten worden en hoopt de school bovendien een betere behuizing te hebben gevonden dan de huidige in een aantal lokalen van het Oost-Indisch Huis, die wegens een andere bestemming van dit Rijksgebouw binnen afzien bare tijd ontruimd zullen moeten worden. Er werd vervolgens overgegaan tot de uitreiking van de diploma's aan de 19 geslaagden, wier namen wij hieronder laten volgen Afdeling Scenario- en draaiboekschrijven R. Daalder A. Ditvoorst F. van Doorn B. Huizenga E. Kleinen, Mej. F. van der Klok S. Meyering A. Rudolph, Mej. K. Schmeink Afdeling Camera en montage J. de Bont F. Bromet L. Duzee F. de Groot A. Hidding R. Lemaire R. Muller K. Rote L. Spoelstra J. de Wit De bijeenkomst werd tenslotte besloten met de vertoning van drie 16 mm films en één 35 mm film in kleuren, die door de tweedejaars leerlingen bij wijze van examenfilms gedurende de tweede helft van het cursusjaar waren ver vaardigd. De titels luiden respectievelijk „Veilig Verkeer", „Wat een "approach", „Les Petites Manoeuvres" en „De Lengte van een Ster". Gesteld mag worden, dat, zeker wanneer men de middelen en mogelijkheden van de school in aanmerking neemt, deze werkstukken qua inhoud en technische afwerking van beeld en geluid, alleszins geslaagd zijn te noemen. In het algemeen gesproken viel naar onze mening ten opzichte van voorgaande jaren een duidelijke kwaliteitsverbetering waar te nemen, waaruit men zou kunnen afleiden, dat de intensivering van het onderricht in de afgelopen twee jaren gunstige resultaten heeft opgeleverd. Üp 28 mei werd in het Seinpost Theater te Scheveningen op initiatief van de Stichting Technisch Film Centrum een industriële filmdag gehouden, waarbij een aantal Neder landse en buitenlandse films zijn vertoond, die tijdens het 4e Internationale Industriële Filmfestival gehouden in ok tober 1963 te Madrid, werden bekroond. Van de kant van vrijwel alle facetten van het Neder landse bedrijfsleven bestond voor deze mogelijkheid om kennis te nemen van een gevarieerde keuze uit de beste binnen- en buitenlandse industriële films grote belang stelling. De beide Nederlandse films, te weten: „It's the tone that makes the music", een combinatie van speel- en tekenfilm over de geluidsvastlegging op gramofoonplaten, geprodu ceerd door de N.V. Profilti voor Philips en de bekende film „Bouwspelement" een Polygoon/Profilti-productie door Charles Huguenot van der Linden, sloegen temidden van de uitgelezen serie van negen buitenlandse producten een uitstekend figuur. Aan de openingsrede van de voorzitter van het T.C.F., Ir. B. Braat, ontlenen wij het volgende: „Uit het feit, dat het mogelijk is elk jaar een industrieel filmfestival te organiseren, blijkt wel, dat over de gehele wereld het bedrijfsleven, organisaties en instellingen zich van het medium film bedienen als hulpmiddel om infor maties, kennis en ideeën aan een voor hen interessant publiek over te brengen. Hoewel exacte gegevens ontbreken staat wel vast, dat in landen als Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië 300-400 films per land per jaar worden vervaardigd. Voor de Verenigde Staten is dit cijfer nog aanzienlijk hoger en loopt tegen de 1000! De films, die aldus in opdracht van ondernemingen en instellingen door professionele filmproductiemaatschappijen worden vervaardigd, worden in de omringende landen veelal betiteld als industriële films, een term, die ook wij graag in ons land ingang zouden willen doen vinden. De hier vaak gebruikte term „bedrijfsfilm" dekt immers geenszins het brede terrein, waarop de industriële film zich kan bewegen. Dit terrein blijft niet beperkt tot het maken van een film over een bedrijf, maar kan betrekking hebben op alle facetten van het industrieel gebeuren. Dit komt duidelijk tot uiting in de films, die U zo dadelijk zult zien. Ik kan mij voorstellen, dat er mensen zijn, die zich zullen afvragen, of het doen vervaardigen van industriële films als een soort luxe gezien moet worden. Het antwoord op deze vraag moet zonder meer ontkennend luiden. De film behoort een vaste plaats in te nemen in de reeks van middelen, waarover een onderneming beschikt om infor maties over te brengen aan groeperingen binnen of buiten het bedrijf. Dit overbrengen van informaties, informaties over doel en organisatie van het bedrijf, de productie processen die plaatsvinden en de materialen die daarbij een rol spelen, over de producten die vervaardigd worden en over het gebruik en toepassing daarvan, maar ook infor maties, die tot doel hebben de houding en mening van mensen te beïnvloeden, dit alles vormt een onmisbaar onder deel van het bedrijfsbeleid. Het overbrengen van deze veelsoortige informaties is volledig in overeenstemming met het commerciële streven van een onderneming. En het is het visiuele medium film, dat hierbij zo'n enorm belang rijke rol speelt. Geen medium dan de film is beter in staat informaties over te brengen over productieprocessen, over 260

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 10