Originele reclame is niet te evenaren Nederlandse films in het buitenland Bioscoopbedrijf en reclame (X) materialen en machines, over toepassing en gebruik van producten en installaties. Film is ook bij uitstek het middel om de mening en houding van mensen te beïnvloeden en aldus voor doel en streven van de onderneming een gunstig klimaat te creëren. Het zijn deze overwegingen, die tot resultaat hebben, dat elk jaar een zo groot aantal industriële films in opdracht van het bedrijfsleven en zijn organisaties tot stand komt. Geen luxe dus, maar een wel overwogen in vestering, die evenzeer verantwoord is als de aanschaffing van een nieuwe machine of de uitbreiding van een bestaande werkplaats". Ir. Braat wees vervolgens op de bestaande zeer ruime mogelijkheden van internationale verspreiding der in dustriële films via een speciaal daartoe in het leven ge roepen internationaal distributie-orgaan: Inforfilm, waar aan ook het T.F.C, zijn medewerking verleent. Na nog te hebben opgemerkt, dat ons land talrijke ge organiseerde voortreffelijke filmproducten en cineasten telt. die bij uitstek in staat zijn om voor een ieder het gewenste product te maken, vestigde hij tenslotte de aandacht op een unicum van deze manifestatie, namelijk, dat ook indien men tijdens de non-stop filmvertoningen de zaal voor een verversing zou willen verlaten, men niets van het pro gramma behoeft te missen, aangezien door de Neder landse Siemens Maatschappij in het Seinpost Restaurant een aantal T.V.-monitoren zijn opgesteld, die via een in dustriële T.V.-installatie de vertoonde films ook daar zicht baar maken. Resumerend kan worden gesteld, dat dit loffelijke en geslaagde initiatief van de Stichting Technisch Film Centrum de goodwill in de sector van de industriële films een terrein waarop ons land tot dusverre enigermate is achtergebleven ongetwijfeld heeft verhoogd. In Frankrijk zijn vier korte Nederlandse films onder scheiden met een premie van 10.000 NF (ƒ7.300,t.w. „Zoo" van Bert Haanstra, „Pan" van Herman van der Horst, „Portret van Frans Hals" van Frans Dupont en „Zeilen" van Hattum Hoving. Deze premies die voor het eerst in 1963 zijn toegekend aan twintig korte films van andere E.E.G.-landen, zijn bestemd voor de financier van de film en bedoeld om de produktie van goede korte films te stimuleren. Op het Internationale Filmfestival van La Felguera in Spanje is de eerste prijs toegekend aan de Nederlandse film „Portret van Frans Hals" van Frans Dupont. Een eervolle vermelding werd verleend aan de film „Het Huis" van Louis van Gasteren. Aan het filmfestival van Edinburgh dat van 16 tot 30 augustus a.s. wordt gehouden zal Nederland deelnemen met de film „Alleman" van Bert Haanstra, „De Mooiste Tijd van Nico Crama en „Aanmelding" van Rob Houwer. Op het elfde internationale festival voor reclamefilms in Venetië heeft een inzending van Joop Geesink de eerste prijs verworven in de categorie televisie-animaties. Tevens werden hem voor andere films nog twee eervolle vermel dingen toegekend. Vanuit de hele wereld zijn naar het festival 1000 films ingezonden. Op het internationale Filmfestival van San Sebastian, dat van 5 juni tot 14 juni werd gehouden was Nederland in de sectie korte films vertegenwoordigd door Energie transport vervaardigd door Carillon Films N.V. en PS van de firma Telefund. In deze afdeling waren 20 korte films ingeschreven door 15 landen. Wij zullen het niet ver mis hebben, wanneer wij con stateren, dat elke schrijver van een bepaalde rubriek worstelt met een reuzeprobleem. Uitzonderingen als Simon Car- miggelt in Het Parool en wijlen Pasquino in De Telegraaf, om maar enkelen te noemen, wellicht niet te na gesproken. In de praktijk is het namelijk zo, dat je enthousiast te werk gaat in het begin. Na een aantal artikelen ga je je afvragen, waarom je je nu eigenlijk zo druk maakt. De schrijver gaat zich bezinnen op de vraag, of het nog wel zin heeft, terwijl de lezer van de periodieke uitgave gaat denken, dat de betrokken scribent zijn bijdrage levert omdat hij het zo prettig vindt „dat het gedrukt staat". Omdat wij reeds bijna twee jaar de rubriek „Bioscoopbedrijf en re clame" naar ons beste geweten trachten te verzorgen, kan niemand het ons euvel duiden gezien bovenstaande op merkingen dat samensteller dezes af en toe dezelfde gedachte besluipt. Telkens weer speuren wij naarstig de advertentiepagina's na op de bioscoopadvertenties. Eveneens trachten wij zoveel mogelijk op de hoogte te zijn van andere reclame-uitingen op filmreclamegebied. Je krijgt zo langzamerhand het (won derlijke) idee, dat je raadgevingen op het terrein van de bioscoopreclame toch wel ingang zullen vinden. Je verliest echter uit het oog, dat niemand conservatiever dan de (Nederlandse) bioscoopexploitant c.q. filmverhuurder is. Dit is dan ook de belangrijkste reden waarom ondergetekende onverdroten met zijn vaste rubriek „Bioscoopbedrijf en reclame" voorlopig doorgaat. Het mag dan zijn, dat de reacties gering zijn, het doet niets af van het feit, dat zijn enthousiasme onverminderd is. Bovendien kan geen bio scoopexploitant later zeggen, dat de Nederlandsche Bio scoop-Bond zijn voorlichtende taak op het gebied van reclame en public relations heeft verwaarloosd. Laten wij nimmer vergeten, dat de strijd om de consumenten-gulden met de dag harder wordt en dat daarom de reclame, als olie voor de economische motor, onmisbaar is. Wij schreven reeds eerder: „Hoe goed en zuiver de olie ook is, zonder betrouwbare motor draait de zaak in de soep. Een goed produkt en een juiste dienstverlening, 261

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1964 | | pagina 11